Foto bij Hd. 22: Her whisper is the lucifer.

Lein pov:

Omdat ik van Manouk, Anneleen en al mijn lezertjes hou. Reacties zijn meer dan welkom! <3

Weken streken voorbij en Manouk had inmiddels nog steeds geen vooruitgang geboekt. Terwijl we wachtte veranderde de minuten in seconden en de seconden in jaren. De gezichten van de doktoren sneden iedere keer wanneer ze de kamer betreden als messen in ons hart. Ook nu stonden de tranen in mijn ogen.

Ik werp een blik op het lijkbleke gezicht, wat roerloos op het hoofdkussen ligt. “Natuurlijk is het jullie keus, en wij zouden deze hoe dan ook respecteren. Maar de kans op overleving is maar klein en we willen jullie geen valse hoop geven.”
Het liefst had ik willen huilen, op willen springen en de man wat aandoen, maar in plaats daar van pers ik mijn lippen als een strakke streep op elkaar en probeer ik mijn gezicht in bedwang te houden. “Ik zal het overwegen,” breng ik wat moeilijk uit.
De doktor staat wat moeilijk naast het bed, verplaatst zijn gewicht een aantal keer nerveus van het linker naar het rechter been, alsof ik hem niet het gewenste antwoord heb gegeven. De spanning in de kamer klampt zich aan me vast. Verwurgt me en beneemt me mijn adem. “Ik zal de formulieren vast op de tafel neerleggen, dan…”
“Ik zei dat ik het zou overwegen, die formulieren zijn nergens voor nodig!” snauw ik de man toe. Als blikken konden doden, was deze man terplekke op de grond neergevallen. Tot mijn grote teleurstelling was het enkel een spreekwoord. De man negeert mijn woorden alsof hij Oost-Indisch doof is en legt het formulier op het kleine bijzet tafeltje naast het bed. Ze branden in mijn ooghoeken en doen pijn, maar ik forceer mezelf er geen aandacht aan te besteden en richt mezelf weer op Manouk. Ik hoor de deur achter me dicht slaan, wat aangeeft dat hij de ziekenzaal eindelijk heeft verlaten.

Ik neem Manouks warme hand in mijn handen, sterker dan me voor lief is, maar ik kan mijn krachten niet in bedwang houden. De warmte die van haar hand afkomstig is voelt vertrouwt aan, laat me bijna denken dat ze zowel geestelijk als lichamelijk aanwezig is in de benauwde kamer. “Ik zou je nooit laten gaan…” breng ik met een zachte fluistering uit, “Hoe erg ze het me ook opdringen, ik zal voor je vechten. Geloof me.”
Ik buig voorover en druk een vriendschappelijke kus op haar voorhoofd. Dan gris ik het formulier van de bijzet tafel af, verscheur deze en werp het per direct in de vuilnisbak.

Er zijn nog geen reacties.


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen