Chapter 1 - The Meeting.
Opening: http://www.youtube.com/watch?v=6fd7QRLhwA4
So which planet would I choose?” zei Miki aan zichzelf, toen ze haar spaceship had opgestart en zo snel mogelijk weg wilde. Ze dacht diep na. Misschien Nogastica, maar die bestaat alleen maar uit groene wezentjes. Ze zijn sterk maar die kunnen niet met haar communiceren. Ze moest naar een planeet waar ze haar taal ook spreken. Misschien de aarde? Ja, dat zou het moeten zijn. Ze stelde haar stuur in op eindbestemming aarde. Ze vloog weg in haar spaceship. Ze verliet haar eigen planeet als de enige die heeft kunnen ontsnappen.
“Mom!” gilde Gumi toen ze beneden aan de trap stond. “What do you want?” gilde haar moeder terug. “There’s someone on the phone for you.” Gumi’s moeder kwam naar beneden en pakte de telefoon ruw uit haar hand. Geërgerd door haar moeders humeur plofte ze zich weer op de bank. “Oh really?” zei haar moeder geschokt aan de telefoon. “That’s awfull! I’m coming right away!” gilde ze erachteraan. Gumi zuchtte. Haar moeder moest alweer onverwatchs naar haar werk. Zonder iets te zeggen deed haar moeder haar schoenen en jas aan en liep de deur uit. “Goodbye mom, I love you.” zei Gumi spottend, maar zacht. Ze liet zich op de bank vallen en deed haar ogen dicht.
“What was that?” Gumi schrok wakker toen ze een knal hoorde. Ze dacht dat het misschien haar moeder kon zijn die tegen een andere auto is opgebotst. Ze rende naar het raam en zag een licht uit de lucht komen en rook. Ze pakte haar sleutel en rende bezorgd ze naar de plek waar de rook was. Toen ze dichterbij de rook was kon ze al een beetje zien dat het niet haar moeder was die tegen iets op is geknalt. Ze hield haar mouw voor haar mond en liep door de dikke mist heen. “Hello?” zei ze bijna onverstaanbaar. Ze struikelde bijna over een stuk metaal en vielde tegen een groot stuk metaal aan. “What the hell! This is way bigger than a car!” De rook ging al bijna weer weg en ze kon al zien wat het was. “Is that a spaceship?” zei keek vreemd naar het grote ding. Ze liep erom heen om de voorkant te zien. Ze keek naar het glas aan de voorkant. Het was gebroken. Ze keek beter naar binnen en dacht dat ze een persoon zag. “Is someone there?” schreeuwde ze naar het gebroken glas. Ze pakte een stuk metaal van de grond en sloeg het glas verder kapot. Nu zag ze het echt. Een meisje van ongeveer dezelfde leeftijd lag om de vloer van de besturingskamer. “Is this part of a movie?” vroeg ze vol ongeloof. Ze klom voorzichtig naar binnen en ging naast het meisje op de grond zitten. “Are you okay?” ze schudde het meisje heen en weer, maar ze werd niet wakker. “I gotta get her out of here.” Ze keek om zich heen of iets haar kon helpen om haarte dragen naar huis. Ze kon haar daar niet achterlaten. Wat als dit ding ontploft? Wacht even! Ze moesten er snel uit! Straks ontploft het nog echt. Ze trok het meisje haar arm over haar schouder en sleepte haar naar het kapotte raam. “How am I going to do this?” zei ze wanhopig. Ze dacht eerst even na en kwam op de conclusie dat ze haar er gewoon uit moest duwen. Ze duwde haar door het gebroken raam heen en hoorde een plof op de grond. “Sorry” zei ze toen ze naar beneden keek en een pijnlijk gezicht trok. Ze sprong er zelf uit en trok het meisje verder naar haar huis. Ze keek nog even achter zich en zag het rare ruimteschip liggen. “Who are you?”
So which planet would I choose?” zei Miki aan zichzelf, toen ze haar spaceship had opgestart en zo snel mogelijk weg wilde. Ze dacht diep na. Misschien Nogastica, maar die bestaat alleen maar uit groene wezentjes. Ze zijn sterk maar die kunnen niet met haar communiceren. Ze moest naar een planeet waar ze haar taal ook spreken. Misschien de aarde? Ja, dat zou het moeten zijn. Ze stelde haar stuur in op eindbestemming aarde. Ze vloog weg in haar spaceship. Ze verliet haar eigen planeet als de enige die heeft kunnen ontsnappen.
“Mom!” gilde Gumi toen ze beneden aan de trap stond. “What do you want?” gilde haar moeder terug. “There’s someone on the phone for you.” Gumi’s moeder kwam naar beneden en pakte de telefoon ruw uit haar hand. Geërgerd door haar moeders humeur plofte ze zich weer op de bank. “Oh really?” zei haar moeder geschokt aan de telefoon. “That’s awfull! I’m coming right away!” gilde ze erachteraan. Gumi zuchtte. Haar moeder moest alweer onverwatchs naar haar werk. Zonder iets te zeggen deed haar moeder haar schoenen en jas aan en liep de deur uit. “Goodbye mom, I love you.” zei Gumi spottend, maar zacht. Ze liet zich op de bank vallen en deed haar ogen dicht.
“What was that?” Gumi schrok wakker toen ze een knal hoorde. Ze dacht dat het misschien haar moeder kon zijn die tegen een andere auto is opgebotst. Ze rende naar het raam en zag een licht uit de lucht komen en rook. Ze pakte haar sleutel en rende bezorgd ze naar de plek waar de rook was. Toen ze dichterbij de rook was kon ze al een beetje zien dat het niet haar moeder was die tegen iets op is geknalt. Ze hield haar mouw voor haar mond en liep door de dikke mist heen. “Hello?” zei ze bijna onverstaanbaar. Ze struikelde bijna over een stuk metaal en vielde tegen een groot stuk metaal aan. “What the hell! This is way bigger than a car!” De rook ging al bijna weer weg en ze kon al zien wat het was. “Is that a spaceship?” zei keek vreemd naar het grote ding. Ze liep erom heen om de voorkant te zien. Ze keek naar het glas aan de voorkant. Het was gebroken. Ze keek beter naar binnen en dacht dat ze een persoon zag. “Is someone there?” schreeuwde ze naar het gebroken glas. Ze pakte een stuk metaal van de grond en sloeg het glas verder kapot. Nu zag ze het echt. Een meisje van ongeveer dezelfde leeftijd lag om de vloer van de besturingskamer. “Is this part of a movie?” vroeg ze vol ongeloof. Ze klom voorzichtig naar binnen en ging naast het meisje op de grond zitten. “Are you okay?” ze schudde het meisje heen en weer, maar ze werd niet wakker. “I gotta get her out of here.” Ze keek om zich heen of iets haar kon helpen om haarte dragen naar huis. Ze kon haar daar niet achterlaten. Wat als dit ding ontploft? Wacht even! Ze moesten er snel uit! Straks ontploft het nog echt. Ze trok het meisje haar arm over haar schouder en sleepte haar naar het kapotte raam. “How am I going to do this?” zei ze wanhopig. Ze dacht eerst even na en kwam op de conclusie dat ze haar er gewoon uit moest duwen. Ze duwde haar door het gebroken raam heen en hoorde een plof op de grond. “Sorry” zei ze toen ze naar beneden keek en een pijnlijk gezicht trok. Ze sprong er zelf uit en trok het meisje verder naar haar huis. Ze keek nog even achter zich en zag het rare ruimteschip liggen. “Who are you?”
Er zijn nog geen reacties.