This can’t be happening
Leave a comment, it will make me happy (:
Ik druk mijn telfoon uit en begin mijn spullen in te pakken. Ondertussen blijven de tranen over mijn wangen stromen. In mijn hoofd herhaal ik steeds dezelfde zin. Dit kan niet, dit kan niet, dit kan niet. “Fay!” roept Nina. “Wat is er?” Dit kan niet, dit kan niet, dit kan niet. Ondertussen heb ik mijn spullen ingepakt. “Fay!” Nina schud me heen en weer. Ik kijk haar met betraande ogen aan. “We moeten naar huis” zeg ik. “Waarom? Fay, leg het uit!” Nina kijkt me wanhopig aan. “Ik..Ik..Mijn moeder heeft een ongeluk gehad” zeg ik en ik barst in tranen uit. Meteen slaat Nina haar armen om me heen. “Wie belde je?” vraagt ze. “Mijn…mijn..tante” huil ik.
“Ysa!” roept ze naar Ysa die een eindje verderop met wat jongens staat te praten. “We moeten gaan!” Meteen komt Ysa aangerend. “Wat is er!” roept ze verschrikt. “Fay’s moeder heeft een ongeluk gehad” legt Nina aan Ysa uit. Ondertussen blijf ik maar doorhuilen. Ysa schrikt. “Is ze..dood?” vraagt Ysa voorzichtig. “Ik weet het niet” zegt Nina. “Fay?” Nina tilt me hoofd op en kijkt me aan. “Kan je vertellen hoe het zit?” Ik knik langzaam. “Ze is met haar auto van de weg afgeraakt, en ze ligt in coma” snik ik. “Schatje toch” zegt Ysa en ze slaat haar armen ook om me heen. “We gaan naar huis, nu” zegt ze. Ze laat me weer los en pakt de spullen. Steunend op Nina strompel ik het strand af. Bovenaan de boulevard staat al een taxi die Nina heeft gebeld. “Naar het station” zegt ze en we stappen in de taxi. Tijdens de rit in de taxi en in de trein zeg ik niets. Zodra we op het station zijn nemen de bus naar ziekenhuis. Bij de balie word ik opgevangen door een zuster. “Sorry, alleen familie mag naar haar toe” zegt ze tegen Nina en Ysa. Ze knikken begrijpend en ik word meegenomen door de zuster. “Ze ligt op de intensive care, er mogen daar geen bacterien komen dus ik moet je vragen je eerst even te wassen” zegt ze terwijl ze me een kamertje inleid. Ik kijk naar mijn kleren. Ik heb alleen een rokje en topje aan en ik zit nog onder het zand. Ik was me en krijg een stapeltje schone kleding van de zuster. Dan mag ik naar mijn moeder.
Als ik de kamer inloop waar mijn moeder ligt begin ik weer te huilen. Ze wordt omringd door piepende kastjes en in haar steken allemaal slangetjes. “Mam” fluister ik en ik pak haar hand. Ik laat mijn tranen lopen en ze vallen op mijn moeders hand. Op dat moment valt het me pas op dat er een vreemde man aan de andere kant van het bed zit. “Wie bent u?” vraag ik verbaasd. De man kijkt me aan en ik zie dat hij ook tranen in zijn ogen heeft. “Ik ben Richard” zegt de man vriendelijk. “Ik ben de vriend van je moeder.”
Perplex staar ik de man aan. “Mijn…mijn moeders vriend?” stamel ik. De man knikt. “Je moeder wilde me pas voorstellen als jij terugkwam van vakantie, maar hier hadden we niet op gerekend” zegt hij. Ik knik traag en richt me weer op mijn moeder. “Wordt ze snel weer wakker?” vraag ik. De man haalt zijn schouders op. “Ik weet het niet” zegt hij. Ik zucht en ga op de stoel naast het bed zitten.
Nadat ik een tijd gezeten heb moet ik naar de wc. Ik sta op. “Ik ga even naar de wc en naar mijn vriendinnen toe” zeg ik tegen Richard. De man knikt. Ik loop de kamer uit. Nadat ik naar de wc ben geweest loop ik naar de centrale hal van het ziekenhuis waar Ysa en Nina nog steeds zitten. Ze springen op als ze mij zien. Ze omhelzen me. “Ze ligt in coma” zeg ik. “Maar haar toestand is stabiel.” “Godzijdank” zucht Nina. “Er was een man” zeg ik. “Hij heet Richard, hij zat naast het bed van mijn moeder, hij is haar nieuwe vriend.” “Wat?” roept Ysa. “Echt waar?” vraagt Nina vol ongeloof. Ik knik. “Rare manier om je niewe ‘stiefvader’ te ontmoeten” zegt Ysa. Ik knik weer. “Ik ga Mathijs even bellen” zeg ik. Ik pak mijn mobiel en loop het ziekenhuis uit. De telefoon gaat een paar keer over en springt op voicemail. “Met Fay,” zeg ik, “Mathijs, als je dit hoort, kun je dan terugbellen? Er is iets ergs gebeurd. Ik hou van je.” Ik druk de telfoon weer uit en loop het zienkenhuis in.
Ik blijf de hele nacht in het ziekenhuis en probeer Mathijs nog een aantal keer te bellen maar hij neemt niet op. Het is tegen de ochtend als er iets gebeurd. Ik zit naast het bed van mijn moeder en heb haar hand vast. Richard zit tegenover mij. Ik kijk naar mijn moeder, heel langzaam knippert ze met haar ogen. “Richard!” roep ik. “Ze wordt wakker.” Richard drukt meteen een op knopje naast het bed en binnen 10 seconden staat er een arts in de kamer die aan apparaten begint te prutsen. Langzaam opent mijn moeder haar ogen. “Mam!” roep ik. Mijn moeder kijkt me aan. “Waar is Mathijs?” vraagt ze. “Hoe bedoel je?” vraag ik. “Mathijs…”fluistert ze, “Mathijs zat naast me in de auto, waar is hij?” Ik kijk Richard vragend aan. “Ligt Mathijs ook in het ziekenhuis?” vraag ik. Richard schud met zijn hoofd. “Toen je moeder gevonden werd was ze alleen, Mathijs was er niet bij” zegt hij. Ik voel dat mijn bloed veranderd in ijswater. “Maar, dan is Mathijs is weg” fluister ik.
Reageer (5)
huh waar hangt mathijs dan uit:S
1 decennium geledensnel verder...
Snik, hoe durf je om hier op te houden:(
1 decennium geledenMathijs mag niet dood zijn(N)
Echt je moet super snel verder gaan anders blijf ik hier in spanning zitten:O
Xx
Like wtf. Hij is een vampier? Oké, dat was alleen mijn fantasie maar.
1 decennium geledenSnel verder!
JEMIG jij bent zoooooo gemeen!
Waar is mijn lieve mathijs(huil) hij is toch niet dood, dat kan je me niet aandoen dan heb ik een trauma, echt waar.....
Wil je alsjeblieft vanavond verder gaan, ik wil mathijsje weer(flower) NU:(( Ik wil hem nuuuuuuuuu(huil)
damn, jij weet echt hoe je cliffhangers moet maken he...
1 decennium geledennou, anyway: go on!!
snel verder of ik ga je stalken
xx.