Foto bij 4.0

Een irritant geluid verstoorde mijn droomloze slaap. Ik kneep mijn oogleden harder op elkaar in de hoop het geluid te kunnen bannen, wat niet lukte. Geërgerd opende ik mijn ogen, ze stonden dof en mijn hoofd bonkte als een gek. De gevolgen van mijn overdreven alcohol gebruik van de voorbije avond. Half slapend slenterde ik naar de keuken, waar het geluid vandaan kwam. Het gezoem was afkomstig van mijn gsm die op de keukentafel lag te trillen. Een sms, wat ik daar zag deed het verdoofde gevoel meteen verdwijnen. Dat doffe gevoel maakte plaats voor helderheid. Ik las de tekst opnieuw en een raar gevoel bekroop me. Het gevoel waar ik al eeuwen op wachtte. Ik voelde hoe mijn tanden scherp en lang werden, ik had mezelf even niet meer in de hand. Ik was verblind door woede, woede die zolang in me had gezeten. Stil, verschuild in een hoekje, maar duidelijk aanwezig. Het had zich opgestapeld in mijn lichaam, en elke dag dat het daar zat, zijn weg zoekend naar buiten, had het zich uitbereid. Het had zich gedeeld en vermenigvuldigd, zoals ziekte cellen dat doen. Vandaag was de dag, de woede had me in zijn hand. Eindelijk kon ik wraak nemen. Klaus zou niet weten wat hem overkwam. Weer werd ik gestoord door een binnen komende sms. Het was er weer een van Elena. Ze zouden me komen halen, omdat het hier te gevaarlijk was, met Klaus in de stad. Ze waren van plan hun grote geheim aan mij te onthullen, om me het gevaar van de situatie te laten inzien. Mijn hoektanden trokken zich weer terug in mijn tandvlees, tot ze een normale grote hadden. Ik zou dit toneeltje nog maar enkele uren moeten volhouden. Straks zou ik mijn ware identiteit tonen aan de wereld. Ik moest al die woede sparen voor Klaus…
Terwijl ik onder de warme douche stralen stond voelde ik hoe de woede zich terugtrok om weer plaats te maken voor dat lamme gevoel. Het was hetzelfde gevoel als enkele minuten gelden, toen mijn roes verstoord werd, nu had het alleen een andere oorzaak. Ik was helemaal verlamd door ongeloof. Was het nu echt zover? Nu ik zo dicht bij mijn doel was, leek het onwerkelijk, onmogelijk. Ik was zó dichtbij. Morgen was alles voorbij, dan zou ik weer kunnen beginnen leven. Helemaal versuft kwam ik onder de douche vandaan, droogde me af en deed de kleren aan die ik al had klaargelegd. Ik wou net mijn haar beginnen drogen toen ik besefte dat dat redelijk nutteloos zou zijn, met de plannen die ik in het vooruitzicht had… Dus besloot ik mijn haar maar in een strakke knot te dragen, zo zou het tenminste niet in de weg zitten tijdens het gevecht dat er zat aan te komen.
Snel nam ik mijn handtas die op een van de stoelen op de overloop lag. Rustig stapte ik de trap af, ze zouden hier elk moment kunnen zijn. Om me in veiligheid te brengen. Ik lachte, het was een schelle lach die door het volledige huis echode. Zij wouden mij beschermen, hoe hilarisch. Als puntje bij paaltje kwam, was ik degene die hen moest beschermen maar dat wisten ze natuurlijk niet. In het midden van de trap hield ik halt, ik was iets vergeten, iets belangrijks. Vliegensvlug draaide ik me om en spurtte naar boven. Ik ging in één van de kamers – degene die ik had gebruikt om mijn weinige spullen in op te bergen – binnen. Ik wist wat ik nodig had en waar ik het kon vinden. Ik liep naar een van de koffers en opende die behendig. Daar lag het. Het oude, eikenhouten kistje, er was een of ander ingewikkeld patroon in gekerfd. Ik liet mijn vingers langs de randen glijden, tot ik bij het gouden slotje kwam. Voorzichtig opende ik het en deed het deksel omhoog. Voorzichtig keek ik naar de scherpe voorwerpen die erin lagen, ze lagen op een rood fluwelen doekje. Het ene was een houten staak, ik zou Klaus er niet mee kunnen vermoorden, maar ik zou hem ermee kunnen verwonden, dat zou me net genoeg tijd geven om zijn hoofd eraf te rukken. Het andere zou ik enkel in noodgevallen gebruiken. Als ik hem daarmee vermoorde zou dat niet enkel zijn dood betekenen, maar ook de mijne. Ik sloot het doosje weer en liet het in mijn tas glijden. Ik begon weer aan mijn weg naar beneden. Stefan en Damon zouden hier over enkele ogenblikken zijn. Damon… ik duwde de gedachte weg, ik moest me concentreren. Ik kon nu geen afleiding gebruiken. Het was een zaak van leven of dood. Ik besloot in de keuken te gaan zitten terwijl ik wachtte op de broertjes Salvatore. Ik nam plaats op de stoel die voor het raam stond. Toen ik opkeek zag ik dat de achtertuin helemaal bedekt was door een dikke, witte laag sneeuw. Grote vlokken vielen uit de lucht. Het gaf de tuin een sprookjesachtige aanblik maar mij deed het gruwelen. Dit beeld zorgde ervoor rillingen door mijn hele lijf schoten, het deed me herinneren aan vreselijke dingen. Onwillekeurig dwaalden mijn gedachten af en was ik weer in het verleden.

Er zijn nog geen reacties.


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen