46. Life of leaving home
Damon pov.
‘Kijk het is niet zo dat ik jaloers ben ofzo.’ Zeg ik terwijl ik met mijn ogen gesloten op de bank zit. ‘Het is gewoon zo dat ik hem niet vertrouw.’ Ik open één oog en kijk naar het meisje dat op de bank aandachtig zit te luisteren.
Het lucht op, om mijn zorgen aan een willekeurige vreemde te vertellen. En zij zal het toch niet onthouden, of ze zal het nooit kunnen navertellen. Maar welke van de twee ik ga doen, is nog onzeker.
‘Misschien houden ze echt van elkaar?’ Het meisje doet een te vergeefse poging om behulpzaam te zijn.
Ik rol met mijn ogen. ‘Er is gewoon iets dat hij achterhoudt, ik weet het zeker.’
‘En het kan niet zo zijn dat je gevoelens voor haar bent gaan krijgen? Misschien is dat hetgeen dat je dwars zit.’
Mijn gezicht betrekt en ik kijk het meisje doordringend aan. ‘Stop met praten.’ Ik kijk even naar het plafond en tel uit verveling de houten balken die de volgende verdieping stutten.
Het meisje houdt braaf haar mond, zoals haar is opgedragen, maar toch blijft ze me aankijken en het werkt op mijn zenuwen. Ik blijf nog een minuutje zo zitten en dan geef ik het op.
‘Kom hier.’ Beveel ik haar. Direct staat ze op, niet dat ze een keus heeft. ‘Dit heeft lang genoeg geduurd.’ Zeg ik zonder enige emotie.
Ik sta ook op en ik een vloeiende beweging loop ik naar haar toe en veeg haar haar uit haar nek. Ik laat mijn tanden in haar hals zinken en voel haar even verstijven van schrik.
Maar zodra ik met mijn tanden haar halsslagader heb doorboord, kan ik gemakkelijk de bloedstroom besturen en voor ze ook maar een gil uit kan brengen is haar zielige leventje al verleden tijd.
Haar lichaam valt met een plof op de grond en ik veeg mijn mond af.
Plotseling spits ik mijn oren en hoor dat iemand door de deuropening naar binnen komt.
Valerie staat in de kamer en kijkt me afkeurend aan.
‘Ah, kijk eens wie we daar hebben. Het toetje.’ Zeg ik sarcastisch.
Ze trekt een wenkbrauw op. ‘Jij bent in een goede bui vandaag.’
‘Jij brengt het in me naar boven.’ Zeg ik geïrriteerd. ‘Wat moet je?’
Ze lacht spottend. ‘Ik kom helemaal niet voor jou. Waar is Jasey?’
Ik haal mijn schouders op. ‘Het zou me niet minder kunnen schelen.’
Een lichte glimlach verschijnt plotseling op het gezicht van de heks die zojuist mijn woonkamer is binnengevallen. ‘Ah, daarom ben je zo vrolijk.’
Nog chagrijniger dan eerst draai ik me van haar af. ‘Je kunt weer gaan hoor.’ Vanuit mijn ooghoeken zie ik haar hoofd schudden.
‘Ik moet haar toch vinden. Heb je iets persoonlijks van haar?’
‘Kijk maar in haar kamer, misschien is ze iets vergeten.’ Zeg ik ongeïnteresseerd. Maar terwijl ze wegloopt, luister ik toch naar elke beweging die ze maakt in Jasey’s kamer.
Niet veel later komt ze weer naar beneden. Ze pakt de grote bruine schoudertas die nog in de hal stond en zet hem op de bank. Dan legt ze een kaart op tafel.
Het post-it blaadje wat Jasey zo graag verborgen voor me wilde houden heeft ze blijkbaar gevonden in haar kamer en ze steekt het in brand. Als het is opgebrand en de as op de kaart is gedwarreld. Laat ze haar handen net boven de as zweven en sluit ze haar ogen. Diep geconcentreerd mompelt ze iets en ik zie hoe de as zich begint te verzamelen op één punt.
Vanaf een afstand spiek ik toch nieuwsgierig naar de kaart. ‘Jasey is in een meer?’ Breng ik dan verbaasd uit.
Valerie kijkt me sceptisch aan. ‘Niet ín het meer, maar daar in de buurt.’ Ze pakt haar spullen weer in en begint naar de deur te lopen. ‘Ga je mee, of blijf je hier doen alsof het je niets kans schelen?’
Reageer (1)
omg zo mooi
1 decennium geledenwil je pleaseee snel verder gn ????
*zit op haar knieën met pupie-oogjes*