Shattered peaces will remain [Aaron Ramsey]
Ik pakte mijn voetbaltas uit de auto en slenterde in de richting van het stadion. Soms krijg ik ineens het gevoel dat ik helemaal alleen op deze wereld ben. Dat er niemand voor me is en dat ik altijd alleen zal blijven. Als ik om me heen kijk is iedereen gelukkig. Iedereen heeft een glimlach, niemand is alleen. En ik, ik heb een fake glimlach en ik ben alleen. Ik ben ook echt een kneus. “Zeg Aaron, ben je doof ofzo?” zei Cesc en hij kwam naast me lopen. “He wat?” vroeg ik verbaasd. “Laat maar.” Zuchtte Cesc. “Weet je, jij bent de laatste tijd echt afwezig met je gedachten. Het begint nogal te irriteren.” Zei Cesc en daarna liep hij weg. “En bedankt.” Mompelde ik en ik liep achter hem aan. Hij heeft misschien wel gelijk, maar hij is tenminste gelukkig. Hij heeft een vriendin, hij heeft een kind. Hij heeft alles wat iemand wensen kan. En ik, ik heb niks. Ik liep richting de kleedkamers om me ook maar eens om te kleden. Iets wat toch echt moet gaan gebeuren..
Ik kwam als laatste de kleedkamer in en ik ging er als eerste weer uit. Ik liep het veld op en keek om me heen. Dit is een van de redenen dat ik nog besta. Arsenal. Arsenal is het gene waar ik voor leef, het gene wat mij op de been houdt. Het gene waar ik mijn liefde in stop, ik heb tenslotte niemand anders om het mee te delen. “Hallo daar.” Hoorde ik iemand zeggen. Ik draaide me om en zag daar een prachtige meid staan. “Hallo.” Zei ik met een glimlach. “Mag ik vragen waar ik ben?” vroeg het meisje met nog steeds een glimlach. “Ja eh. Je bent in het Emirates stadion. Het stadion van Arsenal.” Zei ik verbaasd. Je weet toch wel waar je bent? “Dankjewel. Ik ben Anne trouwens.” Zei ze en bleef maar glimlachen. “Aangenaam om kennis met je te maken, ik ben Aaron.” Glimlachte ik. “Zeg Aaron tegen wie praat je?” riep Cesc. Ik draaide me om en keek naar Cesc. “Ik praatte tegen Anne.” zei ik en ik keek naar een lege plaats. Huh, waar is ze nou gebleven? “Ach laat ook maar.” Zuchtte ik en ik pakte een bal. Het is overduidelijk, meiden interesseren zich niet in mij. Eindelijk was er iemand waarbij ik een gelukkig gevoel kreeg. Eindelijk. En dan is ze zo maar weg, zo ineens. Ik zie ze vast vliegen. Ik schoot de bal weg en hij vloog zo tegen Arsene aan. Ik keek hem geschrokken aan. “Sorry!”riep ik en ik glimlachte zwak. “Drie extra rondjes rennen jij.” zei Arsene en hij keek me boos aan. “Dat meen je niet?” riep ik geschrokken. “Nee klopt, ik meen het niet. Maar let je de volgende keer even op? Mijn botten zijn al oud weet je.” Zei Arsene lachend. “Komt goed.” Zei ik lachend en ik pakte de bal weer. Waarom overkomen deze dingen mij altijd? De rest van de training ben ik heel alert geweest, ik kan het natuurlijk niet nog een keer maken om tegen Arsene aan te schieten.
“Aaron ga je nog even mee wat drinken?” vroeg Samir en hij pakte zijn spullen in. “Eh nee ik ga naar huis.” Zei ik en ik gooide mijn tas over mijn schouder. “Ga je met je geheimzinnige en verdwenen Anne praten?” zei Cesc met een spottende lach. “Bemoei jij je nou maar gewoon met je eigen leven.” siste ik en ik gooide de deur van de kleedkamer open. “Ik heb tenminste een leven, dat kunnen we van jou niet zeggen.” Riep Cesc nog, maar ik negeerde hem. Ik weet dat ik geen leven heb. Ik liep naar mijn auto en gooide mijn tas in de kofferbak. Toen ik hem dicht klapte stond Anne daar ineens. “Waar kom jij nou ineens vandaan?” vroeg ik verbaasd. “Dat maakt niet uit.” Zei ze met een glimlach. “Eh oke, dan maakt het niet uit. Wat kom je hier doen?” vroeg ik met een glimlach. “Geen idee. Ik denk dat ik je nog even wou zien.” Glimlachte ze. “Dat is erg. Lief.” Glimlachte ik. “Ik ben lief, geloof me.” zei Anne met haar stralende glimlach. Ze blijft de hele tijd glimlachen, wat er ook gebeurd. “Ben je nog steeds niet weg?” Zei Robin en hij kwam naast me staan. “Eh nee, ik was aan het…” begon ik en ik keek naast me. Nou is ze wéér weg. “Je was aan het wat?” vroeg Robin verbaasd. “Aan het staren.” Zuchtte ik en ik stapte in mijn auto. Serieus, waarom verdwijnt Anne steeds als er andere bij komen? Ach het zal wel, ik moet haar vergeten. Ik maak toch geen kans bij zo’n mooie meid…
Zo zijn er weken voorbij gegaan. Anne kwam steeds vaker langs, en ging steeds vaker weg. Altijd was ze er wanneer ik alleen was, zodra er meerdere mensen waren was ze verdwenen. De rest van het team vond me vreemd, ze dachten dat ik langzaam gek werd. En misschien hebben ze ook wel gelijk. “Denk je weer aan je mysterieuze vriendinnetje?” zei Cesc lachend en hij kwam naast me lopen. “Kan je er niet gewoon over ophouden? Ik word er gek van. Ik weet zeker dat ze bestaat.” Zei ik en ik keek hem boos aan. “Ik wist niet dat het je zo dwars zat.” Mompelde hij. “Wat denk je nou? Denk je dat ik het leuk vind? Denk je dat ik er van geniet dat jullie allemaal een perfect leven hebben. Jullie hebben een vriendin, en sommige zelfs een kind. En ik, ik heb niks. Ik heb Anne, alleen ben ik de enige die haar ziet. Ik weet zeker dat ze bestaat en ik houd van haar.” Zei ik en voelde tranen opwellen. “Je meent het echt he.” Zei Cesc verbaasd. “Alsof ik over zo iets zou liegen.” Siste ik en ik liep weg. Cesc kwam niet achter me aan, hij ging direct het stadion in. “Aaron.” Hoorde ik achter me. Ik draaide me om en zag Anne staan. “Hee.” Glimlachte ik. “Hoe gaat het.” Vroeg ze en ze bleef zoals gewoonlijk glimlachen. “Goed, alleen heb ik nu een vraag voor jou. Zou ik je adres mogen weten?” vroeg ik met een glimlach. “Highgate Cemetery, laan 234, nummer 16.” Zei Anne met een glimlach. “Dankje, dan kom ik vanmiddag met een vriend langs.” Zei ik en ik liep weg. Nummer 16, mijn nummer.
“Eh Aaron, weet je zeker dat dit het is?” vroeg Cesc verbaasd. “Ja hoezo?” zei ik en ik keek op. “Dit is een begraafplaats.” Mompelde ik. “Ja.” Zei Cesc en hij keek me verwachtingsvol aan. “Ze zei Highgate Cemetery. Laan 234 nummer 16.” Mompelde ik. “Dan gaan we daar maar een kijkje nemen.” Zei Cesc en hij duwde de poort van de begraafplaats open. We liepen door de verschillende ‘lanen’ en kwamen uiteindelijk bij laan 234 uit. “Nummer 16 was het toch?” vroeg Cesc. “Ja, mijn nummer.” Zei ik met een zwakke glimlach. We telden de graven en kwamen uiteindelijk bij nummer 16 uit. ‘Hier rust onze lieve Anne Nelissen’. Ik slikte een brok weg. Ik keek naar de foto die erbij stond. “Dat is haar.” Mompelde ik en ik voelde een traan over mijn wang stromen. “Maar, waarom zie ik haar dan?” vroeg ik verbaasd. “Jullie waren voorbestemd om bij elkaar te komen. Helaas is Anne overleden voordat het kon gebeuren.” Zei Cesc zacht. Anne is mijn soulmate. Mijn dode soulmate. Langzaam stroomden er meer tranen over mijn wangen. Ik voelde mezelf van binnenuit ook langzaam doodgaan. Anne, mijn Anne. Mijn verloren Anne…
Reageer (4)
omijngod, dat is zielig!
1 decennium geledenWaarom schrijf je allemaal zielige SA's?
We want more.
aahw zo zielig!
1 decennium geledenMaar echt wel prachtig geschreven!
x
Awh, dit is zo zo zo zo mooi(huil)
1 decennium geledenIk moest huilen, arme Aaron
Thank you, Reina (:
X
Dit is niet leuk Reina! Dit is zo zielig! :'(
1 decennium geleden