Hoofdstuk 1 - Vriendinnen zijn er altijd voor je
Ik grijns, want ik herken haar stem meteen. Me moeder zal haar wel gebeld hebben. 'Hoi Mel!' lach ik en geef haar een knuffel. 'Ik heb je gemist' het was echt verschrikkelijk, al die tijd zonder vriendinnen. De doctoren wisten natuurlijk weer niet of het besmettelijk was. Nu ik toch niet meer kan genezen en weer lekker thuis ben kan ik tenminste nog tijd doorbrengen met mijn vriendinnen. 'Ik jou ook' zegt Melenie zachtjes. Er komt een ongemakkelijke stilte tussen ons. 'Zullen we naar binnen gaan?' ik schud. 'Nee!' en laat me weer in het sneeuw vallen. 'Vannes! Straks word je ziek!' ze loopt een paar stappen naar mij toe. Vroeger was zo nooit zo bezorgd. 'Ben ik toch al' deze stilte duurt een paar secondes, pijnlijke secondes. 'Je bent veranderd' ik vind dat ze zeurt. 'Dus?' dan sta ik op en ren ik weg. Ik heb zin in dronken en stoned tegelijk te worden. Ik ben namelijk nog nooit stoned en dronken geweest. Slim, als je ziek bent. Na nog geen halve minuut hebben gerent laat ik me weer vallen in de zachte sneeuw. Ik heb echt geen conditie of pit meer. Futloos, dat ben ik. Niks, gewoon een zuchtje wind, maar ik wil dit zuchtje veranderen in een storm. 'Man je liet me schrikken!' ik draai me op. 'Laten we gaan drinken!' haar ogen worden groot. 'Je bent gek! Hartstikke gek!' ze loopt weg. Mischien ben ik toch iets te ver gegaan. 'Goed, goed. Ik ga wel weer rustig in mijn bed liggen, een half jaar lang' ik zeg het met nadruk op half jaar en loop rustig naar huis, lang Melenie op. Deur open, deur dicht. Trap op. 19 treden. Ik heb ze vaak genoeg geteld. 'trede 1, trede 2' zeg ik zachtjes in mijzelf. Als ik boven ben duik ik lekker warm in mijn bed. '1 seconde, 2 secondes' Ik gooi mijn deken van me af en kijk uit het raam. De fiets van Melenie is weg. Heb ik haar weggejaagd? Zal ik haar bellen? Ik draai me om en staar naar een grote doos. Er zitten herinneringen in. Papier brand goed. Ik pak de doos en neem hem mee naar beneden. De openhaard, in de huiskamer. Ik maak een vuurtje in de openhaard, gooi de doos erbij en spijt er daarna wat kaarsvet erover heen. 'Brand weg! Oude herinneringen!' dan pak ik mijn mobiel. Melenie moet er ook bij zijn. Ik typ haar nummer in. 'BRAND!' schreeuw ik hard. 'KOM IK HEB DE BRANDWEER OOK AL GEBELD!' dan hang ik op en ga op de bank zitten. 3 minuten na dat ik had gebeld komt ze binnen lopen. 'Kut kind! Er is helemaal geen brand!' ik lach. 'Je meent het!' ze wijst naar de doos. 'Wat is dat?' het blijft even stil. ze staart ernaar. Foto`s, brieven, mappen. Alles wat ik lief had zat erin. 'Herinneringgen...'
Reageer (3)
gaaf verhaal!!!!
1 decennium geledenSuper vet, snel verder graag
1 decennium geledenVerder
1 decennium geleden