3. Old wounds
Ik de eetzaal zaten ze te ontbijten. Iedereen in Zwadderich zat óf te eten, óf mensen belachelijk te maken, óf stoer te doen, óf zat gewoon te zitten en niks te doen. Olette deed het laatste. Ze was moe, dat kon je goed zien. Blaise zat met Draco te praten en ze hoorde een naam vallen; Harry Potter. Ze kende de naam ergens van. Ze dacht heel even na en herinnerde zich dat ze een plaatje bij de chocokikkers had gekregen met die naam erop. Ze moest hem maar zien te vinden in haar doosje met plaatjes. Of ze kon het gewoon vragen... 'Doe ik later wel.' Dacht ze. Ze gaapte en ze voelde dat haar oogleden zwaarder begonnen te worden. Ze sloot haar ogen en legde haar handen op tafel. Maar 1 van haar handen kwam niet op de tafel terecht, maar in haar gloeiend hete thee terecht. Ze gilde het uit en iedereen werd stil en keek har richting in. Ze werd rood, pakte haar tas en mompelde iets teen Blaise en Draco en liep de zaal uit.
Ze verstopte zich in de bibliotheek. Hier kwam nooit iemand zo vroeg. Ze ging aan een tafel zitten en bekeek haar hand. Haar hand was helemaal rood en dik. Ze tikt haar hand aan met haar goede hand. 'AU!' Dat deed pijn. Misschien moest ze even naar de meisjes wc, kon ze haar hand even onder het koude water doen. Ja, dat is een goed idee. Ze staat net op maar dan ziet ze dat een Griffoendor naar binnen loopt. Ze kende haar, Hermelien Griffel. Ze was altijd zo slim. Was zij maar zo slim als zij... Hermelien loopt naar Olette toe. 'Gaat het wel? Je gilde in de eetzaal, wat was er?' 'Nou...' Ho eens even! Een Griffoendor, een echte Griffoendor praatte tegen haar? Waren Zwadderaars en Griffoendors niet vijanden? 'Hoezo praat je tegen me? Ik ben een Zwadderaar.' Zei ze, deels teleurgesteld. 'Je gilde en liep weg. Niemand wist wat er met je was. En ik praat met je omdat je niet op een Zwadderaar lijkt. Je praatte zelfs tegen Hagrid! En iedere Zwadderaar maakt hem gewoon ten schande!' Olette bloosde en keek naar de grond. 'Ik wil eigenlijk ook geen Zwadderaar zijn.' Fluisterde ze. 'Wat zei je?' Olette keek weer naar Hermelien. 'Niks, had het meer tegen mezelf.' Ze knikte, 'Maar wat is er gebeurd?' Olette zucht, dit zal vast ongelofelijk dom klinken. 'Nou, ik was moe en ik viel in slaap. Ik wou op mijn handen gaan liggen maar 1 van mijn handen is in de thee terecht gekomen.' Hermelien keek haar met een begrijpelijke uitdrukking aan. 'Maar hoezo viel je inslaap? Dat doe je ook bijna bij elke les trouwens.' 'Ik slaap niet zo goed de laatste tijd. Maar het gaat al weer wat beter dan eerst.' 'Ow, oké. Mag ik je hand even zien?' Olette knikte en liet haar hand zien. 'Je moet naar madame Plijster, zij kan je helpen hiermee.' Zei Hermelien. 'Dat is niet nodig. Het trekt wel weer weg.' Mompelde Olette. 'Zo'n brandwond trekt niet zo snel weg. Kom.' Ze pakt Olette bij haar pols vast -Van haar goeie hand- En sleurde haar mee. 'Maar ik wil niet naar haar!' Ze bleef haar meesleuren totdat ze in de ziekenzaal waren. 'Madame Plijster, Olette hier heeft een brandwond. Kunt u er iets tegen doen?' Vroeg Hermelien. 'Het hoeft echt niet! Het trekt wel weer weg.' Madame Plijster pakte Olette's verbrande hand, en Olette kon het niet laten om 'Au!' te zeggen. 'Zoiets trekt niet zomaar weg. Laat mij je maar verzorgen. Trek je mouw eens op tot boven je elleboog.' Olette keek haar aan. 'Maar...' 'Ben zo terug.' Hermelien stond naast haar. Shit! Wat moest ze nou? Ze had nog steeds blauwe plekken en oude wondjes! Die wondjes zijn vooral erg. Had Bellatrix haar maar niet bekogeld met een vaas! Ze had het wel gemunt op haar gezicht, maar miste. Maar in plaats van dat het haar hoofd raakte raakte het de muur naast haar, en spatte er overal glasscherven. Ze mocht geen crucio gebruiken dus bekogelde ze maar met een vaas en haar kopje. 'Trek je mouw eens op.' Ze pakte voorzichtig haar arm beet en trok de mouwen op. Op dat moment kwam madame Plijster. Hermelien staarde naar haar arm. 'Hoe kom je daaraan?' Ow shit, nu moest ze liegen. Ze wou niet dat iemand ook maar wist wat er allemaal was gebeurd voordat ze hier kwam. Alleen Perkamentus mocht het weten. 'Ongeluk gehad thuis. Liet perongeluk de plank met het servies vallen.' 'Oké dan. Ga jij maar naar je les. Jij blijft hier nog wel even.' Olette zuchtte, dat ook weer...
Er zijn nog geen reacties.