2. De tweede nacht als vampier

Vince ligt in bed en denkt: zal ik echt meester Martijn gebeten hebben? Eens even denken, wie vind ik niet aardig? Hmm, ja! Mijn overbuurvrouw Adila, zij woont niet ver weg en ik vind haar niet aardig. Vince gaat slapen en droomt dat hij naar het raam loopt, het raam opendoet, een vleermuis wordt en door het raam vliegt. Eenmaal in het huis van zijn overbuurvrouw gaat Vince als vleermuis op zoek naar de slaapkamer van Adila. Eenmaal daar wordt Vince een vampier en bijt zijn overbuurvrouw in haar nek, wordt weer een vleermuis en vliegt weer terug naar huis en gaat in zijn bed liggen. Als Vince ’s ochtends beneden komt, vraagt zijn moeder: ‘Vince, heb je gemerkt dat je rondliep vannacht?’ Waarop Vince antwoord: ‘Ja, ik kon niet slapen en ik had het warm.’ ‘Vince, heb je gehoord dat overbuurvrouw Adila zich niet lekker voelt? Zij heeft bloedarmoede en voelt zich niet lekker. Is dat niet hetzelfde als jouw meester Martijn?’ ‘Meester Martijn had ook nog twee gaatjes in zijn nek.’ Vince rent naar Olaf en haalt hem op. ‘Wat ben je laat! Wat is er gebeurd?’ vraagt Olaf. ‘Ik was in gesprek met mijn moeder. Mijn overbuurvrouw Adila is ziek, ze heeft bloedarmoede en voelt zich niet lekker.’ ‘Dat is toch hetzelfde als meester Martijn, op die twee gaatjes in zijn nek na,’ zegt Olaf. Eenmaal op school vraagt Vince aan meester Sipke: ‘Hoe gaat het met meester Martijn? Mijn overbuurvrouw is ook ziek en heeft ook bloedarmoede.’ ‘Oké, waarschijnlijk is het gewoon een virus en jullie meester Martijn voelt zich nog steeds niet helemaal lekker.’ Vince zit tijdens de rekenles na te denken: dus als Adila zich niet goed voelt en bloedarmoede heeft en meester Martijn hetzelfde heeft, kan het dan zijn dat ik werkelijk een vampier ben? Ik droomde wel dat ik Adila beet, zou ik dan meester Martijn ook hebben gebeten? ‘Hé, slaapkop!’ Het is Olaf maar. Snel gaat Vince aan zijn breuken. Na de les gaan ze taal doen. Nee, hè, denkt Vince, maar meester Sipke zegt: ‘Zo zo, Vince, dat heb je goed gedaan. Een negen!’ ‘Yes!’ roept Vince. Eenmaal tussen de middag zegt hij tegen zijn moeder dat hij een negen voor taal heeft. ‘Volgens mij heb je nog nooit zo hoog gehaald, Vince! Wat ben jij toch een knappe jongen!’ ‘Ma, mag ik na school even naar de bieb?’ vraagt Vince. ‘Natuurlijk, mijn jongen,’ antwoordt zijn moeder. Na school gaat Vince met zijn moeder naar de bieb. Hij haalt een boek waarin onder andere vampiers en weerwolven in voorkomen. Ook haalt Vince een boek dat gaat over vampier zijn. ‘Vind je vampiers leuk, Vince? Of vind je ze interessant?’ vraagt Nicole, de nieuwe medewerkster die sinds kort stage loopt in de bieb. ‘Ik vind vampiers leuk en interessant,’ zegt Vince. ‘O, dus jij vindt allebei wel hè?’ zegt Nicole. Eenmaal thuis gaat Vince in een van zijn boeken lezen. Tot de grote schrik van Vince leest hij: ‘De eerste nacht of nachten merkt bijna niemand dat hij een vampier is. Als mensen het weken later merken, dan willen ze gewoon geen vampier zijn. Meestal dromen de mensen die vampier zijn dat ze iemand bijten, ze bijten dus iemand in hun slaap.’ Vince schrikt en leest verder: ‘Mensen kunnen ook expres dromen dat ze die of die bijten. Meestal bijten ze dan ook echt die mensen. Als je door een vampier gebeten bent, voel je dit ongeveer; je voelt je niet lekker, hebt twee gaatjes in de nek die kunnen zweren of je voelt ze zitten, je hebt waarschijnlijk ook bloedarmoede. Dit zijn de belangrijkste symptomen als je gebeten bent.’ Vince gaat zitten en kijkt in de spiegel. Jawel hoor, hij ziet witter dan normaal. Vince gaat naar beneden. ‘Hoi, Vince, wil je mee helpen koken?’ vraagt zijn moeder. ‘Leuk,’ zegt Vince. Hij heeft wel trek in iets lekkers.