Hailey Kush.

Zachtjes knipper ik met mijn ogen, zodat ze langzaam aan het felle daglicht kunnen wennen. Mijn ogen gaan langzaam open, en het enige wat mijn ogen waarnemen is wit. Ontzettend veel wit. Zuchtend wrijf ik in mijn ogen en kijk om me heen. Mijn moeder zit naast mijn bed waar ik nu op lig, slapend tegen de schouder van mijn vader, die slaapt. Samen, zo liefdevol, zo lief aanzicht dat ze samen zijn. Ik til met moeite mijn hand op naar mijn nachtkastje, en pak het glas wat er op staat om daar vervolgens een slokje van te nemen.
Mijn keel was droog, evenals mijn lippen die van schuurpapier leken te zijn op dit moment. Zachtjes zet ik mijn glas weer terug, en richt mijn blik op het plafond, afvragend wat er is gebeurd, wat ik heb meegemaakt waardoor ik in dit bed lig. In paniek ben ik niet, maar nieuwsgierigheid zit ik zeker mee. Waarom ik? En waarom hier? Wie zou me iets aangedaan hebben? Of heb ik zelf een fout gemaakt? Stomme vragen die door mijn hoofd spoken, terwijl mijn blik nog steeds op het plafond staat. ‘Hails?’, verbaasd kijk ik opzij waar mijn moeder en mijn vader me met een kleine glimlach op beide gezichten aankijken. ‘Je bent wakker’. Hoe dom die opmerking ergens ook was, toch gaf ik antwoord door te knikken, antwoorden zou pijn doen. ‘Alles komt goed, we beloven het je’, glimlacht mam toevertrouwd en pakt mijn hand vast. Ik glimlach zwak terug, en sluit voor enkele seconden, waarna ik ze weer open en mijn moeder vragend aankijk.
‘What… happ-ppend?’, fluister ik schor en zie de tranen in haar ogen schieten. Mijn vader wrijft troostend over haar schouder heen, en fluistert haar zacht lieve woorden toe. Hoe kon mijn moeder nou huilen als alles goed zou komen? Dan kon ze het me toch gewoon vertellen? Dan zouden er toch geen problemen moeten zijn? Ze zou niet zo moeilijk moeten doen, ik kan er toch ook niks aan doen dat ik hier lig. Of wel… maar dan zou ze dat toch gewoon kunnen zeggen. Met veel moeite open ik mijn mond weer en kijk naar mijn moeder. ‘Zeg het me, alsjeblieft’, fluister ik zacht waarna een vervelende hoestbui volgt. Meteen klopt mijn vader op mijn rug, en geeft me mijn glas water, die ik met een paar slokken achteroversla.
‘Je hebt een klap gehad lieverd’, zegt ze en ik zie hoe haar ogen vervelend glinsteren. Een glinstering die ik vaker zie als ze met mijn vader praat over dingen, een glinstering die ik herken uit duizenden. Ze liegt glashard over wat er is gebeurd. En aan die blik te zien lijkt het niet alsof ze de waarheid zou gaan uitspreken als ik aandring. Mijn hoofd draait overuren bij de gedachte wat er echt gebeurd zou kunnen zijn, maar weten doe ik het niet meer. Zuchtend bijt ik op mijn lip. Wat is er ooit gebeurd? ‘Mam, waar ben ik gevallen dan?’. Even verstrakt haar blik, en wisselt ze een blik uit met pap. ‘Thuis, bij de eettafel’. Ik knik, alsof ik het begrijp, en sluit mijn ogen weer. Het gevoel dat mijn moeder liegt doet pijn, alsof ze me niet vertrouwd, haar bloedeigen dochter.

Reageer (3)

  • Iheartcalum

    <333

    1 decennium geleden
  • STALIK

    Awh, sadsadsad story ;(
    verder <3 Echt mooi geschreven <3

    1 decennium geleden
  • iBiebersGirl

    Awh, zielig! <33
    Verder! (flower)

    1 decennium geleden

Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen