27°

Ik werd wakker op het bed van Renesmee. Ik stond op en rende naar beneden. Edward, Bella, Renesmee, Jacob en Alice zaten in de woonkamer, de rest was zeker jagen. ‘Hoelang heb ik geslapen?’ vroeg ik. ‘Anderhalve dag’ antwoorde Bella. Ik keek haar vol ongeloof aan. ‘En school dan?’ vroeg ik meteen. ‘Je bent deze week ziek’ zei Edward. Ik knikte. ‘Ik ga zo even jagen’ mompelde ik. Ze knikten. Ik rende de trap op en kleedde me om. Ik rende naar beneden en liep naar buiten. Ik viel het eerste en beste hert aan en dronk hem leeg. Ik had helemaal geen dorst, ik had gewoon afleiding nodig. Na dat hert besloot ik iets de doen wat ik al te graag wou, ik zou naar Summer gaan. Ik rende naar het huis maar stopte toen ik Beer naar buiten zag lopen. ‘Ik ben over een uur terug’ schreeuwde hij naar binnen en gooide de deur dicht. Ik verstopte me achter de boom en hoorde hem wegfietsen. Snel rende ik naar de deur en belde aan. Vanachter de deur hoorde ik Summer zachtjes vragen: ‘Wie is daar?’ haar stem trilde. ‘Lieverd, ik ben het’ zei ik terug. De deur ging meteen open en ze keek me met grote ogen aan. ‘Hael!’ snikte ze en ze omhelsde me. Ik tilde haar op en liep naar binnen. Ik nam plaats op de bank en omhelsde haar. ‘Moet je niet naar school?’ vroeg ik. ‘Ik ben niet meer geweest sinds je weg bent’ zei ze. Beer was waarschijnlijk te lui. ‘Waar is Beer heen?’ vroeg ik. Ze haalde haar schouders op. ‘Hij gaat elke dag rond deze tijd weg’ zei ze. Ik knikte en drukte een kus op haar wang. Ik hoorde haar zacht piepen. Ik keek haar meteen aan en wou vragen wat er was, maar ik zag het al. Haar hele wang was rood gekleurd. Ik bekeek haar goed. Op haar armen zaten allemaal blauwe plekken. ‘Summer! Wat is er gebeurd?’ vroeg ik. ‘Ik ben gevallen’ zei ze zacht. Ik hoorde dat ze loog. ‘Waar zitten er nog meer?’ vroeg ik. Ze wees naar haar been en buik. ‘Maar mijn voet doet erg pijn’ zei ze en er rolde een traan over haar wang. ‘Summer, wat is er echt gebeurd?’ vroeg ik serieus. Ze keek op. ‘Beer werd boos’