Hoofdstuk 6

Op een gegeven moment hoor je een geluid, je vraagt je af wat het is. Het lijkt op een piepend geluid, het komt achter uit de winkel, zou er dan nog iemand zijn? ‘Is er nog iemand hier aanwezig?’ vraag je zachtjes aan de kassa jongen. De kassa jongen schud van nee, volgens hem komt er over 3 uur pas iemand die dan zijn werk over neemt. De baas kon het ook niet zijn, dus wie is het. De kassa jongen zegt dat het uit het magazijn komt. Je hoort de man nog praten buiten dus je waagt het erop een probeert de gene in het magazijn te bereiken, je hoort de deur open gaan. Op dat moment zie je het haar van je dochtertje, het mooie lange blonde haar wat je van jou heeft, met haar lievelingsstrik in. Ze mocht die strik speciaal in omdat het vandaag een bijzondere dag voor haar zou zijn, vandaag zou ze eindelijk haar verassing krijgen waar ze al een paar maand op moest wachten. Je vindt het heel sneu voor haar dat het dan net vandaag weer zo’n stomme dag moest zijn, ze was opgestaan met een glimlach want vandaag was het dan zo ver. Je probeert je dochtertje te vertellen daar te blijven, je dochtertje is slim genoeg en snapt het meteen, de man kon elk moment terug komen. Zoals je het al verwacht had hing de man op en kwam terug de winkel in. Op dat moment sloot je dochtertje de magazijndeur, de man kwam met een versnelde pas terug en met een woedende blik ‘wie was dat?’ schreeuwde hij kwaad. Je wordt helemaal klam en denkt bij jezelf “onee zo meteen gaat hij er nog naar toe ook, en zeker weten doet hij haar dan wat aan”. Je probeert je stil mogelijk te houden, en geen enkel geluid te maken. De man loopt naar het magazijn toe, en begint wild aan de deur te trekken. ‘Geef me de sleutels’ zegt de man als hij terug loopt naar de kassa jongen en mij. De kassa jongen probeert de sleutels te pakken, hij doet dit zo langzaam mogelijk. Hopelijk kan Anouk Lisa’s dochtertje nog snel vluchten of zich verstoppen. Het duurt de man allemaal wat te lang, hij bukt zich en trekt de sleutels van de broek van de kassa jongen af. Hij loopt met een snelle pas weer naar het magazijn, en opent de deur. Op het moment dat de deur open gaat hoor je iets vallen. Het moet uit het magazijn komen. De man doet de deur helemaal opent en schreeuw ‘haa, nu heb ik je’, het gebulder wordt vervolgt met een gil