4 - Let's go on.

Naruto pov.

De mannen liepen eindelijk weg. 'Zullen we verder?' vroeg Kakashi alsof er niets was gebeurt. Sasuke en Sakura liepen verder. Miaka bleef nog versteend staan. 'Gaat het wel?' vroeg ik bezorgd. Ze knipperde haar ogen. 'Ja, was een beetje geschrokken. Het gaat wel.' ze glimlachte. 'Kom je?' vroeg ze. Ik liep haar achterna. 'Dus,' begon ik. Ze keek me nieuwsgierig aan. 'hoe oud ben je?' 'Vijftien. Jij?' 'Zestien.' We kletsten nog over vele dingen. Het was heel gezellig.
'Naruto, help Sasuke even met de tent opzetten voor Miaka en Sakura. Daarna kun je die van jezelf doen.' riep Kakashi naar me. Ik zuchtte. 'Kan Sakura dat zelf niet?' 'Zij is op zoek naar iets eetbaars. Hopelijk kan ze iets vinden hier.' Ik rolde mijn ogen en liep naar Sasuke. 'Hulp nodig?' vroeg ik aan hem. Hij keek even moeilijk naar de tent. 'Normaal slapen we nooit in de tent.' zei hij als -antwoord-. 'Ach, laat het toch. Het is waarschijnlijk omdat Miaka er nu bij is.' Hij zuchtte. 'Dat klinkt logisch. Houd jij die stokken even omhoog?' Ik deed wat hij zei en we zetten de tent gemakkelijk op. Nu die van ons zelf. Die ging nog makkelijker Oefening baard kunst. . Even later kwam Sakura terug met genoeg eten voor drie dagen. 'Miaka?' vroeg ze. Miaka keek naar Sakura. 'Ja?' 'Zou je me kunnen helpen met koken?' Miaka knikte. 'Natuurlijk.' Sasuke en ik gingen nog even trainen. En Kakashi was natuurlijk weer aan het lezen in dat ohzo geweldige boek. -Bah...- 'Naruto, wie het eerst in de top van die boom zit?' Ik glimlachte. 'De laatste moet Raman trakteren!' en ik begon te rennen. Sasuke hield me al snel in, maar na een paar meter hield ik hem weer in. Ik was bijna bij de top. 'Naruto! Sasuke! Kom eten!' hoorde ik Sakura schreeuwen. Ik schrok en viel bijna uit de boom. Sasuke lachte me uit en won. Nou moest ik hem trakteren. 'Ik win Loser.' lachte Sasuke. We liepen weer naar de tenten. Sakura had heerlijk gekookt. Alleen was het geen Raman.
Veel later die avond, zaten Miaka en ik bij het kampvuurtje. Het was lekker warm. Miaka keek geconcentreerd naar het vuur, alsof ze het liet dansen. 'Miaka?' Ze schrok op. 'Wat is er?' 'Oh, um... Niets. Laat maar.' Ze keek weer naar het vuur. Dit keer minder geconcentreerd. 'Het kan zijn dat we morgen al in Konoha zijn.' Zei ik om de stilte te vullen. Ze glimlachte. 'Dat zei Kakashi al.' Ze stond op. 'Ik ga ook maar slapen. Weltrusten, Naruto.' ze glimlachte en liep naar haar tent. 'Trusten, Miaka.' mompelde ik.