Hoofdstuk 7
‘je bent een heks. Je kan toveren, spreuken doen en alles. Je merkt er nu nog niet veel van maar dat zal binnenkort wel komen. Als je bij vampiers of andere heksen bent zal je gave sterker worden. Er zijn ook speciale scholen voor. Als je iets merkt moet je het ons melden, dan zullen we met je trainen en zal je voor ons vechten. Na het gevecht ga je weer mee terug en zal je meer vrijheid krijgen dan nu. Je zal alsnog bij ons blijven, voor altijd. Wij worden niet ouder. Jij straks ook niet.’
Wouden ze mij nou veranderen? Waarom zouden ze dat willen? Wil ík dat wel? 'Je hebt momenteel niks te willen,' zegt hij. Ik zet mijn gedachten maar uit, en luister naar het verhaal. Wat moest ik anders doen? Yara, je denkt weer. Vertel je hersens eens dat ze zich stil moeten houden. Ik adem nu pas uit. Hij is aan het einde van zijn verhaal. 'Yara, je mag bij ons boven zitten. Tv kijken en zo, maar dan moet je je wel gedragen. Anders ga je weer terug naar de kelder,' waarschuwt Robert. Ik knik met in gehouden adem. Ik wist dat ik toch wel zou proberen om te ontsnappen... Maar nu niet. Ik heb opgevangen dat ze jaagden. Dan grijp ik mijn kans. ‘kom yara, we gaan.’ Zegt Robert. ‘waar gaan we heen?’ vraag ik hem. ‘Naar een plekje waar ik je wat dingen moet laten zien.’ Zegt hij. Het klinkt heel fout maar dat maakt niet uit. Eindelijk weer een beetje buitenlucht dus loop ik met hem mee. Hij geeft mijn jas aan mij en loopt zelf zonder een jas naar buiten. ‘Klim op mijn rug en houd je goed vast.’ Zegt Robert. Ik kijk hem raar aan maar ik doe het toch. Dan begint hij te rennen. Super snel. De bomen flitsen snel voorbij. Dan rent hij langzamer en stopt voor een soort boswachters huisje. Ik loop achter hem aan naar binnen en daar hangen foto’s. Hij begint uit te leggen. ‘dit zijn onze vijaden. Ze heten de Cullens en hebben gele ogen omdat ze dierenbloed drinken.’ ‘kan dat?’ onderbreek ik hem. Hij knikt. ‘waarom doe jij dat dan niet?’ vraag ik door. ‘dat is vies. Maar verder, de meeste hebben speciale krachten.’ Robert verteld de namen en de krachten. Deze familie lijkt me best wel aardig denk ik. ‘waarom wil je wraak op ze nemen?’ vraag ik hem. ‘Carlisle liet mijn moeder sterven, hij kon haar niet redden.’ Zegt hij stilletjes. ‘Daar kan hij toch niks aan doen?’ zeg ik. ‘Kom we gaan’ zegt Robert en dan gaan we weer terug.
Reageer (1)
Kudoreert
1 decennium geleden