Hd. 23: Her whisper is the lucifer.
“De stekker eruit trekken?” De pijn was duidelijk af te lezen in het verwrongen gezicht van Yo Seob. “Waarom?” Er valt een korte stilte. Ik bestudeer Yo Seob’s gezicht en zucht.
“Ik heb geen idee,” breng ik wat ongemakkelijk uit. Ik had de jongen zo graag een antwoord willen geven. Gewoon om hem gerust te kunnen stellen, hem te kunnen vertellen waarom het zo zou moeten lopen.
Yo Seob recht zijn schouders en kijkt me strak aan. “Je hebt hen toch geen toestemming gegeven, hé?” Zijn stem kraakt lichtelijk door de tranen die hij binnen probeert te houden.
Ik schrik van zijn vraag, vertrouwt hij me niet? “Natuurlijk niet! We hadden afgesproken om voor haar te vechten, weet je nog? Ik weet zeker dat ze er overheen komt, en als ze…” Ik staar even gepijnigd uit het raam, niet wetend hoe ik mijn zin af zou moeten maken. Honderden woorden glijden door mijn hoofd, maar geen van hen is goed genoeg.
“Als ze er niet overheen komt, zou dit zijn wat ze zou willen. Dat we voor haar vechten, haar hand beet pakken en deze niet meer laten gaan,” vult Hyun Seung mijn woorden bij. Hij staat nonchalant tegen de deur aan geleund met twee koppen stomende chocolade melk in beide handen. Zijn woorden passen perfect bij mijn gedachtegang. Waren precies de woorden die ik niet had kunnen uitspreken. Ik kijk hem even dankbaar aan wanneer hij met langzame stappen naar ons toe komt lopen en ons de mokken overhandigt. Hij drukt een vederlichte kus op mijn voorhoofd. De soort kus die blijft nabranden, hoewel zijn lippen al tijden van mijn tedere huid verwijdert zijn. Ik neem een klein slokje van de chocolademelk en zucht.
Niemand heeft nog het lef om enig woord uit te spreken, hoewel er bij ieder van ons honderden woorden op ons hart brandt. Ik staar bedenkelijk naar Hyun Seung. Hoewel zijn woorden me op de juiste plek hadden weten te raken, hadden ze nog steeds geen antwoord gegeven op Yo Seob’s vraag. Het was nog steeds onduidelijk waarom ze haar uit het coma wilden halen, haar willen laten sterven.
Bedenkelijk staar ik naar Hyun Seung, die wat lastig naar me terug lacht. “Bezuinigingen”, fluistert hij dan zachtjes, alsof hij mijn gedachten kan lezen, “ze hebben niet genoeg plaatsen en kicken er mensen uit. Aangezien Manouk’s overlevingskans klein is, is zij dus een van de eersten die ze er uit willen werken.”
De tranen die al dagen achter mijn ooghoeken prikten, stromen nu als een waterval over mijn wangen heen. Het idee dat mensen mijn beste vriendin wilden laten sterven om puur egoïsme vormde een groot zwart gat in mijn hart.
Beschermend sloeg Hyun Seung zijn armen om mijn schokkende lichaam, een waardeloze poging om me te troosten, weliswaar.
Er zijn nog geen reacties.