~10~
Anastacia had de hele vliegreis niks gezegd, daardoor kwamen we ook niet in de problemen. Want dieren mogen alleen in de bagageruimte komen, en niet tussen de mensen. Jasper had het erg moeilijk in de reis, zijn ogen waren pikzwart. Ik wou hem zodra we uitstapten meteen laten jagen, maar hij weigerde, hij wou bij mij blijven. We zaten nu in Edwards Volvo onderweg naar huis. Ik was bang voor de reactie van mijn nieuwe familie. Misschien wouden ze me er niet meer bij hebben, dat zou jammer zijn, maar dat zou ook hun eigen keuze zijn. Ik had dan ook geen zin om in Forks te blijven als dat gebeurde, dan zou ik een nomade worden. Ik zou Anastacia eigenlijk altijd bij me willen houden maar dan zou ik haar achterlaten. Ik zou in de natuur gaan leven, een ding dat mij altijd al gefascineerd heeft. Ik hield van de natuur, de grassprieten tussen mijn tenen. Ik hield hier vroeger al van. Het rare was dat ik nooit iets had met de gevoelens van mensen. Carlisle had een theorie voor gaves; je nam je sterkste zintuig mee naar het volgende leven. Hij dacht dat Alice altijd al iets had met de toekomst en dat Edward gevoeliger was voor gedachten. Jasper was altijd heel charismatisch geweest, en heeft zo deze gave gekregen. Maar ik had hier nooit iets mee te maken gehad. Eigenlijk had ik een gave moeten krijgen met de natuur. Je weet wel, de elementen besturen of zoiets. Maar nee hoor, ik kreeg deze gave. De gave waarmee ik pijn van anderen kan voelen, mensen kan dwingen. Een gave die mijn tweede leven heeft verpest. Maar ik heb er maar mee te leven. Ik wil dit leven niet beëindigen omdat ik een gave heb die ik helemaal niet wil. Zo ben ik niet, ik geniet van het leven, door en door. Jasper is het met mij eens over onze gave, hij vind het ook niet fijn. Hij vind wel dat als Carlisle theorie klopt het niet klopt bij mij, want dan zou ik nooit hebben geweten hoe dat wel zou kunnen kloppen. Ik weet het niet meer. Mijn menselijke leven is te lang geleden dat ik dat niet meer kan herinneren. De Cullen clan is volgens mij de meest begaafde clan op de Volturi na. De Volturi is veels te machtig. Maar zij doen dit ik ook allemaal oneerlijk, er zit een vrouw in de wacht, Chelsea, zij kan alle banden zien van mensen en kan ze ook verbeteren of breken. Hierdoor voelde ik me toen de tijd aangetrokken voor de Volturi, maar ik ontsnapte er toch aan en toen hebben ze mij niet meer kunnen vinden, nou ja tot gisteren aan dan. Ik zuchtte. Als ik nooit gevonden was door de Volturi was mijn leven nu gelukkiger geweest, in plaats van een zeurende Felix die me al twee had gevraagd om met me te trouwen. Wat dacht hij zelf wel?! Ik had hem nooit aandacht gegeven en zo vaak gezegd dat ik hem haatte, en dan vraagt hij het toch. Kom op zeg, maar dan ben je gewoon gek. Gelukkig blijft hij voorlopig weg en ben ik gelukkig met Jasper. Als hij mij ten huwelijk zou vragen zou ik geen moment twijfelen, ik zou mijn leven meteen met hem delen. Als het mogelijk was geweest had ik graag kinderen met hem gekregen, maar aangezien dat geen mogelijk is hoeft het niet per se, zolang we met zijn tweeën maar gelukkig worden. Ondertussen weet ik dat Edward alles had gehoord en hij keek me aan. ‘Heeft hij je dat echt al twee keer gevraagd?’ vroeg hij vol ongeloof. Ik knikte. ‘Ja, maar zoals ik al zei.. Ehm..dacht heb ik het geweigerd’ zei ik. Jasper en Alice keken ons aan, blijkbaar wouden ze uitleg die ze niet gingen krijgen. Ik keek Edward aan en hij knikte. Dat betekende dus dat hij ook niets ging vertellen. ‘Maar voor de rest denk je wel er positief’ zei Edward. ‘Waarom zou ik negatief denken over dingen die me gelukkig maken, dat zou jij ook niet doen’ zei ik. Hij knikte een beetje twijfelend en ik wist wel wat hij dacht; dat weet ik nog niet dacht hij waarschijnlijk. Ik keek hem weer aan en hij knikte weer. Dit was best makkelijk praten over dingen die niet echt geheim zijn en daarom is het niet erg dat hij het weet. Edward lachte ‘Het is soms ook wel handig’ zei hij en ik knikte. ‘Inderdaad’ Jasper en Alice keken ons nog steeds zo aan dat ze graag wouden weten waar het over ging, maar dat kregen ze mooi niet te weten. Edward reed het bospad richting het huis in en ik zag dat Esmé al voor het raam aan het wachten was. Ik glimlachte naar haar en ze werd meteen blij. We stapte uit en Esmé kwam op me af rennen. ‘Ik ben zo blij dat je terug bent’ fluisterde ze in mijn oor. Ik lachte ‘Ik ook’ mompelde ik zo zacht dat niemand het hoorde. Carlisle en Emmett kwamen ook naar buiten en begroete ons. Emmett wou weer op me af lopen, blijkbaar om weer eens sorry te zeggen, want hij voelde zich schuldig. ‘Emmett het was je al vergeven sinds ik vertrok’ zei ik en hij lachte. Hij tilde me omhelzend op en ik probeerde me los te krijgen uit zijn greep wat niet lukte. Ik keek naar Jasper die lachte Emmett een stoot gaf zodat hij losliet. Ik liep naar Jasper toe en drukte een kus op zijn wang. ‘Dankje’ mompelde ik zacht en hij grinnikte. De enige die ik op dit moment miste was Rosalie, die in de woonkamer tv zat te kijken. Ze keurde me geen blik waardig. Met zijn alle liepen we het huis in en dit keer keek Rosalie op. Onze blikken kruiste elkaar en ze siste zacht. Daarna mompelde ze nog iets wat klonk als; ‘Jammer dat je terug bent’. Ik schudde teleurgesteld mijn hoofd. Ik hoorde een zachte miauw uit mijn tas komen. Anastacia natuurlijk, hoe kon ik haar vergeten! Ik opende mijn tas en haalde haar eruit. Gelijk keken Esmé, Carlisle, Emmett en Rosalie op. Edward, Jasper en Alice wisten het natuurlijk al. Ik zette Anastacia op de grond en ze liep gelijk naar Esmé toe en gaf haar kopjes. Esmé stond zo stil als een standbeeld, ik snapte haar wel, het hoort ons eten te zijn, niet onze huisdieren. Esmé kwam weer tot leven en keek naar Anastacia. Ze aaide haar over haar hoofd en ging naast Rosalie op de bank zitten. Anastacia achtervolgde haar en ging op haar schoot zitten. Ik lachte. Carlisle keek me serieus aan. ‘Waarom heb je een kat meegenomen?’ vroeg hij. ‘Anastacia is al jaren mijn huisdier, ze is niet bang voor ons. Ze komt alleen in de buurt bij mensen die aardig aanvoelen, zoals Esmé’ vertelde ik. Carlisle bekeek me bedenkelijk. Ik zuchtte ‘Carlisle ik weet wat je denkt; “Het is ons voedsel niet ons huisdier” maar ik hou haar wel in mijn huisje, dan hebben jullie er geen last van’ zei ik en hij knikte. Anastacia lag knorrend op Esmé’s schoot die er nu blijkbaar minder last van had dan eerst, ze aaide haar juist meer. Esmé wou opstaan en daardoor sprong Anastacia op de schoot van Rosalie, waar ze met een valse miauw meteen weer af sprong. Of te wel, een onaardig mens, een slechte aura. ‘Waar sloeg dat nou weer op?’ vroeg Rosalie. ‘Dieren voelen de gevoelens van mensen, vooral katten. Ze voelde dat jij boos was en was daardoor bang. Je kan ook wel zeggen dat je een rode aura heb, daar blijft ze ook vandaan. Ze komt alleen naar groene aura’s en bij oranje twijfelt ze, het is een soort gave van de dieren’ vertelde ik. Rosalie keek me boos aan en stond op. Anastacia miauwde naar me en sprong in mijn armen. Ik lachte en drukte een kusje op haar hoofd. Hierdoor ging ze nog meer knorren. Haast iedereen in het huis keek me raar aan. Ik zuchtte en liep naar buiten. ‘Amedea? Waar ga je heen?’ hoorde ik de stem van Jasper zeggen. Ik antwoorde niet en rende naar mijn huisje. Mijn auto stond gelukkig nog voor de deur. Ik opende de deur en liep naar binnen. Ik zette Anastacia op de bank en liep naar de keuken. Daar pakte ik een schaaltje waar ik water in deed. Die zette ik op de grond zodat Anastacia kon drinken. Maar ze keek me vanaf de bank gewoon aan. Ik herkende de blik. Het klinkt misschien heel raar, maar we begrepen elkaar. Ik pakte haar op en liep naar buiten. Iets verder tussen de bomen was een grote open plek met veel gras en mooie bloemen. Ik zette Anastacia neer en deed mijn ballerina’s uit. Anastacia liep met de bloemen te spelen. Het was vandaag een bijzondere dag hier in Forks, de zon scheen. Ik ging in het gras liggen en mijn huid begon te glinsteren. Ik floot en Anastacia kwam tegen mijn zij aan liggen. Na een paar minuten viel ze in slaap. Ik zuchtte weer. Slapen, ik wou dat ik dat nog kon. Ik staarde naar de zon, het ligt deed me niets, geen pijn in mijn ogen of dat ik minder zag. Ik sloot mijn ogen en droomde weg in een dagdroom. Ik kon wel niet slapen, en daardoor niet dromen, maar ik kon mijn fantasie wel in de vrije loop laten gaan. Voor een vampier had ik behoorlijk veel fantasie in mijn dagdromen waardoor ik de greep op realiteit soms verlies. Daardoor let ik niet op wat er om mij een gebeurt, niet dat dat mij soms interesseert, maar toch. Ik voelde een zachte aanraking op mijn huid en ik schrok op. Ik opende mijn ogen en zag dat Jasper naast me lag. Hij lachte. ‘Het leek net alsof je sliep’ zie hij zacht. Ik grinnikte ‘Kan dat maar’ zei ik. Hij keek me aan en drukte een kus op mijn lippen. We gingen helemaal op in de zoen. Ik was op dit moment zo gelukkig. Ik had nu mijn twee dierbaarste levende wezens naast mijn zijde, Jasper en Anastacia. Jasper als mijn vriend en in de toekomst misschien mijn man, en Anastacia was dan wel mijn huisdier, ik beschouwde haar als een soort kind van me, een kind die ik nooit kon krijgen. Op dit moment was ik volstrekt gelukkig, maar ik wist dat de dag bijna eindigde en dat daarom dit mooie moment ook snel eindigde waardoor de dag naar een drukke nacht verliep. Een nacht van eenzaamheid en verveling. Jasper ging jagen en ik kroop achter mijn vleugel die ik voor mijn vertrek had gekocht. Ik kon al jarenlang pianospelen en goed ook ik kon haast alles spelen. Zo speelde ik ook tot Jasper terug kwam.
Reageer (6)
OMGG, en we hadden het nog goed ook O.O
1 decennium geleden@ mipsiee
Ohh. Ik ben slim(A)
1 decennium geledenNu eerst hoofdstuk maar es lezen : )
snel verder
1 decennium geledenGEWELDIG <3
1 decennium geledenvlug verder !!
Xx
Superstuk weer.
1 decennium geledenSnel weer verder