Hoofdstuk 1: Het Museum
Anyway, enyoy!
Lianne’s POV
Mijn eerste indruk van het museum was dat het wit was.
Wit, van de vloer via de muren tot aan het plafond. De aankomsthal was kil en kaal, met een trap die naar het daadwerkelijke museum leidde. We deden onze jassen uit en gooiden ze in het jassen-tassen-rek, Marin en ik aan één stuk door kletsend.
“Ik snap gewoon niet hoe ze ons dit kunnen áándoen!” klaagde Marin, haar jas nonchalant in het rek smijtend. “Ik bedoel, dat we naar een museum gaan, oké, maar een presentatie erover houden? Alsof we ooit iets onthouden van wat we hier zien en horen!”
“Precies” knikte ik instemmend. “Typisch gymnasiumgedrag, hé.”
“Ik vind het wel leuk” merkte Mo op. “Ik ga zoveel mogelijk op de foto zetten… Of wacht, ik weet iets beters: filmen!” En hij haalde enthousiast zijn camera uit het hoesje. Ik grijnsde. Mo was de nerd van ons groepje; constant in de weer met zijn camera en razend enthousiast over alles dat met geschiedenis te maken had. Wat dat betreft kon hij hier zijn hart ophalen, want dit museum ging geheel en al over de oude Romeinen. Interessant, maar ik had absoluut geen zin in die spreekbeurt. Ik zuchtte. Ik moest er maar gewoon het beste van proberen te maken, en zoveel mogelijk van deze dag genieten. Ik keek naar Marin, die nu druk in gesprek verwikkeld was met Joran, haar vriendje. Joran was een aardige jongen die onze humor deelde, hoewel hij geen gelegenheid voorbij liet gaan om Ivar te plagen, de derde en laatste jongen uit ons groepje. Ivar was stoer en een beetje onze leider, maar zonder dat hij de baas over ons speelde. Het was gewoon zo gegroeid.
“Oké, jongens!” riep mevrouw de Boer. “Jullie zijn ingedeeld in groepjes. Elk groepje krijgt een andere begeleider. Groepje 2A1…”
Ze somde één voor één de groepjes op, wees hen een begeleider toe en stuurde hen het museum in. Uiteindelijk waren wij aan de beurt.
“Groep 2B4, jullie gaan met hem mee.” Ze wees naar een jongen, waarvan ik geloofde dat hij in de vijfde of zesde klas zat, en Mo, Ivar, Joran, Marin en ik liepen naar hem toe. We klommen de gladde, witte trap op waar we net op hadden gezeten, en bekeken het museum.
Mo maakte gretig foto’s van alles wat hij zag –hij was het filmidee blijkbaar al vergeten-, maar de anderen begonnen zich al snel te vervelen.
“Zullen we weggaan?” fluisterde Ivar, zo zacht dat de begeleider het niet kon horen. “Dit is doodsaai. Laten we het museum op eigen houtje gaan verkennen!”
Ik keek twijfelend naar de jongen, die nu enthousiast vertelde over de inrichting van een Romeins legerkamp. “Ik weet het niet… Dat vinden ze vast niet goed.”
Ivar haalde zijn schouders op. “Nou en? We doen het gewoon stiekem!”
Ik keek naar de andere drie. “Wat denken jullie?”
Marin leek op te schrikken uit Joran’s blauwgrijze ogen. “W…wat?”
“Of we weg zullen gaan” zei Ivar ongeduldig. “Nou?”
“Goed idee” zei Joran meteen. “Het kan me toch niets schelen wat die Romeinen in hun vrije tijd deden, wat jij, Marin?”
Ze knikte. Ik kreeg sterk de indruk dat ze zou instemmen met alles dat Joran zei, tenminste op dit moment. Ze hadden van die momenten dat ze elkaars bloed wel konden drinken, of in ieder geval tegen elkaars tas aan konden schoppen, maar Marin was nu duidelijk in een romantische stemming. “Is goed.”
Ik wendde met tot Mo. “En jij dan, Mo?” vroeg ik, bijna smekend. Mo keek op van zijn fototoestel.
“Ik zou het leuker vinden als ik net zo lang ergens kon blijven staan als ik wil” zei hij. “Dat is veel handiger als je wilt fotograferen of filmen.”
Het was vier tegen één. Ik stemde zuchtend toe, niet wetend wat we ons op de hals hadden gehaald….
We glipten er dus tussenuit en raakten de groep al gauw kwijt.
Er was veel meer te zien dan ik aanvankelijk had gedacht, en zelfs Ivar leek geïnteresseerd. Vooral toen we een loden kist ontdekten, waar een duizenden jaren oud skelet in bleek te liggen.
“Brr” zei Marin, in de vitrine kijkend. “Ik vind het maar niks. Moet je die mond zien!”
Het skelet leek haar mond geopend te hebben in een oneindige, geluidloze schreeuw. Ik kreeg er inderdaad de kriebels van.
Opeens hoorde ik achter ons een geluid. Het klonk als brekend glas.
We keken allemaal op en draaiden ons hoofd in de richting van het geluid. “Wat was dat?” vroeg Marin.
Ik haalde mijn schouders op. “Een omvallende vaas?”
We hadden tijdens de rondleiding een hoop vazen en aardewerken potten gezien, en enkele glazen exemplaren. Die waren heel kostbaar, volgens onze gids. Ik hoopte van harte dat er niet iemand zo stom was geweest om er één om te stoten, want dan zou er ongetwijfeld een verschrikkelijke preek volgen die zelfs hier nog te horen was.
Maar het bleef verder stil. “Misschien is er een inbreker die de ruiten in heeft geslagen” grapte Joran. Marin en ik grinnikten.
Toen begon de Tocht.
Reageer (3)
Hahahahaha dit is briljant!
1 decennium geledenBtw, wrm heb je hier geen foto bij? Die van die loden kist past volgens mij perfect!<3
1 decennium geledenAaargh!!! Wat ben jij goed!!
1 decennium geledenEn serieus, Lianne. Hoevaak moet ik nog zeggen dat Joran's ogen blauw én groen zijn!!!
En ik zit hier met een big smile op mijn gezicht, het is zo ontzettend herkenbaar. Ik kreeg tranen, maar ik was niet bang of verdrietig of overdreven gelukkig ofzo... ApartxD
Anyway: SCHRIJF VERDER, OF IK STUUR DAT EEUWIG SCHREEUWENDE SKELET OP JE AF!!!
Luf ya(H)