1
Ik hoop dat jullie mijn verhaal leuk gaan vinden. En meer zinnigs kan ik niet bedenken. Begin maar gewoon met lezen, zou ik zeggen.
Het was warm. De zon scheen fel op mijn al verbrandde huid. Zelfs de bandana die ik ter verkoeling in mijn haar had gebonden hield de hitte niet tegen. Maar ik bleef lopen.
Eerlijk gezegd wist ik niet hoe lang ik al aan het lopen was. Misschien pas een paar dagen, maar het kon ook al een week zijn. Het enige waar ik me nu zorgen om maakte was een beschutte plek om te slapen. De Zones waren ’s nachts onveilig, en ik mocht van geluk spreken dat ik in een gebied was met een laag stralingsniveau.
Het was niet alleen verkoeling en een zacht bed om te slapen waar ik nu zo ontzettend naar snakte, ook wat water was zeer welkom. Mijn laatste paar druppels had ik gistermiddag opgedronken, en ik was sindsdien geen water tegengekomen dat er drinkbaar uitzag. Wel was ik langs een meer gekomen met een of andere vieze, chemische drab die zo stonk dat het kleine beetje voedsel in mijn maag bijna weer omhoog kwam. Nu liep ik op een lange weg die ooit veel auto’s naar hun plaats van bestemming bracht. Nu was het asfalt op sommige plekken helemaal weg en op andere plaatsen zaten er grote gaten en scheuren in het wegdek. Ik hoopte langs deze route een schuilplaats te vinden, in de vorm van een verlaten wegrestaurant of -als ik geluk had- een auto waar ik in mee kon rijden.
Het aller-aller-aller vervelendste aan deze situatie was nog wel dat ik geen radio had. Op de zender van Dr. Death Defying kon je luisteren naar het laatste nieuws over de Zones, waar de Draculoids gesignaleerd waren en ze draaiden af en toe liedjes van de enige band die nog bestond: The Mad Gear And The Missle Kid. Iedere Killjoy kon liedjes zoals FTWWW en ons lijflied, Na Na Na, meezingen. Muziek was hetgeen wat de meeste van ons in leven hield, het enige wat ons weerhield om rechtstreeks naar Battery City te gaan om een slaaf van BL/ind te worden. Het was een manier om onszelf uit te drukken.
Maar, mijn radio was ik al lang geleden verloren, en ik snakte naar een beetje afleiding. De zon bleef fel schijnen, de woestijn leek oneindig. Ik had nog steeds dorst, en ik raakte langzaamaan uitgeput. Het werd tijd om voor de zoveelste keer in de berm te slapen, hopend dat de volgende dag beter zou zijn.
Reageer (2)
Dit is echt goed en je schrijft heel mooi!
1 decennium geledenLeuk
1 decennium geledenGa hem volgen.