Hoofdstuk 1.
Ik loop door de straten van London en houd mijn handen op mijn buik. Ik ben hoogzwanger en heb net verschrikkelijk nieuws gekregen. Damien zal niet terug keren uit die oorlog. Ik ben mijn alles kwijt en mijn kind zal nooit zijn vader leren kennen. Ik zucht zacht en voel hoe mijn ogen nat worden van de tranen. Ik kijk niet goed waar ik loop en bots daardoor tegen iemand op die op de grond valt. Hij roept dingen naar me, dat had hij beter niet kunnen doen want daardoor barst ik nu echt in huilen uit. ‘Het spijt me meneer’ snik ik. Hij slaat geschrokken zijn handen voor zijn mond en krabbelt overeind. ‘Ik bedoelde het niet zo, echt niet’ zegt hij snel terwijl hij naar mijn tranen staart. Ik glimlach dan zwakjes naar hem en veeg de tranen van mijn gezicht af. ‘Ik kan niet geloven dat ik de enigste reden ben dat je zo moest huilen’ zegt hij. Ik schud mijn hoofd zachtjes op en neer. ‘Het is niet belangrijk. Het spijt me, een fijne dag verder, meneer’ zeg ik zachtjes. Daarna loop ik weg maar hij pakt mijn pols vast. Ik draai me om en kijk erna. ‘Vertel het me’ zegt hij zacht. ‘Ik ga geen vreemdelingen lastig vallen met mijn problemen’ mompel ik. ‘Denk aan je baby’ zegt hij met een blik op mijn grote buik. Ik leg mijn handen erop en glimlach even. ‘Vertel me het’ zegt hij terwijl hij zijn hand van mijn pols laat afglijden en mijn hand zachtjes vast neemt. Ik kijk hem aan en glimlach dan naar hem. ‘Misschien is dat een goed idee, ja’ zeg ik dan met een flauwe glimlach. Hij blijft mijn hand vasthouden en lopen naar een bankje dat ergens midden in het centrum staat. Ik ga zitten en de vreemde jongen ook. ‘Vertel’ zegt hij. ‘Mijn vriend is uitgezonden naar Afghanistan en komt niet meer terug. Hij is gestorven en ik ben zwanger en nu heeft mijn kind geen vader’ snik ik. De jongen staart me geschrokken aan en ik begin weer te huilen. Voorzichtig slaat hij zijn armen om me heen. ‘En nu zit ik in een vreemd land, zonder iemand te kennen’ snik ik. ‘Waar kom je vandaan dan?’ vraagt hij terwijl hij wat tranen van mijn gezicht afveegt. ‘Frankrijk’ zucht ik. ‘Ik ook’ roept hij dan. Ik kijk hem aan en glimlach dan. ‘Je bent niet meer alleen, uhm’ zegt hij. ‘Aimee’ zeg ik zachtjes. ‘Samir’ stelt de jongen zich voor terwijl hij een kusje op mijn hand drukt. ‘Ik zal je helpen’ zegt hij dan. ‘Dat hoef niet hoor’ fluister ik zacht. ‘Maar ik doe het graag, laat me helpen, Aimee’ smeekt hij me bijna. Ik kijk hem in zijn bruine ogen aan en glimlach dan zwakjes. ‘Geef me je nummer’ zegt hij. Ik geef hem mijn nummer en hij staat op en kust me op mijn wang. ‘Ik kom te laat op training. Ik bel je’ zegt hij en daarna is hij verdwenen.
Reageer (4)
Samir -zucht- <3
1 decennium geledenAahw zo zielig ):
1 decennium geledenMaar wel heel mooi geschreven ^^
ocharme!
1 decennium geledensnel verder!
x
Arm kind
1 decennium geledenSamir is lief (: