Hoofdstuk 4 - A new face at Shirubia
Onderweg komen ze een nieuw gezicht tegen, althans...
Ryuichi kent haar en ze is niet zomaar iemand,
wie is Shikioni?
Piep, piep, piep!
Het is weekend. Lekker even geen training of school…School! Ik moet nog bellen waarom ik er gisteren niet was! Naja, dat doe ik zo wel. Eerst naar Kinochi. Ik ren naar beneden en zie dat mijn vader de krant zit te lezen met een kom noedels. ‘Pap, waar is Aneko?’. Aneko is mijn zus. Zij is al afgestudeerd en helpt mijn vader met het huis in orde te houden. Af en toe komt ze kijken bij mijn trainingen, maar meestal is ze bij haar eigen vrienden.
‘Ik zou het niet weten, lieverd. Misschien bij haar vriendinnen?’. Ik knik en loop naar de deur. Op naar Kinochi.
‘En? Ben je klaar om naar Shirubia te gaan?’. Ik sta naast het bed van Kinochi. Zoals gewoonlijk ligt nog lekker in d’r bed te snurken. Ik ruk de deken van d’r af en gooi haar kleren naast haar gezicht.
‘Ja, ja! Ik kom, nog 5 minuutjes maar…zzz…’. Ik zucht.
‘Nee! We gaan nu!’.
Ik doe de gordijnen open. Een sterke zonnestraal komt naar binnen. Ik hoor gerommel. Kinochi komt gaperig naast me staan.
‘Waarom zo vroeg? Het is weekend! Wedden dat Ryuichi ook gewoon nog in zijn bed ligt?!’. Ik moet lachen en geef haar T-shirt aan.
‘Wacht even! We gaan toch naar Shirubia? Moeten we dan niet onze Ninja pakken aan?’.
Even later staan we voor de deur van de TNA. We kloppen zachtjes op de deur. Ryuichi doet open. ‘Hoi, ik dacht al, waar blijven ze?!’. Weer die lieve, zachte glimlach… Kinochi loopt naar Ryuichi toe en vraagt: ‘En…hoe ga je ons teletrans…nog watte…?’. Ryuichi loopt naar achteren. Kinochi en ik lopen achter hem aan. In de tuin pakt Ryuichi onze handen vast. Een warme hand voel ik en een knijpende hand. Die knijpende is van Kinochi. Dat weet ik, omdat ik weet dat ze dit geweldig vindt. Ik bedoel, die hand van Ryuichi, die haar hand vast houdt. Zucht…wat kan Kinochi toch heerlijk overdrijven!
Ik doe m’n ogen open en we zijn zo te zien weer in Shirubia. Kinochi heeft nog steeds mijn hand en de hand van Ryuichi vast.
‘Je mag nu wel weer los laten hoor, Kinochi!’. Kinochi schrikt en bloost. ‘Haha…ehum…’. Ryuichi is in middels al wat verderop. Ik loop naar hem toe en vraag wat we gaan doen. ‘Ssst…Ik hoor wat…’. Ik kijk om me heen, maar ik hoor niks…opeens krijg ik een schok door me heen. Ik draai me om en ik zie een zwarte schim staan. Ki…Kinochi? Ben jij dat? Ryuichi draait zich ook om. Hij haalt zijn zwaard tevoorschijn. ‘Wie ben jij?!’. Roept hij kwaad. Ik hoor gelach uit de bosjes. ‘Haha! Weet je dat niet meer, Ryuichi?’.
Ik kijk Ryuichi vragend aan…Wie is dat, vraag ik stilletjes. Opeens stapt er een meisje de bosjes uit, ze heeft een zwart pak aan met veel beschermers. Het lijkt wel een ninja of een krijgster. ‘Ryuichi, wie is dat meisje? Ken je haar?’. ‘Shikioni!!’. Ik ga achter Ryuichi staan.
‘Ja, ik ken haar. Zij is de zus van Deranu. Deranu is de koning van Orino en een zeer machtige Phoenix Demon!’. Ik bekijk haar van top tot teen. De zus van Deranu? Wie is dat? Een Phoenix Demon? ‘Haha! Heb je me gemist Ryuichi? Ben je nog steeds op zoek naar je stomme antwoorden?!’.
‘Houdt je mond! Dat gaat je niks aan! Wat wil je? Weer ’s op zoek naar bloed…? Je kan het krijgen!’
‘Oja? Laat maar zien!’. Ze haalt iets scherps tevoorschijn. Wat is dat?
‘Bereid je voor op je dood, Ryuichi!’.
‘Kom maar op!’. Ryuichi rent naar d’r toe en begint met zijn zwaard te meppen. Ik kijk hoe ze tegen elkaar aan het meppen zijn. Opeens voel ik een tik op mijn schouder. Het is Kinochi! ‘Waar zat je?’. Ik kijk haar vragend aan.
‘Verderop ligt een dorpje, misschien kunnen we straks even een pauze nemen?’. Ik kijk haar aan en wijs dan naar Ryuichi die aan het vechten is met Shikioni. Kinochi kijkt geschrokken naar hoe ze tegen elkaar tekeer gaan. Dan pakt ze haar Majikku-bō. ‘Laten we Ryuichi eens even helpen!’. Ze kijkt me aan en pakt mijn zwaard. Ik neem het aan en knik. We rennen naar Ryuichi die ondertussen onder het bloed zit. Er zitten allemaal schrammen op zijn armen van Shikioni’s ninjastars. Shikioni heeft zelf ook al wat schrammen op d’r benen. Ze kijk naar Kinochi en ren dan naar Ryuichi.
We zijn in het dorpje.
Even een pauze en dan weer door gaan. Ryuichi heeft veel schrammen opgelopen. Ik haal wat verband uit mijn tas. Ik wist dat het van pas zou komen.
‘Waar doet het zeer?’. Ik kijk Ryuichi aan en kijk dan naar zijn arm.
‘Hmpf…het stelt niks voor…’.
Dan komt de woede naar boven. En daarom haat ik dus jongens! Altijd zo opschepperig en doen alsof het hun niks kan schelen! Ik kijk hem boos en zwaai m’n hand in de lucht om hem een klap te geven. Maar ik houd me in. Dan tik ik voorzichtig op zijn arm, zijn been en bovenlichaam.
‘Ik wist het! Het stelt niks voor…kijk hoe je erbij ligt! Na één klein tikje nog wel! Opschepper!’
‘Waar was dat nou weer voor nodig, Ani?!’.
‘Om te kijken of je echt geen pijn had, idioot! Je hebt allemaal wonden en schrammen met bloed. Denk je nou echt dat ik niet door heb dat, dat niet pijn doet?!’.
Mijn woede word steeds erger. Ik haat jongens! Hoe kan iemand nou zo dom zijn?
‘Je bent bezorg om me, is dat het?!’.
Ik voel dat ik rode wangen krijg. Dan draai ik me snel om. Bezorgd? Hoezo zou ik bezorg zijn om een jongen?!
‘Ani, Ryuichi! Zullen we verder gaan?!’.
Kinochi komt aangelopen en blijft dan stil staan. Ze kijkt ons stom verbaasd aan.
‘Wat is er met jullie twee?’.
‘Niks. We gaan verder!’. Ryuichi staat op en pakt zijn zwaard. Ook pakt hij mijn zwaard en gooit hem op mijn schoot. Hij kijkt me aan. ‘We moeten verder gaan!’.
Ik sta op en hang mijn zwaard aan m’n middel vast.
Er zijn nog geen reacties.