Deel 2
Ik denderde tussen de bomen door. Alle emoties binnenin mij welde op. Woede, angst, alles wat je maar kon bedenken voelde ik. Ik was kwaad op mijn vader dat hij mij dit had aangedaan. Nu pas realiseerde ik mij dat ik mijn moeder ook niet meer zou zien. Nu niet, nooit niet. De bomen waar ik tussendoor denderde, leken mij aan te kijken met hun donkere uitstraling. Ik werd er bang van.
Ik rende blindelings verder, alle herinneringen van mijn tijd in de kudde kwamen bovendrijven.
Het begon al een beetje te schemeren in het bos. Nu werd het bos nog donkerder. Ik bleef maar doorrennen. Zover mogelijk weg van die verschrikkelijke plek waar ik nooit welkom was geweest. Mijn ademhaling werd zwaarder en zwaarder. Er begonnen zich donkere plekken op mijn hals te vertonen. Het zweet prikte in de wond die mijn vader zojuist had gebeten in mijn manenkam. Ik voelde de steken, maar besloot ze te negeren.
Ineens voelde ik een klap op mijn voorbenen en ik sloeg voorover. Met een harde klap kwam ik op de koude grond terecht. Een schrille hinnik ontsnapte uit mijn keel. Ik voelde een stekende pijn in mijn voorbeen en voelde het opzwellen. Ik bleef even versuft liggen. De grond voelde koud aan en ik rilde even. Ik legde mijn hoofd neer op de grond en sloot even mijn ogen. Ik had mij nog nooit zo verlaten gevoeld.
Een tijdje later schrok ik weer wakker. Het was al nacht geworden in het kille bos. De grote bomen zorgden ervoor dat het maanlicht niet tot de grond doorkwam. Ik opende mijn ogen maar zag haast niets. Ik tilde even mijn hoofd op om rond te kijken maar dat kostte mij veel moeite. Om mij heen hoorde ik allerlei geluiden; geritsel en uilen. Ik probeerde even mijn gedachten op een rijtje te krijgen.
Een paar minuten later besloot ik te proberen of ik op kon staan.Wat mij toch meer moeite kostte dan ik dacht dat zou zijn.
Toen ik mijn voorbeen op de grond neer had willen zetten op me ophoog te hijsen had ik een venijnige pijn gevoeld. Mijn been was helemaal opgezwollen en ik had er veel last van.
Toen ik eenmaal stond keek ik om mij heen welke richting ik op zou gaan. Ik koos de richting waar naar toe ik op weg was geweest eerder op de avond. Ik strompelde voort in het weinige licht wat van de maan kwam.
Er zijn nog geen reacties.