Foto bij ~5~

Jullie letten niet echt goed op hé? Het is het jaar 1801... Edward kwam pas 1918 en de rest al veel later! Wie denken jullie nu dat het is? :P Dus Inge, je bent niet slimmer geworden :P Juist dommer schat :P
Het is dus Carlisle :P Wel blijven opletten Hé!

XxX

‘Wat wilt u mij vragen?’ vroeg ik. ‘Ken jij Amun?’ vroeg de man. Ik knikte. ‘Hij is mijn clanleider’ vertelde ik. ‘Dan heeft hij uitgebreid’ mompelde de man tegen zichzelf. ‘Inderdaad, met mij tien jaar geleden en met een jongen een week geleden’ vertelde ik. ‘Interessant, ik dacht dat hij niet van gezelschap hield’ zei hij. ‘Houd hij ook niet van, hij wil alleen maar wapens’ mompelde ik zacht. ‘Wapens?’ vroeg hij. ‘Ik en de jongen hebben een krachtige gave, vooral de jongen. Amun maakt ons tot een soort wapen, maar hij is bang dat de Volturi ons vind’ mompelde ik. ‘Daarom is hij niet langs geweest’ mompelde de man. Een stem in mijn hoofd mompelde; Volturi! Vlucht! Maar ik bleef bang staan. ‘Bent u van de Volturi?’ vroeg ik. ‘Was, ze zijn vrienden van mij, net zoals Amun’ vertelde hij. Ik zuchtte opgelucht en knikte. ‘En nu wilt u zeker naar hem toe?’ vroeg ik. Hij knikte en stak zijn hand uit. ‘Ik ben Carlisle Cullen’ zei hij. ‘Monifa’ zei ik. Hij knikte en kan dichter bij mij lopen. ‘Gaan we?’ vroeg hij toen ik stil bleef staan. Ik glimlachte. ‘ik weet een snellere manier’ zei ik met een grote glimlach. ‘Blijf stilstaan’ mompelde ik. Ik dacht aan Carlisle en de tempel. Binnen een seconde stonden we in de tempel en Carlisle keek mij verbaasd aan. ‘Ik zei toch; krachtig. Ik kan mezelf en andere overal naar teleporteren, niet alleen naar een stad, ook onder water, en gevaarlijkere plekken’ legde ik uit en Carlisle keek mij verwonderd aan. Ik zuchtte en richtte me op Amun’s geur. Hij zat op zijn troon. ‘Amun, bezoek’ zei ik. Meteen stond Amun voor mij en begroette Carlisle. Maar Amun was niet alleen, Kebi en Benjamin stonden achter hem. Ik keek naar Benjamin en zuchtte. Ik wou naar mijn kamer rennen, maar Benjamin hield mij tegen. ‘Benjamin’ gromde ik zacht. Geschrokken liet hij los. ‘Wat ga je doen?’ vroeg hij. ‘Iets’ mompelde ik en liep mijn kamer in. Hij volgde me weer en ik keek hem hoofdschuddend aan. Ik dacht weer aan een plek waar ik al snel was. Onder de grond. Ik keek rond. Deze plek lag diep in de ondergrondse tempel. Toen Amun en Kebi vroeger weg waren verkende ik de tempel. Dit was mijn eigen plek, hier ging ik ook alleen heen met mijn gave, want anders roken ze een weg hiernaar toe met mijn geur. Ik zuchtte en ging in de hoek zitten. Ik sloot mijn ogen en dacht aan Benjamin. Hij was echt leuk. Ik werd wakker geschud door een hand. Ik schrok op en zag Benjamin. ‘Hoe kom jij hier?’ vroeg ik. ‘Ik heb de tempel ook verkend’ zei hij. Ik zuchtte en dacht aan mijn kamer. Ik lag weer op mijn bed en pakte mijn boek weer. Zoals ik verwacht stond Benjamin binnen een minuut al weer in mijn kamer. Ik gaf hem geen aandacht en richtte me op mijn boek. Hij trok het boek uit mijn handen en nam zijn gezicht tussen mijn handen. ‘Het spijt me van hoe ik reageerde, Tia en ik hebben nooit iets gehad, ik vond haar alleen leuk, maar ik zou haar nu nooit meer zien, en ik hou van jou, het is alleen zo raar’ vertelde hij aan een stuk door. Ik smoorde zijn mond met een korte kus. ‘Ik hoef geen sorry, ik wou je alleen tijd geven voor het begrip dat je haar waarschijnlijk nooit meer ziet’ legde ik uit. Hij kreeg een zwakke glimlach op zijn gezicht en drukte weer een kus op mijn mond. ‘Bedankt’ mompelde hij in mijn oor. Ik glimlachte en hij omhelsde me.

Reageer (2)

  • 1864

    Snel verder !

    1 decennium geleden
  • Ingeling

    nou, dan ben ik dommer maar het is wel een leuk hoofdstuk! wel snel verder!!

    1 decennium geleden

Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen