Foto bij I'm alone.*

Het duurde te lang voor hij er was en toen hij om de hoek kwam was het duidelijk dat we lang nog niet naar huis gingen. Ik verloor een zucht die hij leek op te vangen. Zijn vriendelijke ogen zochten die van mij en de onschuld en spijt was er in te zien. Ze zeiden: we gaan straks weg, nog even. Die ogen, waren de enige ogen die ik beter kende dan die van mezelf. Ik knikte, ging akkoord met zijn ongezegde belofte. Hij glimlachte en duwde Santana en Lori verder, Sue achter hem. Ze brulde zo luid dat mijn oren er pijn van deden. Ik nam een seconde om mezelf bij elkaar te rapen, me sterk te houden en volgde dan mee naar binnen. Ik gleed achter ze als een ongekende geest, nog niet echt dood maar wel emotioneel gestorven van verdriet. Alles voelde zo zwaar, leunde op mijn schouders.
Ze sloegen een hoek om en het geluid ebde weg. Ik bleef achter met mezelf in een verlaten gang.
De deur aan de linker kant leek bijna op te lichten, een plek waar ik kon verschuilen. Ik schuifelde naar voor en ging naar binnen, bekeek het lokaal opnieuw. Deze keer leek het duister. Geen zon dat door de ramen naar binnen scheen, enkel een paar spots die een beker aan de muur oplichtte.
Een glimlach deed mijn lippen opkrullen, een verbleekte grijns van wat hij ooit geweest was. Iets trok mijn aandacht opnieuw weg. Voor de 2de keer die dag nam ik de gitaar in mijn handen, liet de band langs mijn nek glijden en plaatste mijn vingers. Mijn ogen gleden de kamer rond. Niemand, enkel ik.
Zacht speelde ik de akkoorden, bang dat iemand op de gang het zou horen. Ik haalde diep adem en vocht tegen dat bijtende gevoel in mijn borst. Ik partte mijn lippen en glimlacht naar mijn onzichtbare publiek. “Deze is voor jullie,” fluisterde ik.
Ik streek met mijn nagels langs de snaren en zong. Zong zonder na te denken over wat en hoe. Ik kan me zelf niet meer herinneren welke akkoorden ik speelde of welke woorden er over mijn lippen rolde. Ik zong gewoon wat ik voelde, schreeuwde wat er in mijn gedachten omging.
Heel even voelde ik me vrij. Als vliegen op woorden van ongekende krachten.
Een traan ontsnapte vanuit mijn ooghoek en spatte uit elkaar op het hout en de laatste noten vlogen door de ruimte. Ik ademde luid, voelde de hals trillen tussen mijn vingers en dan brak er een zucht door mijn veilige scherm. “Dat is hoe ik me je herinner…”
Zijn stem was zacht en voorzichtig. “Oh ja? Want ik kan mezelf niet eens meer herinneren…”
Ik hoorde zijn schoen ketsen tegen de vloer en hielden een halt bij mij, zijn hand op de rand van mijn schouder. Ik kromp in elkaar en hij liet snel weer los.
“Gaan we naar huis?” vroeg ik met gebroken stem.
Ik wist dat hij knikte, bang om me nog meer van steek te maken. Ik wou terug rennen, gewoon weg gaan. Weg van het lokaal, de school, hem… maar ik kon het niet.
Ik liet hem de gitaar weer over mijn nek schuiven en langs te kant zetten.
“Maak je geen zorgen, Will. Ik red het toch altijd…”
Hij wilde daar iets tegenin brengen, maar beet zijn tong. Hij knikte en liep achter me het lokaal uit. Alles in mijn lichaam deed pijn, alsof ik al mijn spieren opgespannen had en nu pas gelost had.
Mijn gedachten gingen terug naar een zin die me mijn hele leven zou beschrijven.
Een zin die Taylor jaren terug gezongen had.

I’m alone, on my own, and that's all I know.

Reageer (4)

  • Zenith

    Taylor? O:

    1 decennium geleden
  • blerta803

    geweldig(doeg)

    1 decennium geleden
  • nakito

    snel verder :D

    1 decennium geleden
  • Allysae

    snel verder

    1 decennium geleden

Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen