Smoke. [2]
Auraia Smith.
Mara neemt ook een slok van haar koffie. "Weet je, toen ik jou ontmoette had ik nooit gedacht dat je zo zou zijn." Ze grinnikt, diep in gedachten verzonken. "Waarom niet?" vraag ik dommig. "Je ziet er zo onschuldig uit." "Dat is ook mijn dekmantel." Mara grinnikt. Ik pak een sigaret uit mijn tas en steek hem op. Mara volgt mijn voorbeeld. "Ahum," klinkt er achter ons. Ik draai me om en kijk de medewerker droog aan. "Wat is er?" Hij wijst op het bordje, waarop staat dat roken verboden is. Ik zucht en sta op, pak mijn koffie en loop naar buiten. Mara loopt me achterna. "Ik snap niet wat al die mensen tegen rokers hebben. Discriminatie!" Ik schiet in de lach. "Lieve schat, het gaat niet om de rokers, maar alsnog. Je hebt wel een punt."
We staan op een hoekje te roken, als er een Hummer langs komt scheuren. Ik steek mijn middelvinger naar hem op. "Auraia, doe dat nou dan niet," zucht Mara, "Je krijgt er echt problemen mee, een keer." De auto remt af en er komen wat mensen op ons afgelopen. "Weg hier," zegt Mara. "Nee, ik wil hem even de waarheid zeggen. Door die idíoot zit mijn haar in de war en ik ben mijn sigaret kwijt. Nu mag hij een nieuwe betalen." Er komt een jongen van onze leeftijd op me afgelopen. "Wie denk je wel niet wie je bent, zomaar je middelvinger opsteken," zegt hij arrogant. "Door jou zit mijn haar in de war, en door jou ben ik mijn sigaret kwijt. Dokken, jonge," zeg ik fel. "Wow, rustig. Geef me je naam en adres wel en dan stuur ik je later wel een tientje." Ik trek mijn wenkbrauwen op. "Doe niet zo vreselijk ouderwets. Trouwens, waar sloeg dat eerste op?" Nu kijkt hij mij met opgetrokken wenkbrauwen aan. "Je weet wel wie ik ben hé?" "Ja tuurlijk, ik ken de hele bevolking van Amerika uit mijn kop, nou goed?" de jongen zucht. "Justin Bieber, popsensatie?" Ik rol met mijn ogen. "Ben jij dat? Oh nee, nu moet ik vast gillen omdat ik dé Justin Bieber ontmoet heb. Oh, sorry. Het was niet de bedoeling om je te beledigen." Mara trekt aan mijn arm. "Auraia, kom nou. Alsjeblieft. Je zit al genoeg in de problemen." Ik knik en loop met haar mee, totdat ik door Justin aan mijn arm wordt teruggetrokken. "Je denkt toch niet dat je zomaar van me afkomt?" vraagt hij arrogant. "Laat ik even bidden, hopelijk ziet God dan in hoe irritant je bent en laat hij mij gaan." Ons allebei vergaat dat hij mijn arm nog vastheeft, maar we worden eraan herinnerd door een lichtflits. "Ik zweer je, Bieber, als ik die foto ook maar terugzie, je gaat eraan."
Mara neemt ook een slok van haar koffie. "Weet je, toen ik jou ontmoette had ik nooit gedacht dat je zo zou zijn." Ze grinnikt, diep in gedachten verzonken. "Waarom niet?" vraag ik dommig. "Je ziet er zo onschuldig uit." "Dat is ook mijn dekmantel." Mara grinnikt. Ik pak een sigaret uit mijn tas en steek hem op. Mara volgt mijn voorbeeld. "Ahum," klinkt er achter ons. Ik draai me om en kijk de medewerker droog aan. "Wat is er?" Hij wijst op het bordje, waarop staat dat roken verboden is. Ik zucht en sta op, pak mijn koffie en loop naar buiten. Mara loopt me achterna. "Ik snap niet wat al die mensen tegen rokers hebben. Discriminatie!" Ik schiet in de lach. "Lieve schat, het gaat niet om de rokers, maar alsnog. Je hebt wel een punt."
We staan op een hoekje te roken, als er een Hummer langs komt scheuren. Ik steek mijn middelvinger naar hem op. "Auraia, doe dat nou dan niet," zucht Mara, "Je krijgt er echt problemen mee, een keer." De auto remt af en er komen wat mensen op ons afgelopen. "Weg hier," zegt Mara. "Nee, ik wil hem even de waarheid zeggen. Door die idíoot zit mijn haar in de war en ik ben mijn sigaret kwijt. Nu mag hij een nieuwe betalen." Er komt een jongen van onze leeftijd op me afgelopen. "Wie denk je wel niet wie je bent, zomaar je middelvinger opsteken," zegt hij arrogant. "Door jou zit mijn haar in de war, en door jou ben ik mijn sigaret kwijt. Dokken, jonge," zeg ik fel. "Wow, rustig. Geef me je naam en adres wel en dan stuur ik je later wel een tientje." Ik trek mijn wenkbrauwen op. "Doe niet zo vreselijk ouderwets. Trouwens, waar sloeg dat eerste op?" Nu kijkt hij mij met opgetrokken wenkbrauwen aan. "Je weet wel wie ik ben hé?" "Ja tuurlijk, ik ken de hele bevolking van Amerika uit mijn kop, nou goed?" de jongen zucht. "Justin Bieber, popsensatie?" Ik rol met mijn ogen. "Ben jij dat? Oh nee, nu moet ik vast gillen omdat ik dé Justin Bieber ontmoet heb. Oh, sorry. Het was niet de bedoeling om je te beledigen." Mara trekt aan mijn arm. "Auraia, kom nou. Alsjeblieft. Je zit al genoeg in de problemen." Ik knik en loop met haar mee, totdat ik door Justin aan mijn arm wordt teruggetrokken. "Je denkt toch niet dat je zomaar van me afkomt?" vraagt hij arrogant. "Laat ik even bidden, hopelijk ziet God dan in hoe irritant je bent en laat hij mij gaan." Ons allebei vergaat dat hij mijn arm nog vastheeft, maar we worden eraan herinnerd door een lichtflits. "Ik zweer je, Bieber, als ik die foto ook maar terugzie, je gaat eraan."
Er zijn nog geen reacties.