Hoofdstuk 24.
De volgende morgen word ik wakker van de vogeltjes de fluiten en het zonnetje dat schijnt. Ik voel de zon op mijn huid branden. Ik draai me om en verwacht om Samir te zien, maar het bed naast me is leeg. Ik kom omhoog en hou de dekens voor mijn naakte lichaam. ‘Samir’ roep ik zachtjes. Ik klim het bed als ik me realiseer dat hij me toch niet zal horen als ik hem zachtjes roep. Misschien is hij naar training toe en ligt er beneden een briefje. Ik trek ondergoed aan en pak daarna mijn badjas en sluip de trap af. Ik zie Samir in de keuken staan. Hij is dingen aan het snijden en het ruikt er naar broodjes. Ik loop naar hem toe en leg mijn handen op zijn ogen. ‘Rara, wie ben ik?’ vraag ik. ‘Hmm, het allerliefste meisje dat nu in bed hoort te liggen’ lacht Samir. Hij draai zich om en slaat zijn armen om me. Hij kust me op mijn neus en kijkt me dan boos aan. ‘Jij gaat nu terug naar bed’ zegt hij dan. ‘Maar ik ben niet moe’ sputter ik tegen. Hij draait me om en geeft me een zacht duwtje. ‘Naar bed jij’ beveelt hij me dan. Ik zucht zachtjes maar verlaat dan wel de keuken om terug te keren naar onze slaapkamer. Ik trek mijn badjas uit en hang die op. Daarna kruip ik mijn bed weer in. Ik heb geen zin om mijn slaapkleding aan te trekken. Ik trek de deken over mijn lichaam. Ondanks dat ik niet moe ben voel ik me toch slaperig worden naar mate dat de tijd verstrijkt. Ik gaap en heb moeite om mijn ogen open te houden. Gelukkig hoor ik dan voetstappen op de trap en ik hoop dat ik van mijn verveling gered zal gaan worden. Er wordt op de deur geklopt, die dan langzaam opengaat. Ik zie Samir zijn hoofd verschijnen. Hij maakt de deur met zijn voet open en sluit hem dan mijn zijn schouder. In zijn handen heeft hij een groot dienblad. ‘Goedemorgen, prinses’ lacht hij. Hij komt naar me toegelopen en kust me op mijn voorhoofd. Hij zet het dienblad neer en gaat dan naast me op het bed zitten. Ik kom omhoog en houd de deken om mijn lichaam, omdat ik het anders koud zal krijgen. Hij pakt een croissantje en voert die aan mij. ‘Je bent echt een schatje’ giechel ik als we klaar zijn met elkaar voeren. Hij zet het dienblad op de grond en komt dan naast me liggen. Ik begraaf mijn hoofd in zijn nek en voel zijn hete adem over me heen blazen. ‘Hou op met in mijn oor blazen’ giechel ik. Samir kijkt me onschuldig aan en kust me op mijn neus. ‘Ik zal nog eens lief voor je zijn’ lacht hij. Ik geef hem een zacht duwtje. Hij gaat rechtop zitten en buigt het bed uit en begint in het kastje te rommelen dat naast zijn bed staat. ‘Wat zoek je?’ vraag ik nieuwsgierig. ‘Niets’ mompelt Samir. Ik haal mijn schouders op en kus hem op zijn schouder. ‘Gevonden’ roept hij dan. Ik rol mijn ogen maar blijf stil.
Reageer (4)
En dan heb je nog van die mensen die lief en stalkerig zijn.
1 decennium geledenZOALS IK DUS *O*
Ach ja, sommige mensen zijn gewoon een soort van gay.
1 decennium geledenEn gemeen.
en rottig.
Nee echt waar.
1 decennium geledenStomme mensen ):
En dat terwijl je zo mooi en leuk schrijft.
Aantal x gelezen: 20 (waarvan 0 keer vandaag)
1 decennium geledenReacties:
Er zijn nog geen reacties op deze story.
EHM WTF?
waarom reageert niemand?
HET VERHAAL IS LEUK!
kut abo's heb je zeg.
stomme rot mensen ):