Intro
Daar zat ik stilletjes in een hoekje, terwijl ik net acht jaar was. Justin, mijn broer, kwam naar me toegelopen. “Dawn, kom je kijken naar de kist?” Ik schudde mijn hoofd. Nee, dat kon ik niet aan, ik begreep maar al te goed dat mijn ouders niet meer terugkwamen. Er was een snikkend geluid, ik hief mijn hoofd op en zag Emma daar zitten. Eigenlijk leken Emma en ik niet op elkaar, ook al waren we tweeling. Zij had lang blond haar, en ze was klein. Ik, daarentegen, was groot voor iemand van acht jaar en had bruin-blond haar. Ik liep naar haar toe, ze huilde. “Niet huilen,” zei ik. Ze bleef snikken en ik legde mijn armen hulpeloos om haar heen.

acht jaar later
Emma kwam vrolijk binnen gelopen. "Justin, Justin" riep ze. "Hij is boven," zei ik stilletjes. Ze knikte en liep de trap op.Ik bleef zitten op de vensterbank, en keek verdwaasd naar buiten. Hoe kon ze zo blij zijn? Ik zuchtte. Buiten vloog een vogel, die een perfecte landing maakte op de grote eikenboom in de tuin. Was ik maar een vogel, vrij, vrij van dit alles. 

Emma kwam weer naar beneden gestormd. Ik zag aan haar dat ze eigenlijk ging door rennen, maar ze stopte toch. Ze keek zijlings naar mij."Ik ga naar het park kom je mee?" Ik glimlachte. Altijd probeerde Emma me te betrekken bij haar vrienden en haar leven, maar ik was haar niet. Ik was niet zo sterk. "neen dank je," fluisterde ik terug. Nu was zij het die een zucht liet ontsnappen. Ze gaf me een blik van doe-jezelf-dit-niet-aan-alsjeblieft.

Justin kwam ook naar beneden. Hij keek me vragend aan, en ik schudde mijn hoofd. Waarom wil iedereen me hier buiten dacht ik verward. Hij zuchtte en ging zelf naar buiten. Ik staarde nog even naar de deur, en ging rechtstaan om naar buiten te gaan. Ik had geen flauw idee waar ik heen ging, maar ik bleef stappen. Ik zag een viertal mensen in het bos. wat doen ze daar? vroeg ik me af. Ik besloot me om te draaien en liep richting de stad. Iets zei me dat dit niet mijn zaken waren.

In de stad kwam ik Emma tegen. "je bent toch gekomen!" zei ze enthousiast. Ik knikte, en zag haar gezicht betrekken door mijn gebrek aan enthousiasme. Ik probeerde haar nog op te vrolijken door te glimlachen, maar het werkte niet ze kende me te goed. "Sorry," fluisterde ik. "Geeft niet, jij bent jij en ik ben ik." Ik knikte. Wij konden geen tweeling zijn we waren te apart. We liepen naar Emma's vrienden. Ze keken eerst naar mij en dan met een vragende gezicht naar Emma."oo komaan meiden, ze is mijn zus." Ze keek boos naar hun. "Neen het is goed, ik ga."
Ik liep weg en liet me verder op op het gras zakken. Ik legde me neer en sloot mijn ogen. "gezellig zo in die modder," hoorde ik een stem zeggen. Ik opende mijn ogen en keek recht naar een jongen, god wat was hij mooi. "Naté," zei hij. "Dawn." Ik stak mijn hand uit. "Ga je ook nog recht staan?" vroeg hij. Koppig zuchtte ik. "Wie weet ooit, misschien, misschien niet." Hij lachte. Ineens schoot me te binnen dat ik deze jongen helemaal niet kende laat staan of hij wel van hier is. Ik keek naar hem, ik schatte hem zestien.Dat viel mee als je in gedachte hield dat ik bijna vijftien was. Zou ik hem vragen hoe oud hij was? Ik twijfelde, maar iemand riep mijn naam. "Dawn!" Emma kwam aangerend. "Het is al half zes, komaan of we hebben een probleem." Ik veerde recht, niet meer lettend op Naté,en rende achter Emma aan. Hijgend klopte ik aan. Justin opende de deur, "Net zeven uur dames." Oké gehaald dus, terwijl ik binnen ging zag ik iemand in de woonkamer zitten. Emma ging naar binnen en begroete de man en zijn vrouw, die voor mij niet zichtbaar was. "Onze zoon zal zo ook wel komen,hij was even naar het park," zei de man. Ik liep naar de keuken waar Emma was. "Wie was die jongen?" vroeg ze. "Eerlijk, ik heb geen idee, wel hij noemt Naté," antwoordde ik. Ze keek even bedacht naar mij. "Kom we gaan naar de woonkamer, ons voorstellen." Toen we binnen kwamen was er één persoon bijgekomen en ik wist onmiddellijk wie. Justin gebaarde naar ons "Mijn zussen Emma en Dawn." terwijl hij nog een gebaar maakt voegde hij er aan toe dat we een tweeling waren. "Ik ben Lucas, mijn vrouw Marijke en mijn zoon Naté," zei de man. Hij gebaarde naar iedereen. Ik knikte en ging naar boven.

Emma keek me vreemd aan. We zaten aan tafel te eten, met Lucas en zijn familie. Justin was honderduit aan het praten met iedereen. Ik en Emma zaten elkaar stil aan te staren ."Neen," siste ik. Naté keek op en liet zijn blik van mijn zus naar mij gaan. Had hij gehoord wat ik gezegd heb, neen dat kon niet zelf Emma had het nauwelijks verstaan. Toch kreeg ik een schop van onder de tafel. "Vertel eens wat over jezelf," vroeg Emma duidelijk gericht naar Naté. Ik keek haar woedend aan, maar ze glimlachte terug. "Wel," begon hij. "Ik ben vijftien, binnenkort zestien." "Dan zit je bij Dawn in de klas,"z ei Emma vrolijk. "o ja?" Hij keek naar mij. "Hoe oud ben je?" "Veertien bijna vijftien, ik zit een jaar voor." Hij knikte enkel.
De avond liep ten einde en iedereen ging naar huis. Van zodra dat iedereen weg was ging Justin terug naar de woonkamer, en Emma nam mijn hand en trok me naar boven. "Oh My God!" zei ze. Ik keek haar aan, en wachtte tot ze haar zin afmaakte. Ze keek mij met dezelfde blik aan. "wat?" zei ik. "Dat meen je niet!" riep ze. Ze zuchtte. Ineens rende ze terug de trappen af. "Justin liggen onze geboortecertificaten hier?" Justin keek haar met dezelfde blik aan als ik. Waarom wou ze die nu hebben? Als antwoord op onze blikken zei ze simpel "Ik heb wat harde bewijzen nodig dat Dawn wel mijn zus is want volgens mij is er iets serieus mis gegaan vroeger." Justin schoot in de lach, en ik ook. "Wat? ik ben serieus hoor," zei Emma. "Ik geloof je," zei ik grinnikend.
Ineens keek Emma me aan en zelfs Justin keek me verbijsterd aan. "Wat?" vroeg ik. "Niks hoor," zeiden Emma en Justin tegelijk. Ik schudde mijn hoofd, en ging naar boven, maar ik voelde hun ogen in mijn rug prikken. Ik draaide me halverwege de trap nog eens om. “Zeker van?” Ik keek vooral nog eens naar Emma, maar zelfs haar blik verraadde dit keer niks.

"Slaapkop, we gaan te laat zijn!" riep Emma. "Ja hallo, je staat naast me, ik ben nog niet doof hoor!" Ik zag haar weg gaan, en stond op. Beneden stond ze druk te praten met Justin. "We gingen toch te laat zijn," zei ik terwijl ik snel mijn schoenen aandeed, en mijn boekentas op mijn rug zwierde. "Doei," riep ik nog toen ik met een grijns naar school rende.

Toen ik aankwam was de bel gelukkig nog niet gegaan. Rustig liep ik naar mijn kluisje om mijn boeken te nemen. Ineens stond hij weer naast me. "Naté" zei ik fluisterend. Even keek hij verward naar mij, maar direct trok hij gezicht weer in een plooi. "Hoi," zei hij vrolijk. Ik was nog een beetje te veel in shock om te antwoorden. Hij zwaaide met zijn hand voor mijn ogen. "Iemand thuis?" "Euhm ja sorry, hoi," Hij lachte. "Wat?" Oké, dat kwam er arroganter uit dan ik bedoeld had. "Niks hoor," zei hij, maar hij bleef lachen. Wat had hij toch een mooie glimlach. Verdwaasd haalde ik mezelf uit mijn gedachten en keek rond. Iedereen liep naar zijn klas. Geweldig dacht ik zuchtend, de eerste schooldag. Uit mijn ooghoeken zag ik hem weer lachen. Negeren dacht ik anders ben ik te laat, en liep richting mijn les.

Toen ik binnen kwam, draaiden alle hoofden om. Ik mompelde een snelle "Sorry," richting de leerkracht en ging zitten. Net toen ik zat ging de deur weer open. Naté kwam binnen er was van alle meisjes gefluister te horen. "Aah, jij moet de nieuwe leerling zijn," zei meneer Felix. Naté knikte simpel. "Wel, euhm daar is nog een plaats en gaat u zitten." Meneer Felix wees naar de stoel naast Laura die twee plaatsen verder van mij zat. Zodra onze blikken kruisten lachte hij naar me, en alsof het een automatische reflex was lachte ik terug. Meneer Felix deed gewoon terug verder alsof de les nooit onderbroken geweest was, maar de sfeer in de klas was anders. Overal werd er gefluisterd en veelzeggende blikken gemaakt, het was duidelijk dat er een nieuw gespreksonderwerp ging zijn de komende dagen.

School was uit. Eindelijk, dacht ik met een zucht. Een paar meisjes hadden nog gevraagd of ik met hen mee wou, maar eigenlijk had ik daar niet zo veel zin in. Daar stond ik dan op het speelplein. Om eerlijk te zijn had ik geen idee wat ik ging doen. ”Hoi,” zei Naté. Vanwaar kwam die nu weer. “hallo,” antwoordde ik. Geen geluid meer, en ik genoot er van. Eindelijk stilte, en niet die constante drukte, geroep. Naté keek naar me. “En gaan je nog ergens naar toe of blijf je hier zo staan?” Hij lachte terwijl hij dat zei. Hij had een mooie lach, en hij was best aanstekelijk. Normaal zou ik ook gelachen hebben maar vandaag niet. Niet nu alleszins. Zonder nog een woord te zeggen ging ik richting huis. Toen ik me omdraaide was hij al weg.

Ik klopte thuis op de deur. Niemand. Geweldig, dacht ik. Ik smeet mijn boekentas in een hoekje van het terras, en liep richting het bos. Ik ging automatisch naar de open plek in het bos, en dacht ook onmiddellijk terug aan mijn ouders die hier jaren geleden dood terug gevonden waren. Vermoord! galmde door mijn hoofd. Wel eigenlijk was er geen bewijs van een moord, volgens de politie hadden mijn ouders zichzelf dood geschoten. Ik voelde mij beter bij de gedachte dat ze vermoord waren dan dat ze zelfmoord gepleegd hadden. Toen ik de open plek bereikt had ging ik door naar de rotsen en het beekje. Ik klom op enkele stenen en liet me daar op één zakken en genoot van de stilte. Er was geen enkel geluid behalve dat van het stromende water van het beekje. Geen vogels of andere dieren, en dat was eigenlijk wat me wakker schudde. Ik zat direct recht en keek rond. Er zaten wel enkele vogels, maar die zongen niet. Ik keek rond eerder zoekend naar een kat dan achter een mens. “Je weet toch dat je hier heel diep in het bos zit?” Ik verschoot van de stem, maar ik herkende de stem wel. Ja hoor, toen ik me omdraaide stond Naté achter me. Hij schoot in de lach. “Sorry je kijkt gewoon zo grappig,” zei hij. “Er is niks grappig aan om mensen zo te besluipen hoor,” antwoordde ik. Toch lachte ik ook. “Waarom draaide je je eigenlijk om? Ik maakte normaal gezien geen geluid” vroeg hij. “De vogels zijn verschrikkelijk stil vandaag.” Hij keek naar de lucht en wees. “Er zit een storm aan te komen” zei hij. Nu zag ik de donkere wolken ook. Ik kreunde en nu moest ik nog naar huis geweldig. Ik ging rechtstaan. “Ik ga beter,” zei ik. “Net niet genoeg zin om door een regenbui te lopen.” Ik keek nog eens naar boven, en voelde al wat druppels op mijn gezicht landden. Ik liep weg, en zag uit mijn ooghoeken hoe hij me volgde. We stapten nog geen vijf minuten of er was al een echte stortbui begonnen. “Komaan we gaan naar mijn huis, we zullen al verzopen genoeg zijn als we daar toe komen.” Gelijk had hij. Toen we aankwamen waren we beiden doorweekt. Zijn moeder deed onmiddellijk open. “Kom binnen, kom binnen,” zei ze in een gehaaste stem. Naté liep onmiddellijk naar boven om zijn kleren te veranderen. “Meisje toch,” zei ze. “Kom mee naar boven dan zoeken we voor jou iets om aan te trekken, en die natte kleren uit te doen.” Ik volgde haar terwijl ze sprak, en ze had al heel snel iet gevonden voor mij. “Gelukkig dat je zo groot bent anders was het moeilijker geweest,” zei ze. Ik kon enkel knikken. Vanbinnen schreeuwde ik tegen mezelf Heb je je tong verloren? Ik liet het maar zo veel zinnigs ging er nu niet uitkomen als ik al tegen mezelf schreeuwde. Ik volgde haar terug naar beneden. Lucas en Naté zaten daar te praten aan een vuur. “Moet je wat thee hebben meisje?” vroeg Lucas. “Neen, dank u meneer.” Ja wat was hun achternaam eigenlijk? “Montiego,” zei Lucas “Maar noem me maar Lucas dan voel ik me niet zo oud.” Naté lachte waarom snapte ik niet, maar ik had geen zin om te vragen waarom. Ik keek rond, het huis was prachtig, en heel open aan de boskant. Nou ja er was overal bos rond het huis, maar ik bedoelde de kant die weg stond van hun oprit. “Zou jij niet beter naar je ouders bellen?” vroeg Lucas. “Naar Justin bellen,” verbeterde ik hem, maar knikte. Naté reikte me een telefoon aan. Ik toetste het nummer in, en belde naar Justin. Ik legde alles uit, en wist dat ik thuis op mijn kop ging krijgen. Ik legde op, en gaf de telefoon terug. “Wat deed je zo ver in het bos?” Het was Naté zijn stem die ik hoorde. Damn hoe ging ik dit uitleggen. Ik besloot een deeltje weg te laten. “Ik ging daar als kind met mijn ouders heen en het is er stil. Iets wat ik wel kan gebruiken na uren school.” Lucas knikte. “Nou ik vind het gevaarlijk zo ver in het bos,” zei Marijke. Ongelijk kon ik haar niet geven. “Komt Justin je halen?” vroeg Naté. “Neen, ik moest wachten tot de storm gedaan was en te voet terug komen.” Naté lachte “Dan moeten we geloof ik een bed opmaken want die storm zal niet meteen gedaan zijn.” Ik keek naar buiten, en besefte dat hij gelijk had. “Ik breng je wel,” zei Lucas. Ik glimlachte dankbaar.

Thuis kreeg ik mijn gelijk. Justin was kwaad, neen, dat was te zwak uitgedrukt, hij was woedend. Ik trok me dus terug op mijn kamer. Emma kwam binnen. Ze ging naast mij op het bed liggen. Zo lagen we een paar minuten naast elkaar. Ik omhelsde haar, en voelde haar schouder schokken. “Ik was ongerust.” Wist ze er dan eindelijk uit te brengen. “Weet ik,” zei ik. “En je had er al het recht toe.” “Heb jij het niet moeilijk om die plaats te passeren?” vroeg ze. “Neen, ik sta er eigenlijk niet bij stil en probeer het zo veel mogelijk te vergeten.” Ze knikte enkel. “Ik kan het niet vergeten. Alles wat ik doe herinnerd me aan hun, en dat na acht jaar,” zei ze. Ik schudde mijn hoofd. “Dat mag Em daar is echt niets verkeerd aan.” Ze zuchtte. “Wij blijven voor altijd zussen,wat er ook gebeurd,” zei ik. Ze hield me stevig vast.“Zolang je dat weet vindt ik het oké,” antwoordde ze. “En heb ik het goed begrepen? Ben jij bij die Naté thuis geweest?” vroeg ze. Ik lachte en zij lachte mee. Misschien had ik me vergist. Wij waren zussen en daar kon niets of niemand iets aan doen. Ik vertelde haar alles. Ze grinnikte toen ik vertelde dat ik niks kon zeggen omdat ik bang was dat er niks zinnig uit ging komen. “Komt er dan ooit iets zinnig uit bij jou zusje?” zei ze lachend. Zo vielen we in slaap in het grote bed. Lachend en bij elkaar.

'S ochtends werd ik wakker met verschrikkelijk buikpijn en hoofdpijn. Em vertrok naar school, en ik ging met Justin naar de dokter. Ziek was het vonnis. Thuis gaf Justin mij enkele instructies, en vertrok daarna naar college voor zijn lessen. Vroeger woonden we bij onze tante in Frankrijk want Justin was te jong om de voogdij te krijgen. Ik dacht lachend terug aan de tijd in Frankrijk. Ik herinner me nog dat één van de eerste dingen die mij op gevallen was aan die chalets dat het perfecte moordplaatsen waren. Al die oude ski's en schaatsen. Tante was het wel met me eens die dingen hadden scherpe kanten. Ik en Em hadden toen uren gelegen, bezig te bedenken hoeveel moorden je daar kon plegen met hoeveel verschillende dingen. Uiteindelijk kwamen we erbij dat de snelste en makkelijkste manier was het in brand steken. Het huis van mam en pap hadden ze nooit verkocht want het was al eeuwen in de familie, en dus volledig afbetaald. Nu woonden wij daar het zou kennelijk beter zijn dat we in vertrouwde omgeving waren, maar was deze omgeving wel zo vertrouwd? Nadat het gebeurd was, en we hier terug kwamen durfden we amper over straat. Welja we, ik en Em bedoel ik. Bah nu moest ik hier uren liggen, en daar had ik dus geen zin in. Ik besloot te gaan douchen. Het warme water deed me goed, en met veel spijt kwam ik eruit. Ik keek op de klok. Ik schrok van het uur. Ik had wel lang onder de douche gestaan. Nog één uur, en Emma kwam naar huis. Ik besloot dan maar op de computer te gaan. Niemand online. Ik ging even op facebook. Geen logs, en daar kwam de verveling weer aan. Ik besloot Naté eens in te tikken op facebook, en vond hem redelijk snel. Ik voegde hem toe. Ik lachte met de leeftijd die hij ingeven had, honderdzesenvijftig. Ik keek weer op de klok nog een halfuur, en Emma was thuis. Ik hoorde de bel gaan, en stond op om naar benden te gaan. Wie kon dat nu zijn? Ik keek uit het raam en zag Naté staan. Ik deed open. “Je bent je kleren gisteren vergeten, en ik heb huiswerk voor je mee,” zei hij vrolijk. Ik lachte. “Och wat lief. Je bent mijn huiswerk niet vergeten,” zei ik sarcastisch. “Kom binnen,” en ik gebaarde naar de woonkamer. Hij stak zijn hand even op, en ik zag Lucas die achter het stuur zat wegrijden. “Zo ziek zie je er nou ook niet uit hoor,” zei hij lachend. “En jij bent het niet,” antwoordde ik. “Nou bedankt nu word ik al ziek gewenst” Terwijl hij dat zei probeerde hij een mislukt zielig gezicht te trekken. Ik moest er alleen van lachen. “Zullen we dan maar aan het huiswerk beginnen dat meneer Felix ons gegeven heeft?” Hij keek me verward aan. “Hoe weet jij dat het van meneer Felix is?” vroeg hij. “Omdat er maar één leerkracht op school is die zelf zieke leerlingen kwelt,” zei ik lachend. Het is lang geleden dat ik nog zoveel gelachen heb, dacht ik. Naté lachte mee. Ik gebaarde dat hij me naar boven moest volgen, en nam automatisch de zak die er lag met mijn kleren mee. “Hier,” zei hij toen we op mijn kamer waren. Hij reikte me de boeken aan. Van zodra dat ik de boeken vast had liet hij los. Ik voelde me nouja soort van beledigd denk ik. Hij lachte. “Wat nou?” Ik was lichtjes geïrriteerd aan het worden. “Niks,” zei hij “persoonlijk grapje.” Ik schudde mijn hoofd en keek naar mijn huiswerk. “Fantastisch,” zuchtte ik onder mijn adem. “Ik vind het niet zo erg hoor.” Zijn stem liet me verschieten, had ik dat nou zo luid gezegd? Ik keek hem aan. “Waarom niet?” mijn stem klonk inderdaad niet zoals een zieke. “Het geeft me een excuus om hier langs te komen.” Hij glimlachte. “euhm ja klopt,” stamelde ik.
Beneden ging de deur toe, maar ik hoorde het niet. Het leek alsof ik al uren in Naté zijn ogen zat te staren. De deur ging open achter mij. Neen dat kan niet? dacht ik verward, ik stond aan de deur toch ? Ik beseft nu pas hoe dicht ik bij Naté stond, je kon er misschien een arm tussen steken. Iemand kuchte, ik draaide me om te beseffen dat het Emma was. Het was op een manier best gênant. Het was Naté zijn stem die de stilte verbrak. “ik geloof dat ik naar huis ga,” zei hij. Voor ik iets kon zeggen was hij al de trappen aan het aflopen. Ik keek naar Emma terwijl we beneden de deur hoorden toe gaan. “Nou ja misschien ligt het aan mij maar dat was best onbeschoft,” zei Emma. Ik knikte en keek naar de boeken op het bed, en keek niet op toen Emma de kamer verliet.

“Ga je vandaag naar school,” vroeg Justin. “Jep.” Om één of andere nog onbekende reden was ik vandaag heel vrolijk opgestaan. Emma was nog altijd kwaad over gisteren, en leek niet in de stemming om tegen mij te praten. Ik zwierde mijn boekentas over mijn schouder en ging naar buiten. Ik zag een paar meisjes van mijn klas staan en zwaaide. Ze bleven geduldig wachten, en ik had het gevoel dat deze dag niet meer kapot kon. De meisjes bleven maar doorpraten over 'de nieuwe'. Op dat moment was ik niet zeker of het over Naté ging, maar hoe dichter we bij de school waren hoe meer er verteld werd en hoe zekerder ik werd dat het wel degelijk over hem ging. “Wat vindt jij van hem?” vroeg één van de meisjes. Wat was haar naam nu ook alweer? Lisa geloof ik. “ja,” zei het meisje dat volgens mij Mira heette, "Gisteren heeft hij jou je huiswerk gegeven toch?” “Ja,” antwoordde ik, “Ik weet niet, hij is best aardig geloof ik.” De drie meisjes keken me met opgetrokken wenkbrauwen aan. Ik zag dat we bij school waren “Ik moet nog even naar mijn kastje,” zei ik voor ze er verder naar vroegen, en ging naar mijn kastje. “Dus onze zieke is niet meer zo ziek?” Ik verschoot, weeral. Ik draaide me om om natuurlijk in Naté zijn ogen te kijken. “Nope, kerngezond,” zei ik met een glimlach. “Sorry van gisteren.” Je kon werkelijk de spijt in zijn stem horen, zat hij daar nou zo mee? “Geeft niet hoor, al zal mijn zus van andere gedachte zijn.” Ik keek naar Emma die op haar beurt onmiddellijk weg keek van ons. De bel ging, en bijna automatisch zuchtte ik. “Ik heb geschiedenis dus ik moet hollen,” zei Naté. Ik knikte, en ging naar mijn klas. In de klas was het muisstil, en mijn gedachten zaten ergens anders.

Er zijn nog geen reacties.


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen