Facts
Het gesprek was ten einde en ik liep naar mijn eigen kamer in de vakantie villa. Ik zag langzaam de eerste zonnestralen al verschijnen en deed de gordijnen dicht. Ik liep naar de badkamer en plensde wat water in mijn gezicht om die verschrikkelijke foundation af te spoelen. Eigenlijk moest ik blij zijn dat foundation was uitgevonden, hoe had ik anders mijn bleke huid moeten verbergen? Ik keek in de spiegel om te kijken of alle resten waren afgespoeld. Gelukkig is het maar een fabel dat een vampier geen spiegelbeeld heeft. Heel veel ‘fabels’ over de vampiers zijn eigenlijk op waarheid berust. Vreemd, maar waar. Als eerste is het dat vampiers mensenbloed drinken. Eigenlijk is dat niet eens een fabel maar gewoon de waarheid. Ten tweede dat we levend verbranden in de zon. Dat is wel een fabel. Ik kan wel gewoon buiten lopen als de zon schijnt het is alleen zo fel aan je ogen. Het is gewoon niet prettig, net alsof je de hele tijd recht in de zon kijkt. Mijn ogen zijn zo veel verder ontwikkeld dan die van de mens waardoor je de zon liever vermijd. Vervolgens is er de fabel dat vampiers niet tegen knoflook kunnen, ook een soort van waarheid. Naast mijn ogen is mijn neus ook goed ontwikkeld. Door die super sterke zintuigen die ik heb, ruik ik liever geen knoflook. Een mens vind het al scherp ruiken, laat staan een vampier! Als laatste is er de fabel dat ik niet op foto’s kan staan. De enige reden dat ik niet op foto’s kan staan is omdat ik veel te snel beweeg. Niemand kan ‘perfect’ stilstaan en als je dan 100x sneller bent, wordt je wazig op de foto waardoor het lijkt alsof je er niet opstaat. Ik lachte, ze moesten eens weten hoe dichtbij ze zitten bij de waarheid. En dan nog van geen kwaad bewust zijn. Ik pakte de blauwe handdoek die over de rand hing van het bad, en droogde mijn gezicht.
Ik liep naar beneden om te kijken waar de anderen waren. Cornelia en Elisabeth zaten op de bank naar een of ander ochtendprogramma te kijken. Ik plofte in de grote rode stoel naast de bank. “Wat worden de plannen meiden?” vroeg ik hoopvol en keek van de een naar de ander. “Ik kan wel wat leuke dingen bedenken...” begint Cornelia. Er staat een grote lach op haar gezicht. “Geen jongens of wat dan ook. Please! Spaar me.” zei Elisabeth. “Oké dan” zucht Cornelia en ze rolt met haar ogen. Margaretha is naar beneden gekomen en staat in de deuropening van de woonkamer. “Je hoeft niet op mij te rekenen.” Zegt ze. Ze kijkt verwaand een andere kant op, en verdwijnt weer naar boven. “Dan wordt het sowieso gezellig” grijns ik. “Maar nu nog bedenken wat.” Zei Elisabeth. “Ik weet het!” schreeuwde Cornelia opeens. We keken haar vragend aan, want ze zat letterlijk te wippen van ongeduld. Elisabeth en ik keken elkaar aan, en wachtten gewoon heel rustig totdat Elisabeth het niet meer had. “Waarom gaan we niet duiken, dat hebben we al zo lang niet meer gedaan.” Daar had ik ook wel zin in. “Gaan we dan rond een uur of elf?” vroeg Elisabeth. “Ja, doen we.” Zei ik. Ik keek op de klok, het was pas tien uur in de ochtend. “Filmpje?” zei ik. “Ik zet er wel een aan.” En terwijl Cornelia dat zei, stopte ze het schijfje in de dvd-speler.
Er zijn nog geen reacties.