Foto bij Hoofdstuk 5: Nooduitgang

Worden jullie al bang? (duivel)
Kon ff geen geschikt plaatje vinden, dus koos ik weer voor wat vazen xD

We renden er allemaal naartoe. Marin was er als eerste, hoewel Ivar voorop had gelopen. Ze rukte de deur open en staarde naar de trap die erachter lag.
“Leid dit echt naar buiten?” vroeg ze onzeker.
Het was een wenteltrap, of in ieder geval maakte hij al vrij snel een bocht naar links. Aan weerszijden waren muren, maar het was er wel aanmerkelijk koeler, wat toch zou betekenen dat het even verderop buiten moest uitkomen. Toch?
“Ik weet het niet” zei Joran bezorgd. “Misschien moet je niet...”
“Het kan me niet schelen” onderbrak Marin hem, plotseling vastberaden. “Ik ben overal liever dan hier.”
Ze deed een stap naar beneden, op de eerste trede. Nog een stap.
En ging onderuit.

De trap was weg. Het was alsof de treden plotseling waren ingeklapt en plaats hadden gemaakt voor een gladde, glibberige glijbaan. Marin slaakte een verschrikte kreet terwijl ze op haar billen verder gleed.
“Marin!” schreeuwde Joran, en stak zijn hand naar haar uit. Als door een wonder wist Marin die te grijpen, waardoor Joran naar adem hapte toen hij haar gewicht plotseling aan zich voelde trekken. Hij deed een poging haar omhoog te hijsen, maar het enige wat er gebeurde was dat hijzelf gevaarlijk dicht naar het gat gesleurd werd.
“Ik kan je niet houden...” kreunde hij.
“Je moet!” gilde ik wanhopig. “Ik help je wel...” Ik greep Joran bij zijn middel, maar het was alsof een onzichtbare kracht Marin naar beneden trok. Ze sleepte zowel Joran als mij mee richting de deuropening... Dit was onmogelijk...
“Laat los!” gilde Marin, die het ook voelde. “Je kunt me niet redden... Ik zie wel waar ik uitkom! Laat je niet meesleuren!” De tranen stroomden over haar wangen. “Ik laat je nu los... Vaarwel, Joran... Ik houd van je” zei ze naar adem happend, en plots liet haar hand die van Joran los en gleed ze met ijzingwekkende vaart naar beneden.

Joran en ik vielen achterover en werden ternauwernood opgevangen door Ivar, die een hevig geschrokken uitdrukking op zijn gezicht had. “Ik... Ik had jullie moeten helpen...”
“Het maakt niet uit” zei ik vermoeid, terwijl ik me losmaakte uit zijn omhelzing. “We hadden haar toch niet omhoog kunnen krijgen... Het was te sterk.”
Joran keek ons verwilderd aan. “Waarom heb ik haar losgelaten? Ik... Ik moet haar achterna!” Hij draaide zich om naar de deur. We hadden hem met geen mogelijkheid tegen kunnen houden, als hij daadwerkelijk achter haar aan had kunnen gaan. Maar de deur bleek tot ieders verbazing gesloten.
Joran morrelde aan de klink, duwde en trok aan de deur, maar die gaf geen millimeter mee. Wanhopig zeeg hij ineen.
“Ze is weg...” kreunde Joran. “Ze is weg...”

Hij is een beetje kort, kweet... Maar toch, reacties?

Reageer (2)

  • MarijeR

    Oké ik begin serieus de kriebels te krijgen, ik ga dit denk ik maar eens bij daglicht verder lezen.

    1 decennium geleden
  • OnTheLine

    Ik ben weg... Ik ben weg...
    Snik...
    IK WIL BIJ JORAN ZIJN, KIP!!!

    1 decennium geleden

Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen