Liefde
Ik kijk naar het plafond. Het is wit met een gele tint er doorheen. Ik draai mijn hoofd en kijk de kamer door. De kamer is niet groot ,maar groot genoeg voor een bureau ,een kast en een bed. Ik ga op de rand van mijn bed zitten. De grond voelt koud aan mijn voeten net alsof ik op ijs sta. Snel kijk in de kast en trek een wit shirt en een spijkerbroek aan. Even kijk ik door de raam en zie dat het nog donker is. Voorzichtig loop ik de trap af naar de woonkamer. Ik loop naar de gang en stap in mijn sneakers. Rustig loop ik met mijn sneakers aan naar de trap die naar het strand leidt. Ik stop plotseling op de krakende trap. Op het strand staat een gedaante wachtend op iets. Ik loop de trap af en loop naar de gedaante toe. Wanneer ik dichter bij kom zie ik dat het Julliët is. Ze draait zich om en kijkt me verast aan.
"Hé ,wat ben je hier aan het doen zo vroeg ?"vraag ik terwijl ik naast haar kom staan.
"Ik kwam hier vroeger vaak wanneer ik wou nadenken."zegt ze en kijkt weer over de zee heen.
"Ik ook."zeg ik en ik pak haar hand.
Julliët kijkt blosend naar haar hand. Ze pakt mijn hand beter vast.
"Waar denk jij aan ?"vraagt ze en kijkt dromerig over de zee.
"Aan de tijd dat we samen waren en gelukkig waren."zeg ik en onze blikken kruisen elkaar.
"Echt ?"vraagt ze en de wind wuift met haar haar.
Haar ogen twinkellen zoals ze vroeger altijd deden. En even was het jonge meisje terug waar ik tegen gezegt had dat ik van haar hield. Ik zie dat ze hetzelfde denkt. Maar dit keer is het anders. Dit keer waren we anders we waren volwassen. Ik heb nog geen land inzicht. Terwijl ze al een hele toekomst voor zich heeft. Ik voel me net als de jongen vroeger ,maar het is anders dit keer. We waren allebei een andere weg gegaan en nu staan we tegenover elkaar.
"Wanneer je denkt dat elke ster verdwenen is en de zon boven komt. Weet je dat ze de volgende avond ze weer aan de hemel staan samen met de maan. Ook al zie je ze niet ze staan daar nog steeds. Alleen moet je wachten tot de zon weer ondergaat om ze weer te zien."zegt Julliët en brengt haar gezicht dichter bij de mijne.
"En het is dus alleen de tijd die beslist wanneer je ze ziet."zegt ze en komt nog dichter bij mij staan.
Onze gezichten komen steeds dichteer bij elkaar. Terwijl de zon op komt zoenen we elkaar. Het is misschien lang geleden ,maar het is nu op dit moment precies zoals vreoger en niemand kan daar iets aan doen. Julliët stapt achteruit en kijkt verbaast.
"Ik.. Ik..."zegt ze stotterend en slaat haar ogen naar de grond.
"Het was stom van me. Ik moet niet zomaar denken dat ik opeens kan opduiken in jouw leven en dat je nog steeds van me houdt."zegt ze en draait zich van me af.
"Maar..."zeg ik ,maar ze rent weg.
Verder en verder weg van de trap. Ik kijk verslagen naar de grond. Denkend aan wat er net is gebeurt. Is de liefde die ik voor haar voel nog steeds hetzelfde als vroeger. Ik voel een licht twinkelend gevoel in mijn buik en begin achter haar aan te rennen.
"Wacht !"roep ik ,maar Julliët is veelste ver weg.
"Wacht !Wacht ,Julliët."mompel ik en sta stil.
"Ze heeft tijd nodig om dit te verwerken ,maar ze moet weten dat ik nooit boos zal worden op haar hierom."denk ik en loop terug naar de trap. Ik stop op de plek waar Julliët me gezoend heeft en ga zitten. Kijkend naar hoe de zon aan de hemel verschijnt. Denk ik aan Julliët.
"Wat zal ze precies bedoelt hebben met dat over de sterren. Zal ze haarzelf en mij daarmee bedoelen ?"vraag ik mezelf af.
Reageer (1)
leuk!!
1 decennium geledenmaar krijgt hij niet met Floor?