jaja, ik ben verslaafd aan reacties
dus... raad eens hoe je mij verder kunt laten gaan?

De Cullens waren er al toen we binnen kwamen, en aan hun gezichten te zien hadden ze mijn geschreeuw gehoord.
“Alles geregeld, dames?”, vroeg Aro.
“Ja”, zeiden zowel ik als Jane.
“Goed. Prinses, haal jij onze gevangenen even?”
“Natuurlijk Aro”, knikte ik. Ik liep de zaal uit.

Alice, Jasper en Theresa zaten allemaal afzonderlijk opgesloten, een heel eind van elkaar.
“Vincenza, is er al een beslissing genomen?”, vroeg Jasper meteen.
“Ja”, glimlachte ik. “Kom mee.” Ik opende de cel, en Jasper kwam rustig mee terwijl we Theresa gingen halen.
“Vincenza!”, riep ze toen ze me herkende. “Hoe lang moet ik hier nog zitten?”
“Ik denk dat je hier al lang genoeg gezeten hebt”, glimlachte ik, en haalde ook haar uit de cel. Alice stond ons al lachend op te wachten toen we aankwamen.
“Hoi, zullen we maar snel gaan?”, grijnsde ze.
“Kom maar mee”, knikte ik.

“Welkom”, sprak Aro, toen we de zaal in liepen. Theresa leek bang te zijn, en ook Jasper was wel wat zenuwachtig. Alice daarentegen wist al wat er ging gebeuren, en toonde geen spoortje angst. Ook de andere Cullens waren zenuwachtig. “Mijn broeders en ik hebben een besluit genomen. Alice, Jasper en Theresa zullen niet vrijuit gaan”, ging Aro verder. Theresa kroop in de veilige armen van haar broer.
“Rustig maar”, suste Jasper. “Ik bescherm je.”
“We hebben besloten jullie een keuze te geven”, vervolgde Aro kalm. “Jullie hebben drie opties. Ten eerste kunnen jullie er voor kiezen te sterven. Maar het zou me ten zeerste verbazen dat jullie daarvoor kozen.” De Cullens zwegen. Theresa werd nog banger.
“Aro, waarom ga je niet gewoon door?”, vroeg ik na een tijdje.
“De tweede optie die jullie hebben is je bij ons aansluiten. Als laatste optie kunnen jullie naar huis. Maar daar zijn wel strenge voorwaarden aan verbonden. Iemand van ons gaat een jaar lang met jullie mee, en daarna zullen jullie ook nog regelmatig controles krijgen. Als er ook maar iemand van jullie familie betrapt wordt op iets dat niet kan, rukken we zonder pardon jullie koppen af.” De Cullens keken elkaar stomverbaasd aan. Uiteindelijk vroeg Carlisle:
“Wie zou er dan met ons meegaan? Je moet weten dat de wolven die naast ons wonen niet zomaar iedereen in de buurt dulden. Degene die eventueel meekomt zal zich daar aan moeten aanpassen, en op dieren jagen in plaats van mensen.”
“Tenzij jullie iemand anders weten waarvan je denkt dat die bereid is mee te gaan, kom ik mee”, zei ik kalm.
“We willen even overleggen met de hele familie”, zei Carlisle kalm. “Kan dat?”
“Jullie kunnen gebruik maken van de zaal hiernaast, maar Vincenza gaat met jullie mee zodat jullie niet proberen ontsnappen”, zei Aro. Samen met de Cullens liep ik de zaal in.

“Ik wil niet dood”, snikte Theresa bang.
“Dat hoeft niet”, troostte Jasper. “We hebben drie opties, weet je nog?”
“Maar we kunnen toch niet hier blijven?”, zei Theresa.
“Liever niet, inderdaad”, zei Alice. Ze keek Carlisle aan.
“Ik denk dat de beslissing al genomen is”, zei Carlisle. “Vincenza komt met ons mee.”
“Graag”, glimlachte ik.
“Maar dat betekend dat we iedereen in gevaar brengen”, schrok Theresa.
“We zijn niet van plan iets verkeerd te doen”, zei Edward. Hij keek me aan. “Maar je moet beloven geen enkel mens te doden, anders hebben we een probleem.”
“Ik zal mijn best doen, maar jullie zullen me moeten helpen”, stemde ik in.
“Goed”, knikte Carlisle. “Heeft er iemand van jullie bezwaar tegen deze oplossing?”
“Rosalie misschien”, zei Bella zacht.
“Ik bel even naar huis”, zei Carlisle. Hij pakte zijn gsm.

“Carlisle, waar zijn jullie?”, hoorde ik een bange Emsé.
“Rustig, Esmé”, suste Carlisle. “We zijn bij de Volturi.”
“Maar jullie hebben niets misdaan!”
“Aro, Caius en Marcus denken daar anders over. In hun ogen zijn Theresa, Alice en Jasper schuldig.”
“Wat! Nee, alsjeblieft, ze mogen hen niet…”
“Kalm, Esmé”, onderbrak Carlisle haar streng. “Aro heeft hen een keuze gegeven. Ze hebben drie opties. De eerste optie, sterven, is uitgesloten. De tweede optie is dat ze zich bij de Volturi aansluiten, maar dat willen ze niet.”
“Logisch”, gromde Esmé.
“Inderdaad”, zei Carlisle. “We hebben ook nog een derde optie. Maar heel de familie moet het er mee eens zijn.”
“Welke dan?”, hoorde ik Esmé vragen.
“Ze kunnen terug mee naar huis komen”, zei Carlisle. “Maar daar hangen strenge voorwaarden aan vast.”
“Natuurlijk doen we dat.”
“Je weet niet eens welke voorwaarden er zijn”, zuchtte Carlisle. “Heel de familie zal in de gaten worden gehouden. Als iemand van ons iets verkeerd doet, moeten we zonder pardon sterven. Bovendien komt er een jaar lang iemand van de Volturi bij ons wonen om ons in de gaten te houden. En daarna krijgen we ook nog regelmatig controles.”
“Dat is goed, zolang ze maar naar huis komen”, zei Esmé meteen.
“Esmé, ik wil dat iedereen van de familie akkoord is. Is Rosalie het er mee eens?”
“Ja”, zei ze, na een korte aarzeling. Ik vermoedde dat er intussen een kort overleg gepleegd was.
“En Renesmee?”, vroeg Carlisle.
“Ja”, zei Esmé, deze keer sneller.
“En Jacob?”, vroeg Carlisle nu streng. Het duurde een tijdje voor er antwoord kwam.
“Nee”, fluisterde Esmé zacht. Ik kon het amper verstaan.
“Geef hem eens door”, zei Carlisle.
“Ja?”, hoorde ik een norse stem.
“Je bent het er niet mee eens dat iemand van de Volturi bij ons komt wonen?”, vroeg Carlisle.
“Nee”, gromde Jacob. “Die zus van Jasper kan eventueel komen, als ze zich aan onze gewoontes aanpast, maar niet iemand van de Volturi.”
“Waarom niet? Degene die met ons mee zou komen is bereid zich ook aan onze gewoontes aan te passen”, zei Carlisle kalm.
“Geen Volturi”, herhaalde Jacob.
“Jacob, dan is het lot van Alice, Jasper en Theresa bezegeld”, zei Carlisle. “Vincenza is niet zo erg. Je merkt niet aan haar dat ze van de Volturi is.”
“Ze brengt Renesmee in gevaar”, zei Jacob.
“Dat doet ze niet”, zei Carlisle kalm. “Anders zou Bella ook protesteren, dat weet je best. En denk je eens in wat Nessie er van zou vinden als Alice en Jasper niet meer thuis zouden komen.” Jacob aarzelde even.
“Ik zal met Sam overleggen”, zei hij.
“Bedankt”, zei Carlisle. Hij hing op.

“Die wolven willen mij dus niet hebben”, zuchtte ik.
“Het zijn onze natuurlijke vijanden”, legde Carlisle uit. “Behalve onze familie dulden ze geen vampiers in de buurt.”
“Ik begrijp het”, knikte ik.
“Ze hebben al een aantal slechte ervaringen met de Volturi”, voegde Edward er aan toe. Ik knikte even. Daarna was iedereen stil. We wachtten op een telefoontje van Jacob.

Iedereen schrok toen Bella’s gsm rinkelde.
“Hallo?”, vroeg Bella, toen ze opnam.
“Bella? Jake hier.”
“Hoi Jake”, glimlachte Bella.
“Ik heb er met Sam over gepraat. Ze mag komen. Maar als ze één mens iets aandoet heeft ze alle wolven tegen zich.”
“Oké, bedankt”, zei Bella, en hing op.
“Je zal je best moeten doen”, merkte Jasper op. “Je maakt geen kans tegen de wolven.” Ik glimlachte.
“Dat komt wel goed”, zei ik vrolijk. Ik was blij dat ik met hen mee mocht. Eindelijk een plaats waar ik welkom was, buiten de Volturi.

Reageer (1)

  • vivian07

    Stilt dit je verslaving een beetje?
    Snel verder.
    (flower)

    1 decennium geleden

Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen