3 food fight

Lachend laten we ons zakken aan de tafel van zwadderich. “stilte!” ik hik nog wat en vind dan rust. Ik leun tegen draco aan. “nou dan gaan we nu beginnen met de preek, en dan sorteer ceremonie en daar na bunkeren”. “haha..” “dat geld ook voor u mevrouw jonhson”. “werkelijk dat wist ik niet professor, goed dat u het even zegt”. “tegen de nieuwelingen zeg ik welkom en tegen de anderen welkom terug”. Bla bla bla. “bunkeren!!”.. roept draco door de zaal en net op dat moment verschijnt het eten. “meneer malfidus was dat nou echt nodig”? “zo te zien wel meneer”. “draco denk een beetje op je taal”. “ja jo wat u wil oude”. “dray zo iets zeg je niet”. “o nee volgens mij zei ik het toch echt hoor morag”. “hé! Jonhson kijk eens”. Verbaast draai ik me om. “nee”! daarna word ik van de bank af geduwd en net voor de grond blijf ik zweven en ik zie een pudding door de lucht zweven die recht in blaze gezicht uit elkaar pletst. “gatver damme wie flikt dit me!”? “die dikke uit ravenklauw blaze”. “hé dikke, wil je nog een stuk taart”? en zo begint een etens gevecht. “heb je gered” zegt een grijnzende draco. “o redder waar kan ik u mee bedanken”? “een heel simpel dingetje”. “nou vertel o redder”. “een kus, vol op me mond”. “ha ha dat had je gedacht, dit kun je krijgen” en ik smeer een stuk chocoladetaart op zijn mond. “ het zal je nooit lukken dray” “wacht maar morag, ik hou het vol en op een dag heb ik je toch gekust”. “ja zeker in je dromen”? “tot nu toe wel”. “dat jij dat allemaal toe geeft gekkie”. “jij komt toch overal achter dus of ik het nou vertel of niet je komt het toch te weten”. “daar zit wat in ja”. “GENOEG”. Ik en draco schrikken ons kapot. “WIE IS HIER MEE BEGONNEN”? “die dikke ravenklauw meneer”. “dank u mevrouw jonhson. Maar u weet hoop ik wel dat klikken onbeschoft is”? “ja dat is het professor perkamentus, maar u vroeg wie het had gedaan en i geef er netjes antwoord op dus ik klik niet”. “u bent net zo onmogelijk als altijd”. “klopt helemaal professor”. “draco ik ben niet onmogelijk”. “o ja wel dat heb je alleen zelf niet door”. “o jij”. En lachen val ik draco om zijn nek die vol chocoladetaart zit.