- 1 Loodjes trekken
Opeens was alles anders. Echt, van het ene op het andere moment.
Ik fietste op mijn gloednieuwe fiets door de straten van New York. Ik zwaaide naar de groenteboer, glimlachte naar de moeder van Erica en weerstond de verleiding om bij de MacDonalds naar binnen te gaan. Ik fietste een klein steegje binnen, waar verder niemand was. Ik had de steeg toevallig ontdekt en merkte dat het een snellere route was naar het warenhuis, waar mijn vader werkt. Ik was het steegje nog maar net in toen een gigantische, ijzeren slurf me van mijn fiets sleurde. De slurf was krap, maar met zijn kracht werd ik naar boven getrokken. Toen ik boven was werd ik een kooi in gedropt, waar nog vier andere kinderen zaten. En nu moet ik maar afwachten wat er gaat gebeuren...
Het lijkt een droom, maar diep van binnen weet ik dat dat niet zo is. De andere kinderen in de kooi kijken angstig voor zich uit. Ze zitten hier vast al heel langer. Een Aziatisch meisje heeft een traan over haar wang lopen en een Afrikaanse jongen trilt hevig. Een Egypitsche jongen zit in elkaar gedoken naast hun.
Een ander, waarschijnlijk Frans meisje, lijkt het daarentegen te gek vinden. Ze heeft een grote glimlach, en haar ogen stralen. Ik besluit om naast haar te zitten.
'Spreek je Engels?' vraag ik. Ze knikt. 'Mooi zo.'
'Ik heet Echelle,' zegt ze terwijl ze naar zichzelf wijst. 'En dat is Kartika.' Ze wijst naar het Aziatische meisje.
'Mijn naam is Scott,' vertel ik tegen Echelle. 'Waarom zijn we hier?'
'Ik weet het niet,' geeft Echelle toe. 'Ik werd opgezogen door een immense ijzeren slurf, het voelde als een droom. Nu zit ik hier.'
'Ik had precies hetzelfde!' roep ik. 'Ik fietste en opeens was die slurf er en ik werd opgezogen. Het was allemaal zo onwerkelijk!'
'Koppen dicht!' klinkt er opeens een lage stem. We horen wat gepiep en een deur gaat open. Een gespierde man komt de kamer binnen, waar de kooi ook staat waar we in zitten. Hij wordt gevolgd door een klein mannetje, met grijs gladgestreken haar. Hij draagt een brilletje op het puntje van zijn neus en een witte labjas.
'Mijn naam is Professor Iritratus Kwarteux, en jullie zijn mijn proefpersonen,' gniffelt hij. 'Hebben jullie afscheid kunnen nemen van jullie zwakke familietjes? Ik hoop het, want die zien jullie nooit meer terug!' Hij lacht haar, klopt de gespierde man op de schouder en verdwijnt dan weer.
'Mijn naam is Werner,' zegt de gespierde man. 'Ik ben de Hoofdbewaker van de professor. Mijn taak is om jullie hier te houden, tot de andere vijf kinderen er zijn. Je kunt me alles vragen, want ik sta aan jullie kant.' Die laatste zin fluistert hij, wat ik ook snap.
'Waarom stuur je ons dan niet naar de aarde?' roept Echelle. 'Als je aan onze kant staat, dat beweer je tenminste.'
'Ik zal de doodstraf krijgen,' fluistert hij. 'Maar op Sariton, de planeet waar jullie heen worden gebracht, zal ik jullie helpen met ontsnappen, geloof me.' Zijn woorden klinken oprecht en waar, maar een deel in mijn lichaam vertrouwen het niet. Zomenteen zal deze Werner ons vast verraden, ons met de grond gelijk maken. Maar ik houd mijn mond en doe net alsof ik Werner geloof.
Er zijn inmiddels acht kinderen in de kooi. Een Canadese jongen, Australisch meisje en Bulgaars meisje zijn door de slurf naar boven gekomen. Het Bulgaarse meisje spreekt geen woord Engels, en daar is geen contact mee te krijgen. Het enige wat ze doet is naar zichzelf wijzen en 'Lyudmila' roepen, wat waarschijnlijk haar naam is. Lyudmila trekt aan de arm van de Afrikaanse jongen, wiens naam Guban is, die op zijn beurt naar de andere kant van de kooi vlucht.
Het Australische meisje en Echelle kunnen het goed vinden. De Canadese jongen komt naast mij zitten. We spreken beiden vloeiend Engels.
'Mijn naam is Owen,' zegt hij, 'en jij heet?'
'Scott,' antwoord ik. Ik denk dat ik het meeste aan hem heb dus ik blijf bij hem zitten.
Opeens klinkt er wat gemorrel en er schiet een kind uit de slurf. Hij zit er heel Oost-Europees uit. Als hij ons ziet kijkt hij geschokt voor zich uit en gaat in een hoekje zitten, de enige die nog vrij was.
In de ene hoek zit Lyudmila, in de andere Guban, Kartika en de Egyptische jongen, in nog een andere Owen, Echelle, het Australische meisje en ik en in de laatste de Oost-Europese jongen, die het patroon van Lyudmila overneemt en naar zichzelf begint te wijzen en zijn naam te noemen. Stanimir, zijn naam, bevestigd dat hij uit Oost-Europa komt. Waarschijnlijk uit Rusland.
Het laatste kind volgt niet veel later. Hij heeft een Marokkaans uiterlijk, en heet niet verrassend Mohammet. De deur gaat piepend open en Werner, die was vertrokken voor een kop koffie, komt de kamer weer in. De professor volgt hem weer.
'Voor de andere vijf kinderen: mijn naam is Professor Iritratus Kwarteux, en jullie zijn mijn proefpersonen. Ik wens jullie met heel mijn hart welkom op Sariton, de planeet waar ik tot de top van machtigste personen behoor. Werner laat jullie nu loten, mogen de kansen in je voordeel zijn. Of ik bedoel nadeel,' grijnst hij gemeen. Hij verlaat de kamer.
'Oké, jullie trekken gewoon uit deze bak,' hij haalt een bak tevoorscijn, 'lootjes en welk nummer daarop zit, als zoveelste wordt je gevoerd.'
'Gevoerd?!' roep ik geschokt.
'O, was dat nog niet duidelijk?' zegt Werner. Hij doet anders dan de vorige keer, en ik ben blij dat ik niet in zijn praatjes ben getrapt. 'Sariton wordt geteistert door woeste wezens, de Waginders. Ze vernielen alles. Door jullie aan hen te voeden heeft de professor en zijn team tijd om een barriére te bouwen om het gebied waar de Waginders leven.'
Dat Werner het uiteindelijke doel verteld, terwijl dat vast niet van de professor mocht, is toch weer een teken van hulp. Ik weet niet of ik hem moet vertrouwen.
'Kom, geef de bak door en trek een lootje.' Hij geeft het bakje aan Echelle die bibberent een lootje trekt. Een dikke zeven siert haar lootje. Ze haalt opgelucht adem. Haar Australische vriendin heeft minder geluk: een dikke twee staat op haar lootje. Ze kijkt angstig voor zich uit en tranen staan in haar ogen. Owen trekt een loodje met het cijfer negen erop, en als Werner ons daadwerkelijk gaat redden, maakt hij zeker kans om weg te komen. Nu ben ik...
Ik grabbel in de bak, en nog eens. Ik klem een strookje vast en ben er van overtuigd dat ik straks een tien zie. Maar als ik het papiertje open vouw is dat niet het geval. Vier. Ik slik even, maar ik houd mezelf koel. Ik kijk Werner even aan, die zachtjes knikt. Ik heb nog kans... Werner is te vertrouwen, ik heb nog kans...
Lyudmila trekt nummer zes, Guban nummer acht en het wordt doodstil in de kooi als Kartika één trekt. Ze begint te huilen en te gillen. Guban probeert haar te kalmeren, maar niks lijkt te helpen. Uiteindelijk wordt ze met een prik rustig gemaakt. Stanimir trekt nummer drie. Zijn blik wordt angstig en hij gaat dicht in de hoek zitten.
Mohammet trekt loodje tien, en hij haalt opgelucht adem. De Egyptische jongen weet welk lootje hij zal pakken: nummer vijf.
Werner heeft alles genoteerd en verlaat de kamer. Ons, de tien kinderen, met een verschrikkelijk gevoel achterlatend.
Reageer (5)
gaaafff!! hoe kwam je daarop!!!! echt,heel erg goed geschreven!!
1 decennium geledenWow.. Prachtig!
1 decennium geledendanku
1 decennium geledenKUDOOO!! +ABO
1 decennium geledenIk vind scine-fiction verhalen niet echt leuk. Maar deze wel! Komt vooral op de manier hoe je schrijft
Wauw, echt bijzonder verhaal ! Snel verder, nu heb je me verslaafd gemaakt ! .
1 decennium geleden