Foto bij 04- Bye Bye

Natuurlijk had ik moeten verwachten dat ze me te snel af zouden zijn. Felix had me willen stoppen, toen ik de deuren opende stond hij ervoor, maar Marcus zei dat hij aan de kant moest gaan voor me. Hij kon niet anders, maar eigenlijk wou hij het niet. Ik weet niet wat ze beslist hebben, het kan me niet schelen. Ik wil dat ik hier even weg kan. Het is normaal dat mijn beeld van de Volturi anders is omdat ik er mee opgegroeit ben, maar dit had ik nooit verwacht. En ik had niet verwacht dat Marcus er nooit tegenin zou gegaan zijn. Ik zat op mijn bed, rond te kijken naar mijn kamer, mezelf afvragend wat ik zou doen. Ik wist dat ik tijd nodig had om dit alles te verwerken en dat zoiets niet kon terwijl ik Aro, Marcus en Caius de hele tijd zag, want zo zou ik niet normaal kunnen denken. Ik slenterde door de gangen op zoek naar een koffer, als ik vertrok, wou ik het goed doen. Ik wist ook niet hoe ik hier weg zou komen, en waar ik heen zou gaan, maar ik zou er wel iets op vinden, iets creatiefs. en ik had nog geen enkel idee. Ik kwam Felix tegen, vreemd genoeg ging hij traag genoeg dat ik hem kon zien, hij ging op een menselijk tempo wat niet echt van zijn gewoonte was. 'Zoek je iets?' vroeg hij. 'Een koffer of reistas.' zei ik stroef. Meteen was hij weg, ik beet op mijn lip, maar nog voor ik me had kunnen omdraaien, kwam hij terug met een soort van grote schoudertas. 'Ik weet het, het is niet de mooiste en misschien niet hetgene wat je verwachte maar ...' ik gaf hem de kans niet om zijn geklaag af te maken. 'Het is precies wat ik nodig heb, Bedankt Felix.' Ik gaf hem snel een knuffel en liep terug naar mijn kamer. Ik ritste de zak open, er zat een briefje in. Ga niet wegMisschien onverwacht, maar wel lief. Ik nam het briefje weg en legde op mijn bed.
Ik was nooit de beste geweest in koffers pakken, en het zag er niet naar uit dat het niet zou veranderen, dus propte ik alles maar samen in de tas. Net op het moment dat ik mijn tas wou nemen, kon ik ze niet meer zien liggen. Ik weet niet naar wie, maar ik stak mijn hand uit. toen ik mijn tas nog steeds niet terug kreeg, draaide ik me om. Jane stond uitdagend voor me, met mijn tas in haar hand. 'Geef alsjeblieft terug.' zei ik zonder de bedoeling om vriendelijk of beleeft te zijn. ze had daar blijkbaar geen zin in. 'Weet je, ik zou je zo kunnen tegenhouden. of je overhalen om hier te blijven. ik kan je ook de hele tijd op de hielen zitten en iedere keer dat het mis gaat, of anders dan je wilt, een opmerking maken dat het hier beter is.' zei ze. ik vond dat ze er nogal dreigend uitzag. Ik wist niet echt hoe ik hier op moest reageren, Jane had nog nooit echt gemeen gedaan, en nu probeerde ze me te intimideren zodat ik zou blijven. 'Probeer je me bang te maken?' vroeg ik. 'Absoluut niet, want dat gaat ze ook niet doen. Ga, Jane.' hoorde ik Marcus zeggen. en dan was ook hij in mijn kamer. Met een emotieloos gezicht zette ze de tas weer op mijn bed en verdween. Marcus zat naast mijn tas. 'Zeker?' vroeg hij. Ik knikte, hij zuchtte. 'Je hebt Caius' koppigheid over genomen, ik vrees voor de rest van je karakter.' zei hij lachend. Ik lachte ook, al wist ik niet of dit er het geschikte moment voor was. 'Wel, als je ons zoekt, we zijn in de grote zaal. Aro wil je nog even zien, denk ik. en hoeveel hij ook zal zeggen van niet, Caius zou er moeite mee hebben als je geen afscheid van hem nam.' zei hij. Ik knikte weer, maar kon even niets uitbrengen. er zat iets in de weg in mijn keel. meteen was hij weg. ik keek nog even rond in de vertrouwde kamer, en het mag je verbazen, maar er stond een foto van Aro, Marcus en Caius in die ik bijna vergeten was. ik schudde mijn hoofd en propte hem in mijn overvolle tas. er zaten ook nog foto's van Jane, Alec, Dimitri en natuurlijk Felix.
Ik nam mijn tas op en ging voor waarschijnlijk de laatste keer in lange tijd naar de grote zaal en het verbaasde me niet dat de drie oudsten er waren, achter hen stonden Alec, Jane, Felix en Dimitri. ik stond maar wat in de deuropening te staan want ik wist niet echt hoe ik moest reageren, hoe ik me moest gedragen, of wat ik moest zeggen. Aro verloste me uit mijn lijden door plots mijn hand te nemen en me de zaal in te leiden. Geen van hen leek echt emoties te tonen. Caius keek me aan.'Dus je hebt echt beslist om te gaan?' vroeg hij, ik knikte. Hij keek heel even naar de tas en toen naar Felix achter hem. die stond zo stil als een soldaat die wacht op een bevel. hij zei er niets van maar het was duidelijk dat hij wist van wie de tas eigenlijk was of hoe ik eraan gekomen was. Plots stond Aro weer voor me, wachtend op een knuffel. Ik gaf hem er een, en ook Marcus. Caius leek even te twijfelen en ik had het niet verwacht, maar ook hij gaf me een knuffel. Ik wist niet echt wat ik moest zeggen, maar blijkbaar was dat niet nodig. 'Kom snel terug, kleintje. je hebt me nog niet lang genoeg kunnen irriteren.' zei hij met een klein glimlachje. iedereen keek verbaast zijn richting uit, Aro leek er niet van te schrikken. 'Ik zal zien wat ik kan doen.' zei ik zacht. heel even was er een sentimenteel moment, en het was ook meteen weer over. Aro verzette zich even en kuchte. 'Welke weg ga je uit?' vroeg hij. 'Ik weet het nog niet, ik denk dat ik me laat leiden door het lot.' Aro knikte. 'Ben ik juist als ik vermoed dat het lot je richting noordwest Amerika leidt? Richting Forks?' ik overwoog het idee en knikte. 'zou kunnen.' zei ik. hij knikte. 'Wil je dit dan meenemen? Het is niet erg groot of zwaar en dus geen ballast voor je reis. Geef hem alsjeblieft alleen maar aan Carlisle, en als dat niet kan omdat er een ernstige reden is -mocht hij zonder ons medeweten deze wereld verlaten hebben- geef hem dan aan Edward, Bella of Alice. Of diegene die de clan heeft overgenomen. Mag ik dan wel van je vragen om hem niet te openen of te lezen?' zei hij. het viel me op dat zijn gezicht betrok toen hij het over de ernstige redenen had. Misschien gaf hij wel om zijn vrienden, of hij kon goed acteren, wat waarschijnlijk ook het geval was. hij gaf me de brief en ik stopte hem zo zorgvuldig mogelijk in mijn tas.'GOed, ik zal hem niet openen, maar afgeven in uw naam.'
'Vergeet deze niet.' zei Jane plots van achter me. In haar hand had ze een paar kettingen met hangertjes. De ene was van zilver met het teken van de Volturi als hanger, iets wat ik soms droeg als ik buiten rondliep, buiten volterra. Felix nam het van Jane en hing het rond mijn nek. 'Als iemand van de tweede (de bovennatuurlijke) wereld je iets wil aandoen, zorg dat hij of zij op zijn minst je ketting heeft gezien. Dan weten ze dat ik achter hen aankom, of ze zouden zich kunnen bedenken. ' Het verbaasde me om zoiets van Caius te horen. Daarna deed Jane me de tweede ketting om, minder opvallend dan de eerste, maar groter. Het was een vierkant dat ik kon openklappen. aan de ene kant zat een foto van Marcus, aro en Caius, op de andere een van Jane, Alec, Felix en Dimitri. 'Opdat je ons niet zou vergeten.' zei Aro. Ik knikte maar wist niet echt wat ik moest zeggen. 'Dan ga ik maar.' zei ik en toen ik me omdraaide hoorde ik Jane op een opstandig toontje 'Dag!' roepen. Ik had de neiging om te blijven staan, maar liep toch door.
Het was fel licht buiten, en ik was er niet meer aan gewend, maar het had zijn voordelen. Zo was ik zeker dat ik de eerste uren met rust zou gelaten worden door Jane of een van de anderen. Maar... waar nu heen?

Reageer (3)

  • Rakish

    owkee, ik ben pas hier. ik moet nog heel veel lezen. het is een zuper leuk verhaal! en dus word ik abbo en lees ik een andere keer verder!

    1 decennium geleden
  • JckSparrow

    @Krankkiwi
    Omdat ik het nu pas lees ;p

    1 decennium geleden
  • Phlegethon

    Waarom reageerd niemand op dit verhaal?

    1 decennium geleden

Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen