Ch. 59 Ronald Wemel
BLUE POV
Ik zucht, niet zo’n verveelde zucht. Maar een verliefde zucht. ‘Oké, ik heb er genoeg van’ Ginny draait zich om met een gespannen uitdrukking op haar gezicht. ‘Wie is die gast waar je verliefd op bent? Ik ga hem dwingen om je te kussen, dan ben ik tenminste van je gezucht af’ ze moest is weten. ‘Niemand’ ‘Maak dat de kat wijs’ ‘Kom poes, kom poes’ ik maak een raar geluidje. ‘Miauw’ een ros katje steekt haar hoofdje langs de deurpost. ‘Kom is hier poes’ de poes komt mijn richting uit gewandelt. Met een hand pak ik haar op en drop haar op mijn schoot. ‘Ik ben op niemand verliefd’ de kat kijkt me dom aan en begint te ronken. Ginny bekijkt mij, en de kat, met open mond. Snel hersteld ze zich. ‘Zeg het gewoon!’ ‘Nee’ ik grinnik zachtjes als ik zie dat ze stillaan geïrriteerd aan het raken is. Op het eerste zicht zou je dat nooit van Ginny verwachten, dat ze zo snel geïrriteerd geraakt. Maar iedereen heeft zo wel zijn kantjes dat niemand verwacht zeker? ‘Waarom wil je het niet vertellen?’ ‘Omdat ik op niemand verliefd ben en daarom kan ik het ook niet vertellen’ de kat springt van mijn schoot af en loopt de kamer door. ‘Wat doet die kat hier!’ mevrouw Birolla komt kwaad uit een van de zij kamertjes. Ze heeft het beestje aan zijn nekvel vast, het katje kijkt rond, niet wetend wat er met hem of haar kan gebeuren. ‘Het zal zeker door de kier naar binnen geglipt zijn. Ik zal het buiten zetten, mevrouw’ stelt Ginny voor. Ze staat recht en strekt haar armen uit om het katje aan te pakken. Mevrouw Birolla geeft Ginny het katje en wandelt dan hoofdschuddend en vloekend terug haar kamertje in. ‘Wat een heks’ Ginny trekt haar neus op en zet dan het katje terug in de gang. Ze sluit de deur achter zich als ze terug naar binnen komt en laat zich weer op haar stoel zakken. ‘Zullen we dan maar verder doen?’ ik knik en pak mijn perkamentenrol, ganzenveer en inkt.
De sneeuw is allemaal verdwenen, iets wat ik toch spijtig vind, alleen het koude briesje is er nog. Mijn handen duw ik nog dieper in mijn zakken, mijn hoofd houd ik naar beneden gericht. Zo voorzichtig mogelijk probeer ik de helling af te raken. Er mag dan geen sneeuw meer liggen maar het is nog spekglad. ‘Blue!’ de stem doet me verschieten, waardoor ik mijn voet fout zet en uit glijd. ‘Blue!’ deze keer hoor ik ongerustheid in de stem. ‘Gaat het?’ de persoon komt naast me zitten en kijkt me aan. ‘Ja hoor, ik lette gewoon even niet op’ ‘Sorry dat ik je heb laten verschieten’ de persoon staat op en steekt zijn hand uit. ‘Dank je’ hij trekt me recht, maar blijft mijn hand vast houden. ‘Gaat het wel lukken? Zonder hulp naar beneden gaan?’ ‘Lucas! Wat denk je wel niet van me?’ een giechel moet ik onderdrukken. ‘Veel’ ‘Ah ja?’ ‘Ja’ hij helpt me de rest van de helling verder af. ‘Heb je echt nergens pijn? Ik had je niet moeten roepen’ ‘Lucas, het is gebeurd. Niets aan te doen, relax’ hij zet een schuine grijns op zijn gezicht. ‘Waar zijn je vrienden eigenlijk?’ ‘Wil je me weg ofzo?’ Lucas kijkt me aan. ‘Nee, nee. In tegendeel, maar ik ben gewoon gewend dat je altijd ongelofelijk veel volk bij je hebt’ mompel ik als ik, met een rood hoofd, naar de grond staar. Stom kind dat je toch bent! ‘Oh, ik heb eigenlijk geen idee waar ze zijn’ ‘Dat ik ook logisch. Goede vriend dat je bent’ ‘Normaal gezien ben ik dat wel hoor, er is nu gewoon iets waardoor ik dat soms vergeet te zijn’ niet begrijpend kijk ik hem aan. ‘Je komt er nog wel achter’ hij pakt mijn hand nog steviger vast en trekt me mee verder. ‘Na u mevrouw’ hij wijst naar de trappen van de uilentoren. ‘Waarom ga jij niet eerst?’ ‘Omdat het ten eerste beleefd is om de vrouw eerst te laten gaan en ten tweede omdat als jij valt ik je kan opvangen’ alsof hij net gezegd heeft dat hij een genie is kijkt hij me aan. Ik schud mijn hoofd en wandel, voorzichtig, de trap op. De deur van de toren maakt een krakend geluid als ik ze open trek. Zodra ik in de toren ben ga ik opzoek naar Fidius. ‘Fidius, kom jongen’ ik maak een lokroepje. ‘Fidius?’ ‘Ja, mijn uil’ ik kan niet veel meer zeggen want Fidius landt al voor me, op de stok. ‘Hey jongen’ ik haal mijn hand uit mijn zak en geef hem een paar nootjes, die hij natuurlijk zo snel mogelijk op eet. De slokkop. Ik bevestig mijn brief aan zijn poot. ‘Naar Bellemarie’ Fidius kijkt me met zijn twee kralenogen aan en het volgende moment vliegt hij op. ‘Moet jij ook een brief versturen?’ Lucas schudt zijn hoofd. ‘Waarom ben je dan hier?’ ‘Ik was je aan het zoeken en Ginny zei dat je naar hier op weg was’ weer verschijnt die schuine grijns op zijn gezicht. ‘Gaan we terug? Ik heb ijskoud’ ik wrijf is goed met mijn handen over mijn armen heen om het wat warmer te krijgen. ‘Kom’ hij slaagt zijn arm rond mijn schouder heen en zo wandelen we samen terug naar Zweinstein. ‘En, heb je het al een beetje warmer?’ ik knik. Hij haalt zijn arm van mijn schouder af zodra we de gang binnen wandelen. ‘Ik ga naar mijn kamer, me omkleden voor het avond eten. Tot straks?’ ik kijk hem aan. Hij knikt. ‘Tot straks’ hij drukt een kus op mijn wang en vertrekt, op weg naar de leerlingenkamer. Even sta ik als versteend vast aan de grond. Wat is het toch een schatje. Zonder het door te hebben begin ik te wandelen, op weg naar de leerlingenkamer. Ik loop langs mensen die hallo zeggen en negeer ze compleet. Omdat ik namelijk niet door heb dat ze iets zeggen. Ik zit helemaal met mijn gedachten bij Lucas. ‘Blue!’ ik voel dat iemand me tegen houdt en ik kijk op. Ron kijkt me raar aan. ‘Wat is er?’ ‘Dat kan ik ook aan jou vragen’ ‘Hoe bedoel je?’ ‘Waarom negeerde je me?’ ‘Oh sorry, ik ben er niet met mijn gedachten’ mijn wangen kleuren een beetje rood en ik werp mijn blik op de punt van mijn schoenen. ‘Aan wie ben je dan aan het denken?’ ‘Niemand’ ‘Laat me raden dat een snotjong waar je mee op het bal was’ ‘Lucas is geen snotjong’ ik kijk Ron verontwaardigd aan. ‘Dus hij is toch de gene waar aan je aan dacht’ alsof hij net een groot geheim ontdekt heeft kijkt hij me aan. ‘Wat ben je soms toch een klein kind’ ‘Waarom zegt iedereen dat toch steeds’ Ron slaagt zijn ogen in de lucht en schud zijn hoofd heen en weer. ‘Omdat het misschien de waarheid is’ ‘Dat zeg jij en trouwens ik ben ouder hoe kan ik dan een klein kind zijn. Zie ik er niet oud genoeg uit?’ hij spant zijn spieren op, iets wat er zeer belachelijk uit ziet. Ik schiet in de lach, het is toch zo’n schatje.
Ik kan er niets aan doen, maar ik vind Lucas een schatje ^^ Jullie ook?
Reageer (5)
Omg, die foto van Ron/Rupert daarbovenaan Haha, serieus, echt geweldig. Hij schaamt zich ook nergens voor om gewoon zulke gezichten te trekken, terwijl hij zo beroemd is en iedereen dat gewoon kan zien, zo gaaf <33 Daar hou ik echt van (kudo) Dus nu ben ik dankzij jouw deeltje en foto weer helemaal blij ^^ Super.
1 decennium geledenSnel verder ! <3
1 decennium geledenXx
Voor het eerst vind ik Ron echt een totale asshole ö
& ja, ik vind Lucas een schatje <3
Ik ben het eens met Fie, ik weet ook niet meer zo goed hoe Lucas er uit ziet. ;x
Snél Verdeeeeeeeeeeeeeeeeeer
Normaal zou het langer zijn, maar anders zal ik misschien in herhaling vallen aangezien ik tegen jou spreek.
Haha
1 decennium geledenBlue is veliefd blue is verliefd!! :p
Love it!!
Snel verder!!
Xx
Oh my gosh, die foto vind ik awesome.
1 decennium geledenWeasley is our kingEn ik ben geabo't op die persoon die het filmpje heeft gemaakt, dus heb ik het al gezien. Weetje welke er ook mooi is: This one. Niet om grof te zijn, maar die vind ik zelf nog mooier dan de jouwe.
Eh, nu toch maar even verder gaan:
Eigelijk vind ik het wél logisch dat Ginny snel geïrriteerd raakt, want ik vind dat het bij haar temperamentvol karakter past, hehe. Maar eigelijk heb ik 't niet zo op haar
Dat wist je vast al.En ja, ik vind Lucas een gigantisch groot schatje. A real gentlemen . Maar ik weet wel niet meer zo goed hoe hij er precies uitziet (sorry). Mss eens een foto van hem tonen ofzo? En Ron is natuurlijk ook heel lief en schatjesachtigSnel verder