Hoofdstuk 5

Nu wordt de kassa jongen nog bozer en schreeuwt nog eens. Pas als je help begint te roepen dringt het tot de kassa jongen door. De kassa jongen loopt op de man af en vraagt hem vriendelijk uit haar buurt te blijven. Het dringt alleen niet door tot de man, dit keer probeert de kassa jongen het met een wat schreeuwerige stem. De man wordt boos en duwt de kassa jongen op de grond, je voelt je nu nog kleiner en doet nog een stap achteruit waardoor je ten val komt. Je valt in een schap, het doet nogal pijn maar die pijn kan je nu wel verdragen. De man pakt uit het schap een stuk touw, hij bind jou en de kassa jongen aan elkaar vast en vervolgens om een tafel. ‘nu alleen dit kleine meisje nog uit de wegruimen’ zegt de man en tilt je dochtertje op en loopt langzaam weg. Paniekerig begin je te schreeuwen, maar de man laat je dochtertje niet los. Je kan nog net zien dat de man je dochtertje de wc in duwt, je dochtertje gild aan een stuk door, opeen is ze stil en komt de man weer naar buiten. De man loopt door naar buiten naar de parkeerplaats en je probeert je dochtertje te bereiken. Na enkele minuten krijg je door dat het allemaal geen zin heeft, en komt de man weer terug. ‘Ik blijf jullie in de gaten houden’ zegt de man gruw. Op dat moment gaat zijn telefoon af en neemt de man op, de man heeft echter geen bereik dus loopt naar buiten om daar te bellen. Je probeert een oplossing te vinden maar je weet niks, je vraagt de kassa jongen maar hij is net zo radeloos als dat jij bent. Nogmaals probeer je je dochtertje te bereiken, maar weer geen gehoor. Het is beangstigend stil binnen in het benzinestation, af en toe hoor je de man praten maar dat gaat steeds van hard naar zacht en weer naar hard. Je weet dus ook niet of hij jullie in de gaten houd. Je kunt er op wagen een kijkje te gaan nemen, maar je houdt je in. Het is tenslotte veelte gevaarlijk om ook maar een beweging te maken.