~4~
XxX
Londen 1797
Ik liep in het bos dichtbij Londen toen ik een onbekende geur en geritsel naast me rook en hoorde. Ik draaide me om en keek in gouden ogen. Het was dezelfde kleur als de mijne. Het was een vegetarische vampier, net zoals mij. ‘Goedendag’ zei ik beleefd en de vampier keek me verbaasd aan. ‘Goedendag jongedame’ zei hij. Zijn haar was felblond. Dat was erg opvallend, ik viel niet op met mijn bruine haar. ‘Ik ben Carlisle Cullen, en u bent?’ vroeg de man. Ik stak mijn hand uit. ‘Amedea Sadler’ zei ik. Hij schudde mijn hand. Hij voelde zich erg verbaasd. ‘Zo te zien wil jij het menselijke leven ook niet weg nemen?’ vroeg Carlisle. Ik knikte ‘Het waren onze soortgenoten die ik geen pijn wil doen’ vertelde ik en Carlisle knikte. ‘Insgelijks, het zou zonde zijn om een leven te nemen’ zei hij en ik knikte. ‘Maar wat doet u hier in Londen?’ vroeg hij aan mij. ‘Ik ben hier geboren en wil het niet verlaten, en u?’ vroeg ik. ‘Hetzelfde, alleen ben ik waarschijnlijk langer geleden verandert dan jou’ zei hij. ‘Waneer bent u gebeten dan?’ vroeg ik ‘1666’ zei hij. ‘Dat is inderdaad eerder dan mij, ik 1790’ vertelde ik. ‘Hoe oud was u?’ vroeg ik ‘Ik was 23 jaar oud’ vertelde hij ‘En u?’ vroeg hij ‘Ik was 19’ zei ik en ik voelde mijn ogen branden. Er ging medelijden door hem heen. Carlisle en ik hadden nog een tijd lang gepraat. Hij vroeg mij ook om met hem mee te gaan, ik wou wel, maar ik hield niet van mensen om mij heen. Ik had hem beloofd dat als ik hem nog een keer tegen kwam ik met hem mee zal gaan. Helaas moest Carlisle al snel vertrekken. Hij was een dokter en hij was opzoek naar een ziekenhuis die er tekort aan had. Hij zei dat hij misschien naar Chicago ging omdat ze daar er vele nodig hadden. Ik wenste hem veel succes op zijn reis en had hem daarna nooit meer gezien. ‘Carlisle?’ vroeg ik vol ongeloof. ‘Amedea?’ vroeg hij op dezelfde toon. Ik glimlachte en omhelsde hem. ‘Dat is lang geleden!’ zei ik blij. Hij knikte ‘Te lang’ zei hij. Ik liet hem los en Esmé en Alice keken ons erg verbaast aan, net zoals de rest van de Cullens die naar binnen liepen. ‘En waar kennen jullie elkaar van, als ik vragen mag?’ vroeg Alice. ‘In het jaar 1797 kwam ik Carlisle tegen in het bos net buiten Londen, daar hebben we veel gepraat en zijn we goede vrienden geworden’ vertelde ik. Maar toen dacht ik terug aan vroeger en ik zuchtte. ‘Nu moet ik onze eeuwenoude belofte wel nakomen’ zei ik. Carlisle lachte ‘Dat hoeft niet hoor’ zei hij. Ik keek hem aan. ‘Ik kom beloftes altijd na en verbreek ze nooit’ zei ik. Hij glimlachte blij naar me ‘Dan ben ik blij dat ik je kan verwelkomen in de familie, Amedea’ zei hij. Een familie, dat heb ik al tweehonderd jaar niet meer gehad. ‘200 jaar?’ vroeg Edward. ‘Hoe weet je dat?’ vroeg ik. ‘Ik kan gedachten lezen’ vertelde hij en ik knikte, fijn. ‘Dus jullie hebben een gedachte lezer, een toekomst ziener en een gevoelens manipulator?’ vroeg ik. Iedereen keek me verbaasd aan. ‘Hoe weet je dat?’ vroeg Alice. ‘Ik zag het aan jou ogen, ik heb meerdere mensen gekend als jou’ vertelde ik. ‘En die andere?’ vroeg ze. ‘Het gevoelens manipuleren?’ vroeg ik en ze knikte. ‘Ik ben bij de Denali clan op bezoek geweest en die vertelde dat iemand hier dezelfde gave als mij had, maar ik weet niet wie’ vertelde ik. ‘Dezelfde gave?’ vroeg Jasper. ‘Ja, ik kan ook gevoelens aanvoelen van anderen en ze manipuleren’ vertelde ik. Jasper voelde ongeloof en keek mij ook zo aan. ‘Laat me raden, Jasper kan hetzelfde als mij?’ vroeg ik. Iedereen knikte behalve Jasper die waarschijnlijk het nog niet gelooft, voor bewijs maakte ik hem rustig. Hij keek me aan. ‘Vind jij deze gave net zo vervelend als ik?’ vroeg hij. Ik knikte ‘Ik blijf het liefste bij boze en verdrietige mensen vandaan, en ook bij mensen met pijn. Ik ben het liefste in de buurt bij mensen zoals Alice, die altijd vrolijk zijn dus’ vertelde ik ‘Ik ook’ zei hij. ‘Moest dat een compliment zijn?’ vroeg Alice nep-beledigd. ‘Ja, een heel groot compliment’ zei ik en Alice lachte blij. Ze huppelde de woonkamer in waar ze me naar de bank begeleide. Ik ging zitten en alle Cullens kwamen de kamer in. Ze namen plaats en keken mij aan. ‘Ik ben geboren in Londen, 4 augustus 1771. Ik was 19 jaar toen ik werd gebeten, 18 december 1790. Ik ben 203 jaar oud. Ik woonde mijn hele leven al in Londen, maar ik werd het laatste jaar veel herkent en aangesproken op mijn leeftijd, daarom besloot ik te verhuizen. Ik kwam in Denali jullie vrienden tegen en toen ben ik hierheen gegaan. Ik vond ‘Cullen’ al zo bekent, misschien was dat de reden dat ik jullie niet kwam opzoeken vanwege mijn belofte.’ vertelde ik glimlachend. ‘Je bent 2 eeuwen oud?’ vroeg Alice met ongeloof in haar stem. ‘Ja’ zei ik. ‘Dan ben je de op een na oudste hier in huis’ zei ze. Ik knikte ‘Weet ik, Carlisle is ruim 300 jaar oud en ik schat jullie allemaal een eeuw’ zei ik en ze knikte. ‘ik en Carlisle verschillen niet veel, beide hebben we nog nooit mensenbloed gedronken en ik ben ook een hele tijd arts geweest’ vertelde ik waarop Carlisle me vreemd aankeek. ‘Jij ook niet?’ vroeg hij. Ik knikte ‘Nog nooit’ zei ik. Alice pakt mijn hand en trok me mee naar buiten. ‘We gaan even jagen!’ riep ze naar de rest. ‘Alice ik heb geen dorst, ik heb vannacht nog gejaagd’ vertelde ik. ‘Daarvoor nam ik je niet mee’ zei ze lachend. ‘Weet je nog wat ik over jou en Jasper zei?’ vroeg ze, ik knikte. ‘Nou, ik heb het allemaal gezien! Jullie passen zo goed bij elkaar!’ riep ze enthousiast en maakte een sprongetje. ‘ik dacht dat jullie twee iets hadden’ mompelde ik. ‘We hadden lang geleden iets, maar dat werd niets. Nu hebben Edward, Jasper en ik nog niemand gevonden om van te houden, tot nu toe! Nu heb jij Jaspers hart verovert! Waarom denk je zelf dat hij verdrietig was toen je hem wegstuurde?!’ zei ze. ‘Alice je bent echt gek’ mompelde ik en rende terug naar het huis van de Cullens. ‘Carlisle, ik sluit je aan bij je clan, alleen als ik nog in mijn huisje mag blijven wonen’ zei ik. Carlisle lachte ‘Ik ben daar heel blij mee’ zei hij. ‘En dan moet ik zeker nu afscheid nemen van mijn achternaam?’ vroeg ik met pijn in mijn hart. Hij knikte. Ik zuchtte, mijn geliefde naam. ‘Wat heb je tegen de school vertelt, want je moet een handtekening van je ouders hebben?’ vroeg Carlisle. ‘Dat ik bij mijn oudere zus woonde en dat mijn ouders overleden zijn’ vertelde ik. ‘Dan is je zus nu ook overleden en hebben wij je geadopteerd’ zei Carlisle. Ik knikte. Amedea Cullen… Pff. Ik had liever Sadler. ‘Dan mag ik zeker een paar dagen niet naar school om mijn verdriet te verwerken?’ vroeg ik en Carlisle knikte. Ik lachte, ik vond school wel leuk, maar ik wist haast alles al wat ik daar leerde. ‘Dan ga ik nu maar terug naar mijn huisje’ mompelde ik en ik rende weg. Ik deed de deur van het slot en ging op mijn bed liggen. Een paar minuten werd er op de deur geklopt. ‘Binnen!’ riep ik en ik hoorde iemand snel de trap oplopen.
Reageer (2)
snel verder love it
1 decennium geledengggrrrr!! ik grom nu heel erg!!
1 decennium geledensnel verder!!
x