WS ~ 60
(Nyree)
In een nog trager tempo dan ik altijd al had probeerde ik Tom zijn olifantenpas bij te houden. “Wat is er?” vroeg hij toen hij zich had omgedraaid omdat hij blijkbaar nu pas doorhad dat ik al lang niet meer kon volgen. “Mijn armen doen pijn,” loog ik. Hij kwam naar me toe gestapt. “Moet ik je dragen?” vroeg hij. Hij wist vast zelf wel dat hem dat niet zou lukken. Hij mocht er dan nog gespierd uitzien, maar mij tot de auto dragen dat kon hij echt niet.
Ik knikt neen en snauwde dat het wel zou lukken. Hij hield zijn pas in en slenterde naast me de parking op. Hij hield glimlachend de autodeur voor me op. Ik liet me in zijn lage Audi glijden en trok de deur met een klap dicht. “Hoe ging het?” vroeg hij terwijl ik met mijn gordel worstelde. “Goed, rij nou maar, ik wil naar huis,” mommelde ik en staarde uit zijn geblindeerd raam.
Het was vijf minuten lang stil, maar ik wist dat het niet lang meer ging duren voor hij ging vragen of het wel goed met me ging. Tom was iemand die altijd minuten lang met zichzelf overlegde of hij bepaalde dingen wel zou vragen of zeggen. Uiteindelijk had hij nooit een antwoord en vroeg hij het toch, nog steeds niet zeker dat het wel een goed idee was.
“Weet je zeker dat het goed gaat?” vroeg hij aarzelend. Ook al wist ik dat zijn vraag eraan zat te komen, op dit moment kon in wel uit het raam springen, maar jammer genoeg ging dat niet met mijn kreupele been.
“Neen het gaat niet goed! Het enige wat ik gedaan heb is dat stomme ding vijf centimeter bewegen! Denk je dat ik één stap heb gezet vandaag?! Het doet pijn en ik had op dit moment liever gehad dat ze dat stomme been er hadden afgehakt!”
Hij glimlachte voorzichtig, alsof hij ieder moment in tranen kon uitbarsten. De blik in zijn ogen leek op die van een verlaten hondje langs de kant van de weg. “Sorry,” mompelde ik en verborg mijn gezicht in mijn handen. “Het is niet erg Nyr, ik begrijp het wel,” Hij haalde zijn hand van het stuur en kneep bemoedigend in mijn nek.
Ik liet mijn hoofd tegen de zetel vallen en kneep in zijn hand dat ondertussen terug op de versnellingspook lag. “Jullie zijn veel te goed voor mij,” mompelde ik zacht en probeerde de pijn in mijn knie te negeren. “Weten we,” grijnsde hij sarcastisch in de hoop mijn bewolkte humeur wat te verlichten.
Reageer (5)
Aahw ;(
1 decennium geledenSnel verder! <3
Aaw! Hopelijk gaat het snel beter(:
1 decennium geledenSnel verder!
Xxx <3
Awhh, zielig voor haar!
1 decennium geledenSnel verder <3
x'
snel verder!
1 decennium geleden