Maandag 29 november 1890

Dear diary,
het is nu half twaalf 's nachts. Mrs.Hudson is naar bed,Watson is naar Mary teruggekeerd en ik zit bij het schamele licht van een bijna opgebrande kaars dit neer te pennen. Op straat weerklinkt enkel nog af en toe het gebral van enkele zatlappen en het gegiechel van straatmadeliefjes. Soms komt er eens een rijtuig voorbijgerateld. Maar voor de rest is het muisstil hier in 221B Baker Street. Voor het eerst in twee weken mis ik het gepingel van de viool,de stank van zijn chemische experimenten en de geur van zijn pijptabak. Holmes weg is een groot gemis in de kamers waar ik nu woon. In de twee weken dat ik bij hem woon,ben ik me gaan hechten aan de complexe,gesloten man die hij is. Ookal kan ik het nog niet over mijn lippen krijgen om hem 'vader' te noemen,hij is veel voor me gaan betekenen. Hij laat het niet vaak merken,maar hij is me erg genegen. Een keer kwam ik een halfuur later terug dan ik voorspeld had en hij was al ongerust. Mrs.Hudson vertelde me dat ze hem nog nooit zo gezien had. Zijn vioolspel klonk nog valser dan anders,deelde ze me fluisterend mede.
Enkele centimeters van mijn hand ligt het briefje van Moriarty. Steeds weer wordt mijn blik naar de getypte letters getrokken. De boodschap was heel duidelijk na vanmiddag. De man die ons gevolgd heeft,was duidelijk geen beginner. Ik heb hem maar ontdekt door stom toeval en veel informatie kon hij mij en Watson niet verschaffen toen we hem eindelijk te pakken hadden. Het enige wat die man ons opgeleverd heeft is een lichtere buidel en de bevestiging dat die duivelse professor ons nauwlettend in de gaten houdt. Na onze achtervolging door de straten van London,heeft Watson me meegenomen naar het theater. We waren pas laat terug in Baker Street,waar Wiggins ons al opwachtte. In zijn haastige straattaaltje,vertelde hij ons dat hij Holmes's wandeling had nagetrokken bij de kramers en winkeliers. Blijkbaar was hij Baker Street uigelopen,richting Piccadilly. Ergens halverwege was er een rijtuig naast hem gestopt,waar een man was uitgestapt die hem dringend verzocht had om mee te komen. Een jongen van de Baker Street Irregulars had het met eigen ogen aanschouwt. Hij zei dat Holmes er rustig had uitgezien,alsof hij al lang wist dat het een valstrik was. Maar er had toch een blik van angst in zijn ogen gelegen.
En dat verontrust me meer dan wat dan ook. Holmes was nooit bang. Ik weet niet wat er aan de hand is,en eerlijk gezegd zou ik het liever niet willen weten,maar Holmes's waarschuwing klinkt ernstig in het briefje. Professor Moriarty wil London uitmoorden. God mag weten wat hier aan de hand is.
Het is al laat,ik ben uitgeput van een zenuwslopende dag en de angst slaat me om het hart als ik de schaduwen op de grond van het salon zie. Het wordt tijd dat ik de veilige beschutting van mijn bed opzoek. Morgen volgt er nog een dag vol problemen.
Yours sincerely,
Alice Catherine Branson.

Reageer (6)

  • Archer

    God straks laat die gek een virus los op Londen ;/
    Ik vind 't erg goed geschreven ;D En ik heb een nieuw woord bijgeleerd. Straatmadeliefjes x'D Ik ga er vanuit dat dat hoer betekent ? Enfin, ik vind 't een leuk woord ;'D

    1 decennium geleden

Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen