~6~
Rustig liep ik door de tempel heen. Carlisle en Amun hadden veel bijgepraat vannacht, maar op dit moment had Benjamin mij gezegd dat ik naar Amun moest gaan. Ik zuchtte. Ik wist al wat dit betekende, ik kreeg zo zijn –voor mij- bekende praatje. Dat houd in dat ik iets heb gedaan wat niet mocht van hem, weggaan zonder iets te zeggen dus. Ik liep naar de zaal met de troon en leunde tegen een pilaar aan. ‘Amun?’ vroeg ik. Hij keek me streng aan. Soms deed hij heel erg vaderlijk met zijn uitdrukkingen. ‘Monifa, je weet dat ik het niet waardeer dat je weggaat zonder te zeggen waarheen’ zei hij. ‘Dat wist ik al’ mompelde ik tegen mezelf en keek hem ongeïnteresseerd aan. ‘Daarom moet ik je straffen, zoals je al weet.’ zei Amun. Ik zuchtte, het gevreesde straf, natuurlijk. ‘Je blijft deze week op je kamer en je mag ook niet zelf gaan jagen, Kebi ko..’ vertelde hij maar ik onderbrak hem. ‘…komt het voedsel wel naar je toe brengen. Zoals u wilt ó zo machtige heerser Amun, zoals u wenst’ zei ik sarcastisch en liep weg. Amun werd altijd boos als ik hem zo aansprak maar ik negeerde hem altijd. Hij kon een goede leider zijn, maar hij heeft mijn leven verpest, dus luister ik niet. Ik hoorde schreeuwen naar me maar ik sloot me gewoon af van hem. Rustig liep ik naar mijn kamer, ik was dit alles al lang gewent. Ik loop naar mijn kamer, verdwijn weer naar een plek uit verveling, Amun word weer boos en geeft mij meer straf, uiteindelijk is het zoveel dat hij het weghaalt, en dan is alles weer goed, zo gaat het al een tijdje, ongeveer 2 jaartjes. Plotseling voel ik een hand op mijn schouder en draai me om. Carlisle. ‘Weer op mijn schouder?’ grinnik ik. Hij lacht kort maar kijkt mij weer serieus aan. ‘Reageer je zo vaker?’ vroeg hij. Ik schudde mijn hoofd. ‘Aan het begin was ik erg boos op hem als hij mij ‘straf’ gaf, maar luisterde gewoon, maar hij zegt altijd hetzelfde dus plaag ik hem ermee. Dat vind hij niet leuk, maar ik wil ook wel een plezier hebben’ mompelde ik. Hij grinnikte kort. ‘Hij vind het niet echt leuk’ zei hij. ‘Weet ik, daarom doe ik het ook’ zei ik. Maar toen keek ik weer naar zijn ogen. ‘Carlisle, waarom zijn jou ogen goud?’ vroeg ik. ‘Ik drink dierenbloed, daardoor worden ze goudkleurig’ vertelde hij. ‘Ik wou ook dierenbloed drinken, maar Amun verbied het me, hij is bang dat ik daardoor wegga van zijn clan en dat wilt hij niet’ vertelde ik. Carlisle knikte bedenkelijk. ‘Je kan met mij meekomen’ zei hij. ‘Het is een aantrekkelijk bod, maar ik neem het niet aan Carlisle. Ik laat Benjamin niet achter’ vertelde ik. ‘Geliefden, ik begrijp je, maar weet dat het aanbod altijd geld’ zei hij. ‘Bedankt’ zei ik. ‘Maar nu ga ik van mijn straf genieten’ mompelde ik en draaide me om. Carlisle lachte en liep weer weg. Ik liep naar mijn kamer waar Benjamin op mijn bed zat. ‘Ga je niet weg omdat je mij hier niet wil laten?’ vroeg hij ongelovig. Ik knikte en nam plaats naast hem. Ik zag aan hem dat hij mij niet begreep, maar ik antwoorde niet. ‘Mag ik uitleg?’ vroeg hij. Ik zuchtte. ‘Het is nu het jaar 1801, bijna 1802. Over een paar jaar mag je waarschijnlijk naar buiten toe om zelf te jagen, als je dan begint met op dieren te jagen zal je het makkelijker leren dan meteen mensen te doden, ik zal samen met jou jagen en bij je blijven totdat jij weg wil’ vertelde ik. Hij knikte en drukte een kus op mijn wang. ‘Benjamin!’ hoorde ik Amun roepen. Benjamin keek mij vragend aan. ‘Ik heb straf en mag geen contact met jou of Kebi hebben’ mompelde ik. Hij zuchtte teleurgesteld en verliet mijn kamer. Eind deze lange week zal het nieuwe jaar beginnen, 1802.
Reageer (4)
snel verder
1 decennium geledenheeel snel verder!!
1 decennium geledenSnel verder (;
1 decennium geledensnel verder
1 decennium geleden