Foto bij 3.1

Ik besloot te gaan jagen, om m’n zinnen te verzetten. Het was ook al enkele dagen gelden, het werd dus weer eens tijd. Tijdens het lopen schoten allerlei gedachten dood mijn hoofd, gedachten over Elena, Damon, maar ook herinneringen passeerden de revue. Met mijn hoofd in een andere tijd kwam ik tot de conclusie dat het tijd was om een einde te maken aan ‘the originals’, het was tijd.. Het zou mijn moment worden, mijn zoete wraak. Over zoet gesproken… een zoet geur drong mijn neusgaten binnen. Ik liet mijn instinct het overnemen. Ik ging opzoek naar de drager van deze heerlijke geur. Niet veel later stond ik oog in oog met een gigantische grizzly, ik voelde hoe mijn gezicht veranderde en nog geen halve minuut later lag de beer al op de grond. Ik plantte mijn puntige hoektanden in zijn zachte huid, een warme vloeistof stroomde mijn mond binnen. Hoe hard ik ook probeerde geen monster te zijn, ik kon niet ontkennen dat dit heerlijk was. Toen ik voldaan was, legde ik het levenloze lichaam van de beer op mijn schouder en ging op zoek naar een plaatsje om het kadaver te dumpen. Ik was op de terug weg toen ik voetstappen hoorde. Ik vertraagde en spitste mijn oren om te luisteren hoever het geluid van me verwijderd was. Volgens wat ik hoorde bevond de persoon die het geluid veroorzaakte zich op ongeveer 3 kilometer ten noordwesten van mij. Tijd genoeg om weg te komen. Ik stootte me net af op de grond toen ik brut weer tot stilstand kwam. De voetstappen naderden in een razend tempo. Vampier. Ik snoof diep, opzoek naar een bekende geur. Ik rook de geur van de natuur, de geur van bloed, de geur van leer en een onmiskenbaar parfum. Ook al had ik hem nog maar één keer ontmoet, ik zou die geur overal herkennen. Damon was hier. Hij was ondertussen nog maar 200 meter van me verwijderd. Ik hoorde zijn pas vertragen tot een normaal tempo. Hij had me gehoord, het was waarschijnlijk mijn ademhaling die me verraden had.
‘Ella.’ hij stond achter me met zo’n arrogante grijns op zijn gezicht. Dat wist ik zo ik hoefde me er niet eens voor om te draaien.
‘Damon’
‘Wat doet een klein meisje als jij zo laat nog buiten?’
‘Ik kon niet slapen, dus ik besloot wat te gaan wandelen. Dat ontspant me.’ Ik draaide me om en glimlachte naar hem.
‘Geen slim idee, juffrouw Gilbert.’
‘ Bezorgd, Damon?’
Hij kwam in beweging, toen stond hij plots voor me. ‘ Het is hier gevaarlijk, lieve schat.’
‘Oh, wat kan er dan zo gevaarlijk zijn, dat ik me na tien uur moet opsluiten in mijn huis?’
‘Dingen’ zijn wenkbrauw wiebel was bijna onweerstaanbaar.
‘Zo, zo, meneer Salvatore. Gaan we de geheimzinnige toer op?’ ik keek hem verleidelijk aan.
‘Laat me je gewoon naar huis brengen.’
‘Het zou me een genoegen zijn, dank je.’ Glimlachte ik vriendelijk terug. Tot mijn grote verbazing was deze glimlach niet helemaal geacteerd. Hij deed iets met mij, ik wist niet wat het was.
‘Het genoegen is geheel aan mijn zijde.’
‘U bent een charmeur, Damon Salvatore.’ Voor de tweede keer vandaag keek ik hem recht in de ogen. Ze namen me in hun macht, het was onmogelijk voor me om weg te kijken. Ook hij deed niet de moeite om zijn blik af te wenden, dus bleven we daar zo een tijdje staan. Vraag me niet hoelang, ik was mijn gevoel voor tijd helemaal verloren terwijl ik verdronken was in zijn ogen, en hij in de mijne. Althans, dat dacht ik.
‘Kom, we gaan.’ Met deze woorden onderbrak hij dit zalig moment. Hij sloeg een arm om me heen en zo liepen we naar mijn huis. Zwijgend, elk met onze eigen gedachten. Toen we eindelijk de voordeur van het huis dat ik huurde hadden bereikt stak ik de sleutel in het sleutelgat en draaide de deur uit het slot. Het vergde maar een klein duwtje om de oude, zware deur krakend en piepend te laten openzwaaien.
‘Zin in wiskey?’ vroeg ik terwijl ik het huis binnen wandelde. Damon bleef ietwat ongemakkelijk op de drempel van het huis staan. Dit was een huurhuis, het was dus niet mijn eigendom, het was van iemand anders, van een mens. Dat wou dus zeggen dat hij hier niet zomaar binnen kon strompelen.
‘Wat Damon, geen zin?’ vroeg ik grijnzend. Ik wist het antwoord al.
‘Jawel hoor.’
‘Wat sta je daar dan nog te doen?’
‘Wel…euh...’
‘Kom dan toch binnen, of moet ik je glas tot daar brengen?’
Een zucht van opluchting kwam tussen zijn gesloten lippen vandaan. Hij zette een kleine stap over de drempel, de volgende volgden al snel, ik begeleide hem naar de woonkamer en beval hem te gaan zitten terwijl ik voor ons beiden sterke drank in schonk. Ik stak hem het goed gevulde glas toe terwijl ik me naast hem plaatste.
‘Mooi huis.’ Probeerde hij een gesprek te beginnen. Wat was dit? Had ik het dan zo fout? Had Elena tegen me gelogen? Volgens wat ik gehoord had was Damon een arrogante, zelfverzekerde zak, zonder gevoelens of medelijden. Dit was niet wat ik had verwacht. Hij leek verlegen en voorzichtig. Ik besloot dat ik maar beter mee kon spelen. Ik wist niet welk spel hij speelde, maar mij zou hij niet liggen hebben.
‘Ja, het is prachtig, ik ben van plan het te kopen.’ Dat was de waarheid. Het was een prachtig huis.
‘Kun je het hier wat gewoon worden?’
‘Ja hoor, toch verkies ik nog altijd Europa boven the States.’
‘Ben je van plan lang te blijven?’ Aan nieuwsgierigheid had deze knappe man duidelijk geen gebrek.
“ Nee, als ik die bitch van een Katherine vermoord heb ben ik hier weg, dan ga ik opzoek naar Klaus, om wraak te nemen.” Dit kon ik niet zeggen, dus loog ik maar, alweer. ‘Geen idee, ik hou van reizen. Dus misschien ben ik binnenkort wel weer weg.’
‘Dat zou… jammer zijn.’
‘ En wat met jou, Damon Salvatore? Wat ik jouw verhaal?’
Hij aarzelde even en keek me aan. ‘ Wel, niets bijzonder eigenlijk. Ik heb ook al veel gereisd en voor de rest leid ik eigenlijk een redelijk saai leven.’
Leugenaar. Hoewel ik het hem niet kon verwijten, ik deed immers het zelfde. Zo ging het gesprek nog even door. Leugens rolden over onze tongen, de ene na de andere. Leugens over nutteloze dingen. Tot hij me op een gegeven moment in de ogen keek ‘Ella, je doet iets met me. Hier, bij jou, het voelt alsof ik thuis kom. Het is raar, je geeft me een zalig, raar gevoel. Wat is het toch?’
‘Verliefdheid, misschien?’ het was slechts een zwakke fluistering. Zo geschokt was ik, en ik kan je zeggen, ik ben niet zo snel geschokt. Mij kon je niet verrassen. Ik wist alles, ik was iedereen altijd een stapje voor, ik had altijd alles door. Ik was immuun voor charmes en geslijm, ik trapte nergens in. Ik zag door elke leugen, maar dit? Deze had ik niet zien aankomen Wat moest ik er mee.
‘ Misschien wel’ was Damons antwoord nadat hij een stilzwijgend gevecht met zichzelf had afgerond. Er kwam een scheve grijns op zijn gezicht terwijl hij me nog eens van kop tot teen bekeek, zijn ogen bleven hangen bij mijn lippen en voor ik het wist drukte hij zijn lippen op de mijne. Terwijl hij me kuste leek het alsof er duizenden schokjes door mijn lichaam gestuurd werden, duizenden zwaar geladen elektrische schokken. Dit had ik nog nooit meegemaakt. Ik kuste hem terug. De kus was zalig, maar van korte duur, want na enkele seconden trok hij zich al terug. Zwaar tegen mijn zin, natuurlijk. Hij keek me doordringend aan, ik wist wat er nu ging komen.
‘Ella, ik hou van Elena, dus jij vergeet wat er zonet gebeurt is, je liep in het bos en ik bracht je naar huis. We hebben de hele avond gepraat en toen moest ik weg.’ Ik kon me vergissen, maar ik dacht dat ik een traan over zijn wang zag lopen.
‘Ik vergeet wat er zonet gebeurt is. Ik liep in het bos en jij hebt me naar huis gebracht. We hebben de rest van de avond gepraat.’ Zei ik hem gehypnotiseerd na, nep natuurlijk. Ik speelde zijn rare spel mee. Na deze woorden was hij weg. Zo snel dat een normaal iemand het enkel zou merken aan het feit dat hij niet meer voor haar stond, maar ik was alles behalve normaal. Jammer dat hij dat niet wist. Nu liet hij me hier achter met mijn chaotische gedachten, ik kon ze niet de baas. Ze schoten alle kanten op, het was vermoeiend. Ik keek de kamer rond, opzoek naar wat afleiding, iets wat mijn gedachten het zwijgen zou opleggen. Mijn ogen bleven hangen bij de bijna volle fles wiskey die op de salon tafel stond. Ik probeerde ze te grijpen.
‘Hebbes’ mompelde ik tegen mezelf. Ik liet me achterover op de bank vallen en zette de fles aan mijn lippen. Ik nam grote teugen, en al veel te snel was de fles leeg. Ik liet de fles op de grond vallen, deze spatte in honderden stukken uiteen. ‘ Doe ik morgen wel.’ Mompelde ik nog voor ik in slaap viel. Eigenlijk was het eerder een soort van roes. Een zalige roes waarbij alle gedachten gedwongen werden te zwijgen.

Reageer (2)

  • Thhriller

    :p nice, snel verder

    1 decennium geleden
  • xHeaveneyes

    aaah echt super geschreven! je hebt echt talent, heel snel verder :D

    1 decennium geleden

Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen