Hij doet iets in de kast maar ik kan niet zien wat en hij doet dan en doekje voor me mond. Het ruikt chemisch en al snel besef ik kan het een verdovingsmiddel is. Ik begin wazig te zien en ik kan niet meer op me benen staan. Ik voel nog hoe Mr. Tall me loslaat en wegloopt. Hij pakt een telefoon en hij toetst een nummer in. Ik begin steeds slechter te horen maar ik probeer me te verzetten tegen het duistere zwarte gat waar ik in dreig te vallen. Ik hoor nog vaag hoe Mr. Tall tegen de telefoon zegt: He, Ik heb haar gevonden. Je kunt nu komen om haar… verder hoor ik nisk meer en slurpt het duistere gat me naar het zwarte oneindige..

[Door de Ogen van Sanguinario]
Ze is weg, echt weg. Ik staar somber haar kamertje in en houd het knuffeltje van haar stevig tegen me aan. Het doet zo’n pijn. Is dit wat ze liefde noemen? De pijn die ik nu voel is onmenselijk. Ik had die man nooit moeten vertrouwen. Nu heeft hij haar en ik kan er niks tegen doen. Wat gaat hij allemaal met haar doen? Behandeld hij haar wel goed, geeft hij haar wel genoeg liefde? Allemaal vragen die ik niet akn beantwoorden. Ik zucht en ik loop haar kamertje uit. Ik rust niet voordat ik haar terug heb. Ze is van mij. ALLEEN VAN MIJ!! En ik loop me eigen kamer in en ik begin met mijn plannen me lieve engel terug te krijgen…

What is happening?
Deel 8
[Door de ogen van de Lieve Engel]
Duister, alles is duister en donker om me heen. Ik doe me ogen open maar alles is zo wazig en zo vaag. Ik probeer me te herinneren waar ik ben maar alles lijkt wel een zwart gat. Dan voel ik hoe een vochtig iets langs me hoofd gaat. Oeh, dat is lekker. Alles word weer een beetje duidelijker en ik begin een paar vage stukken terug te krijgen van wat er gebeurd is. Een lange, vieze, enge man. Die komt steeds terug maar ik kan het allemaal niet plaatsen. Gaat het weer een beetje? hoor ik vaag. Me zicht word steeds scherper en ik zie al dat ik op ene kamer lig. Maar niet op mijn kamertje. Opeens herinner ik me alles weer. Hoe ik in de glazen kast zat, hoe die enge vent me wou zien, hoe hij me ontvoerde en hoe hij me verdoofde. Ik schiet overeind en ik zie naast me bed een jongen zitten. Hij moet ongeveer 14 jaar zijn denk ik..ik ben iets ouder. Ik kijk hem met grote ogen aan en hij word er nerveus van. euhm.. gaat alles.. weer goed? vraagt hij voorzichtig.. Ik kijk weer om me heen en als ik die enge vent niet zie knik ik me hoofd. Ik wijs met me vinger in me mond maar de jongen begrijpt me niet huh..? moet je kotsen? Euhm ik bedoel spugen ik grinnik en schud me hoofd en ik wijs een bekertje aan die ik op me kastje zie staan. oh, je hebt dorst.. wacht even dan pak ik wat te drinken voor je. Water of iets anders? ik knik. Water is goed. Hij glipt snel de deur uit en ik blijf achter op deze kamer. Wat doe ik hier? Waar is me verzorger? Wie is die jongen? Allemaal onbeantwoorde vragen. Als de jongen weer binnen komt en me het glas water geeft drink ik het in 1 keer op. Hij zit me als nog met grote ogen aan te kijken. En ik probeer hem vragen waar ik ben en wie hij is. euhm. Daar kan ik niet op antwoorden.. dat weet ik namelijk niet.. oke ik weet wie ik ben maar ik weet niet of ik het mag zeggen van me mentor. Mentor? Kijk ik hem vragend aan. Opeens hoor ik in de kamer naast ons dat er stoelen worden verschoven en dat er voetstappen richting deze kamer gaan. De deur gaat open en ik zie een man staan met enkel 1 plukje oranje haar op z’n hoofd en z’n hele gezicht zit vol littekens oftewel hij is héél lelijk. Hij word gevolgd door nog een man maar deze man kende ik al. Als hij me recht aankijk begin ik keihard te gillen. De 3 mannen komen op me af om me het zwijgen op te leggen maar ik kruip angstig naar achter waardoor ik van het bed val. Ik zie hoe ze om het bed heen lopen richting mij en ik kruip overeind en ik probeer weg te rennen maar het loopt dood. Dan er maar dwars doorheen. Ik ren vol op hun in wat ze totaal niet verwachten en ik knal tegen hun op zodat ze allemaal omvallen. Snel ren ik richting de deur en net voordat mijn hand de deur reikt word ik naar achteren getrokken en vast gepakt. Ik begin tegen te stribbelen maar het maakt niks uit. Ik probeer te gillen maar ze houden een hand voor me mond. He, slome ik heb dr. Het is die enge vent. Ik begin nog meer te trappen en tegen te stribbelen maar het maakt allemaal niks uit. De 2 andere komen voor me staan en de oudere knikt met z’n hoofd naar de jongen. Hij pakt me benen vast en na een tijdje ben ik helemaal uitgeput en kan ik niks meer doen. Ze leggen me op de tafel neer maar voor de zekerheid maken ze me toch vast met touwen. Ik probeer niet eens los te komen. Het heeft geen nut meer. Ik wens dat dit alles nooit was gebeurd. Dat ik gewoon op me kamertje zo dadelijk wakker word en dit alles een droom is maar dat is het niet.. Dit is de echte wereld. De harde, keiharde realiteit. Er komen weer tranen uit me ogen die zich weer tot edelstenen vormen. De enge vent komt over me hangen en pakt met z’n vieze handen de edelstenen van me wang. kijk, kijk wat een wonder ze is. fluistert hij verwonderd naar de lelijke man. De knikt en hij pakt een spuit uit een tas en komt op me af gestapt..

Reageer (17)


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen