Hoofdstuk 2.
Ik zit in mijn appartement en lees een tijdschrift. Ik probeer mijn gedachten af te leiden van alles wat er gebeurt is vandaag. Damien zal niet terugkomen uit Afghanistan niet levend en niet dood, ze hebben geen lichaam. Hij is verdwenen en zal niet meer bij me terugkomen. Nooit zal ik hem kunnen begraven en op een fatsoenlijke manier afscheid van hem kunnen nemen. Dat is nog wel het meest erge eraan. Ik leg mijn tijdschrift aan de kant en leg mijn handen op mijn buik. Nog een maand en dan komt mijn baby, mijn prachtige baby. Ik zucht zachtjes en haal mijn handen van mijn buik af en sta op. Ik loop naar de keuken en begin een kop thee te maken. Dan begint mijn mobiel te rinkelen. ‘Met Aimee’ zeg ik als ik op het groene horentje heb gedrukt. ‘Met Samir’ klinkt de stem aan de andere kant. ‘Hoi’ zeg ik terwijl ik het theezakje uit het hete water haal en weggooi. ‘Gaat het goed?’ vraagt hij. Zijn stem klinkt een beetje zenuwachtig. ‘Het gaat’ zeg ik. ‘Zal ik langskomen?’ vraagt hij. Ik twijfel even. Het liefst wil ik mijn bed in, mijn ogen leeg huilen en dan slapen. Maar aan de andere kant, misschien kan Samir me echt helpen met dingen. ‘Is goed’ zeg ik dan. ‘Geef me je adres’ lacht hij als ik stil blijf. ‘Oh ja’ mompel ik en daarna zeg ik mijn adres. ‘Ik ben over een kwartier bij je’ zegt hij. ‘Oké tot zo’ mompel ik en daarna klik ik op het rode horentje en leg ik mijn mobiel weg. Ik slof naar de bank met mijn kop thee en klik de tv aan. Er is niets op tv behalve het nieuws, die over al het ongeluk in de wereld verteld. Deze hele wereld is vol ongeluk en ik vind het niet prettig om nog meer leidende mensen te zien. Ik drink van mijn thee en kijk naar een of ander programma dat mij een raar ding probeert te verkopen. Ik lach om de nepheid van de presentatrice en van het product. Totdat de bel gaat. Ik sta op en loop met mijn theemok in mijn hand naar de deur en open deze. Ik kijk recht tegen een enorme bos bloemen aan. Die gaan een stukje naar beneden en het lachende gezicht van Samir komt te voorschijn. Hij geeft mij de bloemen. ‘Dank je wel. Dat had je niet hoeven doen’ zeg ik terwijl ik de deur verder opendoe zodat hij naar binnen kan komen. Hij hangt zijn jas aan de kapstok en loopt dan door naar binnen. Ik gebaar dat hij moet gaan zitten op de bank. Ik zet de bloemen in het water en zet ze op de eettafel. ‘Wil je misschien iets te drinken?’ vraag ik aan Samir. ‘Heb je misschien iets van cola?’ vraagt hij. Ik knik en loop de keuken in om een glas cola voor Samir in te schenken. Ik spoel mijn mok op en doe er een beetje water in voor mijzelf. Dan loop ik de woonkamer weer in en zet het glas neer waar Samir net zat.
Reageer (4)
Oke sorry die plaatjes zijn stom, maar ach*O**O*
1 decennium geledenAaaahw Samir is zooo lief:9~(gsm)(finger)(wedding)(kudo)
1 decennium geledenWaar Samir net zat. Is hij het afgetrapt? Nee toch?
1 decennium geledensnel verder!
x
Sam is cute
1 decennium geledenEn Anne, ik hou echt van je <3