Jeej, weer een nieuw stukje! Ik weet 't, 't gaat een beetje langzaam, maar het is eigenlijk als een boek geschreven en in een boek gaat alles nu eenmaal een stuk langzamer. :D

'Ik probeer gewoon een beetje aardig te zijn.' Ik kijk op, en voel me een beetje schuldig. 'Sorry', verontschuldig ik me. 'Ik heb een rare dag gehad. Een of andere gozer stond me raar aan te kijken en...,' ik besluit mijn zin niet af te maken. Het ging die man ook niets aan. 'Hé, meisje', zegt Jop vriendelijk. 'Ik begrijp dat je het hier niet over je problemen wilt hebben, en zeker niet tegen mij. Ik weet dat ik er niet al te best uitzie', zegt hij met een lachje. Hij wordt echter gelijk weer serieus. 'Toch lijkt het erop dat je niemand anders hebt, behalve mij. Of heb ik het fout?' Hij kijkt me onderzoekend aan en ik besluit dat ik inderdaad toch iemand nodig om tegen te kunnen praten. Al is het maar voor één avond. 'Ik ben even geleden weggelopen van huis', beken ik, 'en dit was mijn laatste geld.' Ik kijk hem in zijn lichblauwe, waterige ogen en zucht. 'Ik weet niet precies hoe ik nu verder moet.'
'En die kerel waar je het over had?' vraagt Jop. Langzaam schudt ik mijn hoofd. 'Dat is eigenlijk niet belangrijk. Ik weet niet wie het is, gewoon een of andere vent die me raar aan stond te kijken.'
Weer die blik vol meelij. Meelij die ik niet wil, en ik heb ook niet het idee dat ik hem verdien. Tenslotte ben ik zelf weggelopen, ik ben zelf ontzettend stom geweest. Ik kijk naar Jop, die niets zegt en nonchalant met zijn inmiddels lege colaflesje speelt. Hij staart langs me heen, ik volg zijn blik, maar het lijkt niet alsof hij ergens naar kijkt. Voorzichtig schuif ik mijn stoel naar achter, wat een hard schrapend geluid maakt. Jop schrikt op uit zijn gedachten en kucht. 'Ja, iemand stond je raar aan te kijken?' zegt hij. Het is geen vraag, maar een constatering van een feit. Ik knik langzaam. Jop haalt zijn schouders op, alsof het hem niet zo veel uitmaakt. 'Daar kan je maar beter gewend aan raken. In deze buurt zijn behoorlijk wat rare gasten.'
'Hij wist mijn naam', flap ik eruit en ik heb er meteen spijt van. Binnenmonds vloek ik en ik kijk geërgerd weg. Waarom kan ik niet gewoon mijn mond houden? Plots lijkt Jop wel geïnteresseerd.
'Hij wist je naam?' vraagt hij ongelovig. 'En wat is je naam dan?'
'Equenne', antwoord ik met tegenzin.
'Niet echt veelvoorkomend, lijkt me', zegt Jop met zijn wenkbrauwen opgetrokken. 'Enig idee hoe hij je kent?' Ik zwijg, voordat ik nog meer stomme dingen zeg. 'Maakt niet uit, je hoeft het mij niet te vertellen', zegt Jop vrolijk als hij merkt dat ik niet ga antwoorden. 'Ik ben Jop.' Hij steekt vriendelijk zijn hand uit, die ik aarzelend schud. 'Ja, dat dacht ik al', zeg ik. Misschien niet de beleefdste reactie als iemand zich voorstelt, maar Jop vindt het duidelijk niet erg. 'Weet je', zegt hij. 'Het is donker buiten, het is laat en ik kan me voorstellen dat je bang bent voor die mysterieuze gast. Wat nou als je hier slaapt vannacht?' Hij zegt het met een glimlach die gemeend lijkt, toch aarzel ik even. Het is wel waar dat die jongen me angst aanjaagt, maar ik ken Jop nog maar tien minuten en hij ziet er ook niet heel betrouwbaar uit. Het lijkt alsof hij m’n gedachten kan lezen, want hij probeert me gelijk gerust te stellen. 'Ik heb wel een extra kamer voor je, die je op slot kan doen, zodat je veilig bent', zegt hij, duidelijk het woord veilig benadrukkend. Na nog even twijfelen stem ik in. Ik volg hem de trap op, waarvan elke tree nog erger kraakt dan die daarvoor, en voordat ik het weet staan we op de schemerige overloop. Op de muren zitten vocht- en schimmelplekken en in de donkere hoekjes bij het plafond zitten spinnenwebben. Onwillekeurig loopt er een rilling over mijn rug en ik vraag me af waar ik aan begonnen ben. In vergelijking met mijn huis... nee, niet aan thuis denken, bijt ik mezelf toe. Dat verandert echt niets aan mijn situatie hier en ik heb vooral geen zin om zometeen weer in huilen uit te barsten. Ik richt mijn aandacht op Jop, die met moeite de deur die naar een kleine slaapkamer leidt open krijgt. Ik loop langzaam naar binnen en bekijk mijn omgeving. De enige meubelstukken zijn een oude kledingkast en een bed met een vaalroze deken. De kamer is klein en aftands, maar er staat een bed en ik ben er blij mee.

Reageer (2)

  • Puddingvork

    leuk! (:

    1 decennium geleden
  • xMissJoJo

    Leuk!! (yeah)

    Verder schrijven!! _O__O__O_

    1 decennium geleden

Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen