Foto bij Tattoo's and fears

Hoofdstuk negen.

“Dat was weer een geslaagde avond.” Jake zuchtte tevreden. We waren op weg naar huis, lopend. Jason was, voordat we gingen, zo slim om te bedenken dat we beter niet met de fiets konden gaan in verband met de alcohol. Ja, soms was Jason wel slim. Jake en Noah liepen voor ons, Jason naast mij. Al een paar keer was hij tegen me aangebotst. Het was duidelijk dat hij iets te veel gedronken had. Hij slingerde de weg op en giechelde als een klein schoolmeisje toen hij een wildplasser zag. Ik nam hem bij de arm, en sleurde hem weer de stoep op. Want straks hadden we een platte Jason, en daar werd niemand gelukkig van. Tien minuten later waren we bij ons huis aangekomen. Jake en Jason verdwenen gelijk naar binnen. Jason waarschijnlijk om te kotsen, want hij zag de hele weg al zo wit. “Hij heeft iets te veel gedronken.” Noah staarde naar de deur, waar Jake en Jason net in verdwenen waren. “Ja inderdaad. Dat doet hij wel vaker. Zich eerst helemaal klem zuipen om vervolgens alles er weer uit te kotsen.” Ik kon me nog herinneren dat Jason een keer zo dronken was dat hij tegen een meisje aanhing om overeind te blijven. Zij dacht dat hij met haar wilde dansen, en begon hem een beetje heen en weer te wiegen. Dat had ze beter niet kunnen doen, want het gewiebel maakte Jason zo misselijk dat hij over haar t-shirt heen had gekotst. Vervolgens had hij een klap in zijn gezicht opgevangen, en was naar buiten gewaggeld, om daar verder te kotsen. Ja, Jasons zuippartijen waren alles behalve saai. “Het is maar wat je leuk vindt”, zei Noah fronsend. Ik knikte, het was inderdaad maar wat je leuk vond. Noah ging op één van de hooibalen die voor die schuur ligt zitten, en klopte naast zich, als teken dat ik naast hem moest komen zitten. Dat deed ik, en we waren beide een tijdje stil. Het was geen ongemakkelijke stilte, het was eerder fijn. We luisterden hoe de krekels in de wei tekeer gingen, en zagen hoe het licht in Jakes kamer uitging. Plots moest ik weer aan vanochtend denken, aan Ladykiller en Noahs angst. “Waarom ben je zo bang voor koeien?” Het was eruit voordat ik er erg in had, en ik voelde hoe het bloed naar mijn wangen schoot. Ik kon mezelf wel voor mijn kop slaan. Wat ging mij dat nou aan? Niets, helemaal niets. Daarom was ik ook extra verbaasd toen Noah het verhaal begon te vertellen. “Het is vroeger gebeurd. Ik was in de wei aan het spelen, ja wij hadden koeien, en er stonden een paar kinderen aan de kant van de wei. Ik kende ze niet. Ze kwamen over het hek, en liepen naar de koeien. Daar, in het midden van het veld, lieten ze een toeter afgaan. Ik schrok, maar ik was niet de enige. De koeien sloegen op hol, en renden de, nogal kleine, wei door. Ik was niet snel genoeg. Eén van de koeien rende in zijn paniek over me heen. Ik brak twee ribben. Twee uur later vonden ze me pas. Mijn vader. Hij was helemaal in paniek, maar lang niet zo erg als ik. Ik was zo bang dat ik zelfs mijn vader gillend weg heb geslagen. Die angst is nooit meer over gegaan.” Vol afschuw luisterde ik het verhaal aan, walgend over het feit dat die jongens de koeien op hol brachten met een toeter. Zoiets had ik al wel verwacht, maar toch bleef het vreselijk om aan te horen. “Dat is zó - zó.. gemeen!”, bracht ik walgend uit, en ik kneep in de hooibaal. Hoe konden ze hem zoiets aandoen? Ze móesten geweten hebben dat die koeien op hol zouden slaan en op Noah af zouden gaan. “Ik weet het”, zuchtte Noah. Er lag een verdrietige blik in zijn blauwe ogen. Dat kon ik goed begrijpen. Hij moest vast doodsangsten uitgestaan hebben. “Werd je vroeger gepest?”, vroeg ik. Ik zag hoe hij even moest slikken. Daar kon ik uit afleiden dat hij wel degelijk werd gepest. “Waarom?”, fluisterde ik. Mijn stemvolume was gedaald, al wist ik niet helemaal waarom. Noah zuchtte diep, en ik wist dat hij zich al die keren dat hij gepest werd weer herinnerde. Ik wist dat ik ervoor gezorgd had dat hij het zich weer herinnerde, en daar schaamde ik me voor. Aan de andere kant wilde ik het graag weten, zodat we erover konden praten. Als hij dat toestond natuurlijk. “Ik werd gepest omdat ik - uh - anders ben.” Dat kende ik. Vroeger werd ik ook voor genoeg voor 'vieze Gothicslet' uitgescholden. Dat was gewoon omdat ik meestal zwarte kleren droeg. En toen ik mijn haar donker had geverfd, was het nog erger geworden. Ik heb me er nooit iets van aangetrokken, maar Noah zat er blijkbaar erg mee. “Waarom anders? Hoe was je vroeger dan?”, vroeg ik. Noah keek me aan, en ik zag de verbittering in zijn ogen. Ik kon het hem niet kwalijk nemen. “Dat kan ik je niet vertellen”, zuchtte hij. Het maakte me nieuwsgierig. Hij zag er dus vroeger niet anders uit dan de andere, dat kon ik eruit opmaken. Hij wás waarschijnlijk gewoon anders. Maar hoe anders? “Waarom niet?” “Je zult me niet geloven. Of je zult zo schrikken dat je me nooit meer wil zien. Geloof me, zo heb ik al vele mensen zien schrikken. Ik heb van mijn fouten geleerd.” Wáár zal ik van schrikken? Niet-begrijpend keek ik hem aan. Hier zat iets goed fout. Waarom kon hij me niet vertellen waarom hij anders was? Zo erg kon het toch niet zijn? Had hij brandwonden? Een groot litteken? Een kunstbeen? Zo erg kon dat niet zijn.. toch? Ik heb eens een vriend gehad met een kunstbeen. We deden heel normaal tegen elkaar. Oké, in het begin stond ik even raar te kijken toen hij zijn been eraf haalde, maar dat was gauw over. Ik schrok niet snel van iets, en dat moest hij weten. Hij kon me vertrouwen. “Zo ben ik helemaal niet”, zei ik stilletjes. “Dat weet ik, maar dit zal zelfs jij niet geloven.” Waarom was hij daar zo zeker van? “Vertel je het ooit eens aan me?” Hoopvol keek ik hem aan. Noahs mondhoekjes krulden omhoog bij het zien van mijn blik. Het was geen neppe lach, want ik zag dat zijn ogen meelachten. Ze straalden. “Ooit wel.” “Hand erop?” Ik stak mijn hand uit, en keek hem doordringend aan. Geen belofte was compleet zonder een handdruk. Noah liet zijn hand in de mijne glijden. En even klonk er een kleine tets. “Hand erop”, beaamde hij me glimlachend. Tevreden schudde ik zijn hand. Plots draaide Noah mijn hand een kwartslag. “Wat heb je daar?”, vroeg hij, en hij wees naar de kleine tatoeage in de vorm van een ster die aan de binnenkant van mijn arm goed zichtbaar was. Snel trok ik mijn arm terug. “Een tatoeage”, mompelde ik, en ik ging met mijn vingertoppen zacht over de ster heen. Hij was maar klein, en het verbaasde me dat Noah hem had opgemerkt. “Zit er een betekenis achter of vond je dat gewoon leuk?” Het was alsof ik een klap in mijn gezicht kreeg. Stomverbaasd keek ik hem aan. Niemand had ooit gevraagd of er betekenis achter zat. Niemand, zelfs Jake en Jason niet. Ik begon Noah met de minuut meer bijzonder te vinden. “Ja, er zit betekenis achter”, zei ik stilletjes, en opnieuw wreef ik over het sterretje heen. Er zat erg veel betekenis achter. Het was zo'n klein sterretje, maar voor mij betekende het zóveel. “Wil je vertellen wat voor betekenis?”, vroeg hij stilletjes, en hij keek hoe ik zacht over het sterretje over mijn huid wreef. Ik knikte, ik wilde het best vertellen. “Toen ik een klein meisje was, vertelde mijn oma me altijd verhalen over de sterren. Ze vertelde dat als mensen dood gaan, ze naar de sterren zouden gaan. Daar zouden ze een oogje in het zeil houden, en je beschermen tegen grote fouten die je zou kunnen maken. Ze zei dikwijls dat opa er ook heen was gegaan. Soms zaten we 's avonds buiten en keken naar de sterren.” Ik glimlachte bij de gedachte aan die tijd. “We keken dan, en ik vroeg aan mijn oma wie die sterren waren. Ze verzon dan altijd de gekste namen. Ik genoot zo van die tijd. En toen ze dood ging, heb ik nachten buiten gezeten om naar de sterren te kijken. Om te kijken of mijn oma een ster was geworden. Ik vind het fijn om te denken dat ze bij de sterren is, en me in de gaten houdt.” Glimlachend keek ik Noah aan, die stilletjes naar me keek. Ik zag in zijn blauwe ogen dat hij onder de indruk was van mijn verhaal. Hij zei helemaal niets, maar ik zag in zijn ogen dat het goed zat. Noah bewoog zijn hand naar mijn tatoeage, en streek er zacht met zijn vingertoppen overheen. Er schoten stroomstootjes door mijn lichaam, die ik probeerde te negeren. “Zo'n kleine ster, zo'n grote betekenis”, zuchtte Noah, en voor een laatste keer wreef hij over de ster heen. Mijn ster. Mijn oma's ster.. Onwillekeurig wierp ik een blik op de sterren, hopend dat mijn oma daar zat, hopend dat ze alles kon zien wat ik deed, hopend dat ze me beschermde.. “Ja, zo'n kleine ster, zon grote betekenis”, beaamde ik hem glimlachend..

Reageer (2)

  • Relax

    Dat vind ik zo lief van dat sterretje. (cat) En die Jason en z'n zuipverhalen vind ik grappig. Kotsen van de drank kan trouwens echt goed doen, haha. :'D En nu ga ik weer een aflevering Gossip Girl kijken en dat komt blijkbaar net goed uit want dit is het laatste deel. Ha!

    1 decennium geleden
  • RLens

    ooh zo fijn om de story terug te lezen ^^
    Als je tijd vindt, zet je het vervolg er op?
    Trouwens de foto's en de titels geven zo iets extra aan je verhalen!
    x

    1 decennium geleden

Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen