1.

‘Maar pap! Ik wil helemaal niet in Ohio wonen!’ Ik rende op mijn zilveren ballerina’s achter mijn vader aan, die gehaast met mijn roze koffers over de vertrekhal van het Los Angeles vliegveld liep. Hij checkte snel voor me in en gaf mijn koffers af, voordat hij tegen me terug sprak. ‘Nee, Jane. Je weet ik bijna nooit thuis ben en je altijd alleen thuis bent,’ begon hij, maar ik onderbrak hem. ‘Niet waar! Ik ben toch altijd met Harriet!’ Mijn vader schudde zijn hoofd en wreef even over zijn gezicht. Ik was nooit alleen thuis, de schoonmaakster was er toch altijd? ‘Dat telt niet Jane. Je wordt veel te verwend. Ga naar je moeder en je broer in Ohio, ze zullen het fijn vinden om je weer eens te zien. Probeer het anders een maandje, lukt het echt niet, dan denken we er nog wel over na oké?’ Chagrijnig knikte ik. Mijn vader drukte nog een kus op mijn wang en duwde me richting de douane. ‘Dag prinses.’ ‘Dag pap.’ En toen draaide ik me om en liep de douane door, op weg naar het leuke Ohio.