Welkom op Zweinstein!
We gingen in kleine bootjes zitten, Draco aan mijn linkerkant, Kaitlynn vastgeklampt aan mijn rechter. Sinds ze een keer bijna is verdronken, heeft ze een enorme watervrees. Tegenover ons zaten Korzel en Kwast, ze zagen er niet bepaald snugger uit. ongeveer halverwege begon Korzel te grijnzen. ‘Jullie zijn een tweeling!’ Ter wijl ik me afvroeg wat hij daar precies mee bedoelde, sloeg Draco zich voor zijn hoofd. ‘Jezus, zeg me alsjeblieft niet dat je dat nú pas door hebt!’ Korzel keek naar zijn schoenen. Blijkbaar wel.
We stapten uit, onze koffers werden alvast naar de opslag gebracht. Draco ging naar de Zwadderichafdeling om zijn schooluniform te halen, hij was tenslotte vorig jaar al ingedeeld. Ik liep met hem mee tot de laatste gang, waar hij naar rechts moest en ik naar links. ‘Ik ga je missen, weet je.’ Ik keek hem niet-begrijpend aan. We waren hier toch samen? ‘Nou, jij komt in Griffoendor, ik zit in Zwadderich. We zullen niet veel lessen samen hebben en ’s avonds zitten we op andere afdelingen. Dus ik zal je niet zo vaak meer zien.’ Daar had ik nog geeneens aan gedacht. Balen. Hij gaf me een kusje en ging naar zijn kamer. Ik liep samen met Kaitlynn mee met de horde eerstejaars. We moesten in een lange rij gaan staan, uren duurde het. Toen ik bijna aan de beurt was, kon ik de grote zaal al zien. Ongeveer halverwege aan de Zwadderichtafel zag ik Draco zitten. Hij knipoogde naar me toen hij me zag. ‘Alicia Stargazer!’ Ik liep naar voren en ging zitten. Er werd een hele smerige muts op mijn hoofd gezet, dit was ongetwijfeld de sorteerhoed. ‘Mhmm, interessant! Moedig, maar heeft grote geheimen. Kan goed stiekem doen en dongen verbergen, oh, en zeer ambitieus! Jij komt in Zwadderich!’ Okee, dat wist ik a- Wacht eens even, zei die nou Zwadderich!? Mijn ogen werden groter terwijl ik opstond en richting de Zwadderichtafel liep. Daar ging ik langzaam naast Draco zitten, die me met open mond aanstaarde. Oké, ik ben niet altijd even aardig, maar dit zag ik echt niet aankomen. ‘Uhh… Nou, welkom dan maar, denk ik..’ stamelde Draco. ‘Kaitlynn Stargazer!’ Kaitlynn stond op het podium, ze werd vooruit geduwd. Ze was mogelijk nog geschokter dan ik. ‘Ah, net als je zus moedig, rechtvaardig, eerlijk en van goede afkomst! Griffoendor!’ Ho, ho, ho! Hoezo was Kaitlynn wel een Griffoendor en ik niet? Waar slaat dit op? Toen de ceremonie voorbij was werden we naar onze afdelingen geleid. Ondertussen was Draco hersteld van de schok, hij was echt superblij dat we in dezelfde afdeling zaten. Ik ging naar mijn kamer, waar mijn spullen en Villa al stonden. Terwijl ik op mijn bed ging zitten, wat overigens ontzettend groot was, hoorde ik wat in de badkamer. Terwijl ik ernaartoe liep zag ik een meisje verschijnen die tig potjes en flesjes op één plankje probeerde te krijgen. Toen ze zich omdraaide viel de helft ervan af, wat ze allemaal heel kunstig opving door een bakje met haar voet heen en weer te schuiven over de vloer. En dat terwijl ze me recht in mijn ogen aankeek. Ze lachte met haar hazelnootbruine ogen en haar korte, bruine haren wapperden in de wind toen ze me gedag zei. ‘Hoii, ik ben Mariëlla, maar noem me maar Mary. Wie ben jij? En oh, je ogen zijn zo mooi!’ Ze was verbazingwekkend opgewekt en aardig. Tenminste, voor het beeld dat ik van Zwadderaars had. ‘Ik ben Alicia, en, uh, dankje!’ Ze trok me mee op haar bed. ‘Ik zag dat je naast Draco zat aan tafel, leuk is ‘ie hè?’ Patty, Mary.. Volgens mij is Draco hier aardig populair. ‘Ja, hij is mijn vriendje.’ Ze ging naar achteren zitten en ontwikkelde onweerstaanbare puppyoogjes en een pruillipje. Haar grote ogen leenden zich prima voor schattigheid. ‘Aww, jammer… Ach, er zijn nog genoeg leuke jongens over!’ Nou, die is ook niet bepaald lang verdrietig. ‘Oh, wat ben ik blij dat jij er bent zeg! Tot nu toe zat ik alleen op deze kamer, zo ongezellig! Wat is dat?’ Ze stond op en liep naar de hoek van de kamer, waar Villa’s kooi stond. ‘AAA-Hiii!!’ Fijn, nou zit ik op een kamer met iemand die bang is voor slangen. ‘Wat is ‘ie leuuuk!!!! Hoe heet ‘ie? Mag ik hem aaien? Ah toeee??’ Wacht even, zei ze nou leuk? Ietwat verbaasd liep ik naar haar toe en deed ik de kooi open. ‘Tuurlijk, Villa houdt wel van aandacht. Zo lang je mij niets aandoet is hij hartstikke lief. Uhm, zou hij los mogen in de kamer? Die kooi is zo klein, weet je wel…’ ‘Ik wilde net hetzelfde aan je vragen, ik houd van slangen! Villa is een leuke naam voor een slang zeg, hoe heet je uil?’ Ik heb helemaal geen uil, hoe- Shit, dat was ik helemaal vergeten! Een uil! ‘Ik ben helemaal vergeten een uil te kopen.’ Ze lachte me midden in mijn gezicht uit. ‘Da-hat is e-echt heel stom van je we-weet je!’ ‘Alsof jij daarnet zo handig was met al je potjes en flesjes!’ hikte ik. ‘Touché,’ grijnsde ze. Ik heb het vermoeden dat we hele goede vriendinnen gaan worden, als het na tien minuten al zo gezellig is. Gelukkig zit ik niet bij iemand als die Patty, ze zag er op de gang uit als een typische Zwadderaar. Onschuldige eerstejaars vervloeken, gatver. ‘Kom op, laten we je schoolkleding gaan halen.’ In eerste instantie vroeg ik me af hoe ze wist dat ik een eerstejaars was, maar toen bedacht ik me dat ze ook aan de grote tafel zat. Ze zat te kibbelen met een zwartharige jongen. Ik zal haar later eens vragen wie dat was. We liepen naar de grote hal, waar de schoolkleding werd uitgedeeld. Ik pakte mijn stapeltje aan. Wat een ontzettend saaie kleding zeg! Ik ben geen modetutje, maar er zijn grenzen. Ik zocht nog naar Draco, maar kon hem nergens vinden. Toen we terug waren bij onze kamer en ik de deur opendeed, probeerde Villa te ontsnappen. ‘Terug jij! Je mag niet buiten deze kamer komen tenzij ik het zeg!’ Villa kronkelde terug, zo mijn bed in. Ik legde mijn kleding op mijn nachtkastje en ging naast hem zitten. Toen ik opkeek, zag ik dat Mary nog in de deuropening stond. Ze leek wel bevroren. ‘Is er wat..?’ Ze schrok wakker, staarde me aan en liep toen naar me toe. ‘Je spreekt Sisseltong…’ Sisseltong? Heet het zo als je met slangen kan praten? ‘Bedoel je wat ik net tegen Villa zei?’ Ze knikte langzaam. ‘Ben je familie van… Jeweetwel..?’ Jewe- Oh, ze bedoelt Voldemort! Nou, ik snap waarom ze zo schrok. Ik zou ook niet erg lichtzinnig reageren als ik ‘zijn’ familie zou leren kennen. ‘Wees gerust, ik ben totaal niks van hem. Had hij maar nooit bestaan.’ Ik keek naar mijn voeten, Villa kronkelde langzaam mijn schoot op. ‘Hij heeft een dierbare van je vermoord, hm? Ik zeg het niet graag, maar je móet één of andere band met hem hebben- je spreekt niet voor niets Sisseltong.’ Hoe wist ze dat, wat bedoelt ze met band? ‘Hij heeft mijn moeder vermoord, ja. Maar hoe zou ik dan een band met hem moeten hebben?’ ‘Als ik jou was zou ik het uitzoeken, het is het weten waard!’ Ze heeft wel een punt- ik bedoel, de ‘Heer van het duister’. Da’s niet Piet van de hoek! ‘Ik weet niet zeker of ik dat wel zo graag wil weten…’ Ze knuffelde me. ‘Zo erg zal het vast niet zijn, ben je veel te lief voor!’ Ik keek op mijn nieuwe kettingklokje, alweer bijna zes uur. Eten. ‘Hoe kom je aan zo’n mooie Tijdspendant? Die zijn hartstikke zeldzaam en onbetaalbaar!’ Tijdspendant, hm? Ik moet niet vergeten dat ene boek nog eens op te zoeken, het lijkt me supergaaf om tijd te reizen. ‘Hij was van mijn moeder. Kom op, laten we gaan eten- ik sterf zowat van de honger!'
Reageer (1)
snel verder
1 decennium geleden