Het is al weer twee weken sinds ik m'n vorige hoofdstuk erop zette, ik moet echt wat sneller zijn... :P
Best wel lang hoofdstuk trouwens :O

'Dankjewel', zeg ik zacht. Het is geen beleefde dankjewel, die je moet zeggen omdat je ouders dat zeggen, deze dankjewel meen ik uit echt, omdat ik Jop dankbaar ben dat hij dit voor me doet.
Jop glimlachte vriendelijk. 'De badkamer is vlak naast jouw kamer, je weet 'm wel te vinden, toch?' Ik knik en Jop loopt geruisloos weg. Met een zucht laat ik mezelf op het bed vallen. Ik heb nog wel veel problemen, maar dankzij Jop kan ik nu een klein lichtje aan de horizon zien.

Mijn humeur is de volgende dag een stuk beter, het is duidelijk merkbaar dat een nachtje op een echt bed me goed heeft gedaan. Vrolijk sta ik op en zie dan dat ik nog steeds de gescheurde kleren van gisteravond aan heb, maar dat kan mijn ochtend niet verpesten. Als ik de deur naar de overloop langzaam opendoe, staat me een welkome verrassing te wachten. Voor mijn voeten ligt op een keurig stapeltje ondergoed, een schone broek, een donkerblauw shirt en ernaast ligt een paar sokken. Me afvragend waar Jop het vandaan heeft pak ik het op, check de maten en kom erachter dat het me ongeveer zou moeten passen.
Het blijkt me perfect te passen. Na gedouched te hebben bekijk ik mezelf in de spiegel, die aan de binnenkant van de kastdeur hangt, en ik kom tot de conclusie dat ik er meer dan fatsoenlijk uitzie. Eenvoudig, dat wel ja, maar ik hoef me echt niet te schamen voor mijn kleding. Met een glimlach loop ik de trap af, die in het ochtendlicht vaalgroen blijkt te zijn, en ik stoor me niet aan het hevig kraken van de treden en het piepen van de deur als ik die opendoe. De snackbar is op Jop na leeg.
'Goedemorgen', zeg ik en Jop kijkt verbaasd op.
'Zo, jij bent in een goed humeur', merkt hij op. 'Waaraan hebben we dat te danken?' Mijn glimlach wordt nog groter en ik ga aan een van de tafeltjes zitten. 'Ach, ik weet het niet', antwoordt ik. 'Misschien dat slapen in een echt huis gewoon heel goed is voor me.' Jop lijkt daar blij mee te zijn, want ook om zijn mond speelt een glimlach als hij verder gaat met het schoonmaken van het aanrecht. Ook hij ziet er nu een stuk beter uit dan gisteravond. De grootste verbetering is misschien het schone schort, maar het is ook duidelijk dat hij zich gewassen en geschoren heeft, en ook hij lijkt een stuk opgewekter. Aarzelend durf ik het aan om naar de kleren te vragen. Jop kijkt op, alsof die vraag hem een beetje van stuk brengt.
'De kleren, ja, die had ik nog', zegt hij ontwijkend. Mijn nieuwsgierigheid is echter nog lang niet bevredigd en ik geef ook niet zomaar op. 'Van wat had je ze nog? Hoe ben je er in de eerste plaats aan gekomen?' vraag ik, beseffend dat ik voor de zoveelste keer niet erg beleefd was.
'Ze waren van mijn dochter', zegt Jop. Er klinkt iets van verdriet in zijn stem door, heimwee naar vroegere tijden. Hij stopt met schoonmaken en kijkt diep in gedachten verzonken uit het raam, op dezelfde manier als hij gisteravond had gedaan. 'Jop?' vraag ik voorzichtig. 'Waar is je dochter nu?'
'D-dat...dat maakt niet uit', zegt Jop en hij gooit de poetslap neer. 'Weet je wat? Als je hier bent kun je je maar beter een beetje nuttig maken. Het aanrecht moet nog schoon en de frituurpan ook, ik ben in de kelder als je me nodig hebt.' Het klinkt niet al te boos, maar ik neem het zekere voor het onzekere en pak zonder protest de lap. Het aanrecht poetsen zal wel lukken, over de frituurpan ben ik minder zeker. Thuis hebben we niet zo'n ding, dus ik had ook nooit geleerd...nu doe ik het weer. Altijd maar aan thuis denken, bij elk klein dingetje dat ik doe. Helaas is hier niets om me af te leiden, en het is zo makkelijk mijn ogen te sluiten en me voor te stellen dat ik weer in onze veel te grote woonkamer sta, met de dure marmeren beelden en ons associaal grote breedbeeld-tv. Ik kan elk detail zien, van de goudkleurige naden in de donkerrode gordijnen tot de krasjes in de lak van onze eettafel. Zonder het te merken ben ik gestopt met schrobben, en sta ik daar, in een aftandse snackbar ergens in een buurt die ik niet ken, me voor te stellen hoe het zou zijn als ik thuis was. Ik open mijn ogen en zucht. De vrolijkheid waarmee ik wakker ben geworden is aan het verdwijnen en er blijft een kille leegte over. Bijna alsof ik Jop's treurigheid overneem steun ik op de koude bar en staar naar buiten. Even gaan mijn gedachten weer naar huis, als ik achter me een deur hoor slaan.

Reageer (1)


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen