Chapter 27. Just a kid
Hoe wist ze dit? Had ik dit haar ooit verteld? Het kon niet. Ze kon het niet weten. Dat was mijn conclusie. En toch wist ze het. Ze wist alles. Ze wist wie ik was, ze wist wie zij was. Ze kon het zich alleen niet herinneren. Ik dacht terug aan wat ze had gezegd. 'Weet je het dan niet meer Justin? Weet je het niet meer van de blauwe blokken?' Dat waren de woorden die over haar zachte lippen waren gekomen. Ik wist het nog wel. Ik wist het nog precies van de blauwe blokken. Ik dacht terug aan de tijd. Aan de dag dat Ryan en ik vrienden werden.
'Hé, dat zijn mijn blokken! Ik speel altijd met de blauwe blokken!' Ik keek het blonde jongetje boos aan. 'Nou en! Ik wil nu spelen met de blauwe blokken! Jij houdt ze altijd bezet.' Het jongetje had de doos met blokken al gepakt en begon ermee te bouwen. Ik greep de doos met de groene blokken. 'Hé,' riep het jongetje. 'Ik speel altijd met de groene blokken.' Ik stak mijn tong uit. 'Nu wil ik eens met de groene blokken.' Ik stak mijn tong uit. Tranen welden op in de blauwe ogen. 'Nouhou! Ik ga het zeggen hoor.' 'Dan ga ik zeggen dat jij mijn blokken heb gepikt!' 'Sukkel!' Geschrokken keek ik hem aan. Hij mocht niet schelden. 'Wat hoorde ik hier nou?! Zijn jullie ruzie aan het maken?' Ik keek zielig naar de vrouw. 'Ja. Hij stal mijn blokken.' Het jongetje stak zijn vinger uit naar mij. 'Maar hij stal mijn blokken.' De vrouw zuchtte. 'Die blokken zijn van geen van jullie. Jullie moeten samen spelen.' We keken elkaar aan. De vrouw liep weg en we draaiden ons allebei weer weg om ons op onze blokken te richten. We gingen echt niet met elkaar spelen! Ik besloot een kasteel te maken van mijn blokken. Maar ik had geen boogjes. Stiekem keek ik achterom naar het jongetje. Hij had wel boogjes. Plotseling keek ook hij om. 'Ehm, heb jij rondjes?' Ik knikte. 'Oh.' Hij draaide zich weer om. 'Wat maak je?' vroeg ik. 'Een kasteel.' Ik lachte hardop. 'Ikke ook!' Hij lachte even mee, maar zijn gezicht betrok. 'Ik heb alleen een rondje nodig voor de torentjes.' 'Ik heb boogjes nodig voor mijn brug.' Het werd weer stil. 'Zullen we misschien samen bouwen?' vroeg ik aarzelend. Het jongetje knikte enthousiast. We schoven onze blokken samen en begonnen te bouwen. Al snel hadden we een heel hoog kasteel. Trots keken we naar de blokken. 'Wauw,' zei een meisje. 'Die is hoog.' Tevreden keek ik het jongetje aan. Hij grijnsde terug. 'We hebben samen gewerkt,' zei hij. 'Hoe heet het kasteel?' vroeg het meisje. Een frons verscheen op zijn voorhoofd. 'Hoe heet jij?' vroeg hij aan mij. 'Justin.' Hij lachte. 'Het is het kasteel van heer Justin en heer Ryan.'
Zo was onze vriendschap geboren.
Alleen Chaz en Christian kenden het verhaal. Caitlin interesseerde zich er nooit in. Mijn gezicht vertrok. Nu had ik geen vrienden meer. Ryan zou me nooit geloven als ik hem dit zou vertellen. Hij zou me voor gek verklaren. Nooit zouden wij meer vrienden worden. De dagen van blokken waren voorbij. De dagen van tranen en verdriet waren aangebroken.
Reageer (10)
Ah wat een lief verhaaltje en jij schrijft echt nooit slecht/saai.
1 decennium geledennodig ze uit om het goed te maken en als ze Faith in levende lijven zien dan BOEM! moeten ze hem geloven
1 decennium geledenverder <33
Dat is echt schattig. (: & je schrijft zo mooi <3
1 decennium geledenaaww(huil)
1 decennium geledenArme Justin <33
1 decennium geleden