4.2 ~flashback
Ik knipperde een paar keer met mijn ogen. Ik had de hele tijd door het raam gestaan, naar buiten gekeken maar niets gezien. Gewoon tot rust gekomen. Ik was mijn gevoel voor tijd volledig verloren. Aan de stand van de zon te zien waren we al een dikke drie uur verder. Pepijn was nog altijd niet terug. Hij hield zich àltijd aan zijn beloftes, een raar gevoel bekroop me. Ik besloot mijn veilige, vertrouwde omgeving te verlaten om te kijken of alles wel goed was met mijn familie. Zachtjes liep ik naar buiten en sloot de deur van mijn privékamer achter me. Ik ademde diep in, ik verliet niet vaak mijn territorium maar het moest nu eenmaal. Ik moest zeker zijn dat ze veilig waren. Langzaam liep ik de trap af, de stilte die in het huis hing maakte me bang. “Misschien zijn ze wel met z’n allen gaan jagen.” Probeerde ik mezelf te sussen. Ik wist dat ik mezelf voor loog. Hij zou me hoe dan ook gevraagd hebben of ik mee wou, hoewel hij wist dat ik zou weigeren. Er moest een logische reden zijn waarom het huis er zo verlaten bijlag. Een deel van mij begon te panikeren, ik dwong dat deel naar achteren. Het mocht niet, ik wou er niet aan denken. Beneden aan de trap leek de stilte nog meer aanwezig dan boven. Het was geen gewone stilte, het was een bedrukkende, onheilspellende stilte. Ondertussen had ik de grote deur bereikt. Ik nam de koele deurklink in mijn handen en ademde een paar keer diep in en uit. Ik zou het nodig hebben, wat ik binnen zou aantreffen was iets wat ik niet wou zien. Dat wist ik. Mijn gevoel zei me dat ik me moest omdraaien, lopen zover ik kon en nooit meer terug komen. Maar het moest, ik dwong mezelf niet naar mijn gevoel te luisteren. Ik duwde de kling naar beneden en de zware houten deur zwaaide al piepend en krakend open. Ik hapte naar adem, al mijn spieren blokkeerden en mijn hersenen sloegen tilt. De kamer die gebruikt werd als woonkamer zat onder het bloed. De muren zaten vol rode spatten, het tafelkleed was rood in plaats van wit en de vloer leek wel de Rode Zee. Overal waar ik keek zag ik onthoofde familieleden, het leek wel een slagveld. Tranen liepen over mijn wangen. Ik had me nooit gemengd in de groep maar toch deed het pijn. Het voelde alsof mijn hart uit mijn borstkas werd gerukt. Ik waande me een weg tussen de lijken opzoek naar die ene persoon, degene waar ik het meeste om gaf. Tussen de hoofden zag ik bekende gezichten, maar niet dat waar ik naar opzoek was. Waar was hij? Even dacht ik dat hij het overleeft had maar toe ik me omdraaide en naar buiten keek verdween mijn hoop als sneeuw voor de zon. Wat ik daar zag was nog gruwelijker dan wat ik binnen had gezien. De sneeuw in de tuin had dezelfde rode kleur als de woonkamer. Het begon met kleine rode cirkeltjes maar hoe dieper ik onze dicht begroeide tuin inliep hoe groter de plekken werden. Tot ik bij de plek kwam waar de sneeuw verzadigd was van het bloed. Dit was het enige deel van de tuin dat niet zichtbaar was vanuit mijn kamer. Daar lag hij, mijn broer, of wat er nog van overbleef. Zijn lichaam was ontdaan van zijn hoofd en hij was helemaal verminkt. Het was afgrijselijk. Ik liet me neerzakken naast het levenloze lichaam en nam het voorzichtig in mijn armen. Tranen liepen nu als stromende beken over mijn wangen. Ik werd verscheurd door verdriet. Mijn broer was deed en het ergste was nog dat ik dit had kunnen voorkomen. Ik wist dat dit zou gebeuren en ik deed niets.
Toen zag ik iets tussen mijn broers vingers zitten, heel voorzichtig haalde ik het er van tussen, bang dat ik hem nog meer zou verminken. Het was een briefje. Ik liet het lijk terug op de grond zakken en vouwde het briefje open. Het was geschreven in onleesbare krabbels, het was van Pepijn, zijn laatste boodschap aan mij.
“Doe wat je moet doen, neem je wraak. Zuster.”
Plots werd ik verblind door woede en wraakzucht. Klaus zou boeten. Ik zou hem laten lijden, hij kwam hier niet zomaar mee weg. Ooit zouden we oog in oog staan? Hij zou me smeken om vergeving. Ik hoorde het hem al zeggen, ik hoorde zijn grauwe stem mijn naam al schreeuwen terwijl ik zijn hoofd eraf rukte. Ik hoorde hem al roepen
‘Ella! Ella!’
Reageer (2)
verdeeeur
1 decennium geledenLove it:)
1 decennium geledenBen benieuwd wat ze met klaus gaat doen uiteindelijk..
En of het nog wat met damon wordt