Alright, Your Majesty. *3
Je zult het niet betreuren.
Het was zover. Over een halfuur zou ik op mijn nieuwe school in Noord-Dakota zitten waar die idioten naar toe zijn verhuisd en erkend worden als een adellijke etterbak, want het is mijn benaming waardig.
Ik ben de laatste erfgename der Engelse adellijke familie Mortimer, ik word niet voor niets met ‘Lady’ aangesproken.
En godzijdank dat heel de adel zo bleek en blauw zien, dus hoef ik niets aan de sterfelijken uit te leggen, maar aan mijn doelwit misschien wel. Ze zal wel merken dat er een ander vampier zich zo dicht in haar buurt bevindt, ik zal genoodzaakt zijn te liegen - wat mij helemaal koud laat, dankzij mijn geheugen. Ze zal wel zo naief moeten zijn om mij op mijn woord geloven als ik zeg dat ik een Engelse ben en dat ik er op het moment niet kon blijven wegens het risico om ontmaskerd te worden en was door mijn andere familieleden naar de Verenigde Staten gestuurd om er een tijdje door te brengen tot alles weer stilgewaaid is. Eens ze haar ouders heeft verteld dat er een andere vampier uit Engeland op haar school zit – en dat zal ze zeker doen, want ze is namelijk een naieve tiener - zullen zij het ook moeten geloven aangezien ze mijn geur nooit eerder tegengekomen zijn en hopelijk zouden ze zich niet verlagen tot spionage, want daardoor zal ik nog meer meedogenloos worden en het past niet in mijn planning, want mijn plan was simpel en pijnlijk te zijn en niet geroutineerd, dat was wel het laatste wat ze verdienden.
Ik deed mijn schooluniform aan, deed mijn haar op een koninklijke wijze – namelijk door het vanachter hoog vast te maken op een heel moeilijke en gevarieerde manier en liet wat lokken rond mijn gezicht hangen. Ik keek naar mezelf in de spiegel en zag iemand die het waard was om een Mortimer genoemd worden, de enige nakomelinge en erfgename van de eerste graaf van March die een moeilijk en tragisch leven had geleid samen met Isabella van Frankrijk omdat hun liefde niet erkend had mogen worden, want immers waren ze beiden getrouwd, maar helaas was dat niet met elkaar.
Ik stapte in mijn auto en reed als een doodgewone leerlinge naar school.
Toen ik bij het secretariaat kwam en wanneer ze zagen wie ik was kreeg ik bijna een koninklijke behandeling. Mijn dag ging snel voorbij tot aan de middagpauze.
Ik besloot een heleboel eten te pakken, want praktisch kon het toch geen kwaad en ging alleen aan een tafel zitten.
Toen zag ik haar en zag zij mij. Renesmee, omringd door een een boel vrienden, vrolijk lachend om een of andere onzin.
Opeens verstrakte haar gezicht en zei ze ‘Wacht even’ tegen haar vrienden en kwam mijn kant op. Ze ging tegenover mij zitten en zei: ‘Hallo. Ik ken jou nog niet.’
‘O, dat is jammer. Mag ik mij dan even voorstellen? Mijn naam is Lady Catherine Mortimer, ik ben nieuw hier, ik kom uit Engeland.’ zei ik hoffelijk met een vriendelijk glimlachje op mijn gezicht. Etiquette was zeer belangrijk in contacten te leggen en het zat in mijn bloed, bij wijze van spreken, om hoffelijk en beleefd te zijn tegen onbekenden.
Ik zag dat Renesmee door mijn houding en taalgebruik even uit haar veld was geslagen maar herpakte zich toen weer: ‘Ik ben Renesmee. Renesmee Cullen.’
‘Aangenaam met je kennis te maken, Renesmee. Je hebt een mooie naam. Mag ik zo vrij zijn je te vragen naar wie je bent genoemd?’ Ik was niet van plan aan te dringen, ik wou haar alleen laten zien uit welk hout ik was gesneden.
‘Natuurlijk mag je dat vragen! Ik ben vernoemd naar mijn twee grootmoeders. Van mijn moederszijde en mijn vaderszijde. Mama’s moeder heet Renee en papa’s moeder heet Esme, vandaar Renesmee.’ Ze glimlachte even ongemakkelijk.
‘Wat origineel! Het is een prachtige naam, dat moet ik toegeven.’ Reageerde ik overenthousiast.
‘Dank je. Maar je weet wat ik ben en ik weet wat jij bent, want dat kunnen we beide niet van elkaar verbergen. Ben je werkelijk van adel of is dat je masker?’
‘Ik stam inderdaad af van de koninklijke familie en ik ben de enigste nakomelinge en erfgename van Roger Mortimer, de eerste graaf van March. Dat is alles behalve een masker en aangezien ik nu pas negentien jaar oud ben, is mijn enigste masker mijn publieke zeventien jaar.’ Wijs keek ik haar aan. Aan mijn scholingsgraad en wijsheid kon niemand tippen, zo ook aan mijn hoogheid en hoffelijkheid.
‘Oke, Uwe Majesteit. Waarom heb je zoveel eten genomen?’ Ze keek me aan met een veelzeggende blik, namelijk: “Wij eten toch helemaal niet?” en vriendelijk als ik was wees ik haar erop dat alleen de hoogste adel, genaamd de koning, de koninging en hun kinderen met ‘Uwe Majesteit’ werden aangesproken en gravinnen en Earls met ‘Uwe hoogheid’ of ‘Uwe excelentie’. ‘En daarbij, ik wil geen argwaan wekken. Ik wil niet gezien worden als een perfectionistische, op haar lijn lettende hofdame. Vandaar dat ik al dat eten heb gepakt. Wij adellijke lui zijn zulke nietsdoeners met zulk dun huidlaag en blauw bloed...’ met een spottende blik keek ik haar aan terwijl ze even om mijn woordspelling lachte.
Ze mocht mij.
Reageer (4)
Meer <3.
1 decennium geledenSnell verderrr!!
1 decennium geledenverder gaan is super goed
1 decennium geledenverdeer<3
1 decennium geleden